Site pictogram Luminous Dash BE

BOOMTOWN (19/07/2017)

BOOMTOWN 19/09/2017

Vingervlugge hardrock, prachtige plastic soul, vettige swamp blues en een rocklegende in grote vorm. De ‘woensdag van de Gentse Feesten’ 2017 was er een om duimen en vingers bij af te likken.

Id!ots en IC/TC

De harde, vette en pretentieloze swampy bluesrock van Id!ots vormde de perfecte opwarmer voor de IC/TC, de Angus Young-franchise die zich even later aan St-Baafs zou voltrekken. Opper-Id!ot Luc Dufourmont geeft geen moer om poses of het dragen van de juiste sneakers. En zo hoort het, uiteraard, voor iedereen die zich rock en roll wil noemen.

De ‘Big Show’ van IC/TC werd enigszins getorpedeerd door de uitvaardiging dat er ‘niet mocht geknald worden’ tijdens de show. Het prerogatief van de knal was voorbehouden voor het stadsbestuur zélf. En dat had vorige zondag, met meer dan 700 extra knallen tijdens het vuurwerk dit jaar, z’n quotum méér dan opgebruikt. Al animals are equal but some are more equal then others. Ook in Gent, òòk tijdens de Gentse Feesten.

IC/TC zette desondanks een gedenkwaardige tribute neer, perfect gecast ‘Onder den Draak’. Maar de prijsbeesten vanavond waren voor ons J. Bernardt en de een door de grote poort terugkerende Arno.

J. Bernardt

“Moet zich Jinte zich bij Balthazar wat teveel inhouden misschien?” Die vraag flitst vaak door ons hoofd, wanneer we de geweldige J. Bernardt aan het werk zien. Deprez kronkelt, grolt, stuitert en ment het publiek zoals we hem dat bij Balthazar nooit zagen doen. In de Handelsbeurs, tijdens Boomtown, deed de man er nog een schepje bovenop. Het leek wel alsof Deprez besefte dat z’n sabbatical stilaan ten einde loopt en hij er nog even àlles wil uithalen.

Het fijne aan de tijdelijke ontdubbeling van Jinte Deprez en Maarten Devoldere, is dat je tijdens de concerten van J. Bernardt en Warhaus heel mooi hoort wat het aandeel van beide is in de songs die ze sàmen schrijven bij Balthazar, en op welke manier ze elkaar muzikaal kruisbestuiven.

Een belangrijk aandeel van Jinte, horen we hier, zijn de soulinvloeden. Deprez heeft zich op bijzonder korte tijd – z’n plaat is nog maar net uit – ook live ontpopt tot een meester in het genre dat ooit té smalend ‘plastic soul’ werd gedoopt. Wij noemen het liever ‘White Soul’: donkere vocals, nu eens opgewekte dan weer dreigende beats en een expressieve stem die onmiskenbaar ‘wit’ is, maar die het wel ergens over hééft, en die die emotionele storytelling ook aankan, in smachtende songs als Wicked Streets of The Other Man.

Deprez heeft de voorbije jaren, met Balthazar toerend als gekken, een groot deel van de wereld gezien. En dat is eraan te horen: Oosterse snaren en Bollywoodbeats in The Question, een vleugje Delta Blues, slave song vocals een flinke neut James Blake in Running Days. Een béétje wanhoop en heel veel soul. Ook in het muzikale landschapje Motel, dat roadmoviegewijs voorbijtrok.

Ook typisch Jinte: gitaren. Het valt ‘m duidelijk lastig om de lokroep van de Fender Mustang te weerstaan. Telkens de kans zich voordoet, gordt Deprez het instrument om, nu eens fijnbesnaard dan weer voor scherpe maar relevante ‘klin-klang-interpunctie’.

De begeleiders van de jonge Bernardt zijn geniaal in hun eenvoud en efficiënte. Terwijl Jinte dansend, dirigerend en schaduwboksend het visuele deel voor z’n rekening neemt, zorgen Adriaan Vandevelde en Klaas De Somer voor muzikaal spektakel. Van de donkere Mississipi Blues-backings en gospel tot close-harmony met een klein barstje erin, strooien de twee een heel concert lang juweeltjes rond.  Vandevelde zorgt voor groovy blazers, Oosterse klanken en kale dubstep piano loops, terwijl De Somer strak als een Roland 808 alles in het gareel houdt – fantasierijk strooiend met accenten, eenmalige fills, een heerlijke accenten. Heerlijk concert, heerlijk begin van de avond.

Tjens Matic

(c) Karim Hamid

Arno is een man aan wie wij héél veel vergeven. Brussels Sprouts en Bathroom Singer, bijvoorbeeld. Of de karikatuur van een concert enkele jaren geleden tijdens LeffingeLeuren. Le Beau Arno, of, zoals hij zichzelf placht te noemen ‘Arno Hintjes mè z’n kromme bintjes, is een true original, een van de weinige die ons nog resten. Een van de enige die nog steeds, en in bijna élk interview van leer blijft trekken tegen tegen zowel de sluipende en stilaan salonfähig geworden verrechtsing, als tegen het reactionistische geknoei van nieuw-links. Dààrom, maar bovenal omwille van zijn fenomenale muzikale erfenis, verdiende – en verdiént – Mr. Hintjens ons grenzeloze respect.

En daarom ook, zakten we tòch af naar de Kouter: omdat we snakten naar eerherstel voor onze favoriete Belgische rocker. Het waren niet écht jonkies, die Arno rondom zich had verzameld om de sound van TC Matic weer tot leven te wekken. Gitaarbeul Bruno Fevery werd door John Garcia waardig bevonden om de plaats van Josh Homme in te nemen bij de doorstart van Kyuss. En ook de – volledig Gentse – ritmesectie (drumfenomeen ‘Smagghe’ en Mirko Banovic), heeft al wat kilometers op de teller. En voldoende maturiteit om elk ego opzij te zetten en zich hier volledig ten dienste te stellen van de TC Matic-sound. Heel af en toe freewheelend, maar gedurende het grootste deel van de avond bescheiden fungerend als Arnos eigen tributeband en een foutloze copy-conform waarin grote voobeelden PiL en Gang of Four duidelijk te herkennen waren. Respect.

Arnos stem is dieper en donkerder en vooral meer geschonden dan die van de gevaarlijke rockgod die ons van De St-Annazaal in Aalst tot Vorst-Nationaal met open mond achterliet. Maar de kleine Grote Belg heeft meer dan genoeg métier om daar omheen te fietsen. Alleen in Que Pasa en in onze all-time-favourite missen we een béétje de kracht van die hoge uithalen. Maar aan overtuigingskracht heeft Arno, geruggensteund door een band als deze helemaal niks aan kracht ingeboet. Het effect is nog bijna hetzelfde als zoveel jaren geleden in Aalst: je bek valt open bij het eerste nummer en voor je het beseft is het concert voorbij. Tegen die tijd zijn er achttien nummers voorbijgeraasd. Vooral TC Matic songs, een handjevol Tjens Couter-nummers (The Milk CowDance With MeSaturday Night QueenGimme What I Need, en een punky For The Rest, Take The Best), en hele jukebox aan hits met fantastische songtitels als Middle Class & Blue EyesArrivederci SoloMeet the Freaks of The Parrot Brigade.

De ‘Matic’ ontbrak een klein een beetje, op Boomtown – de creatieve industrial gitaarsound van Jean-Marie Aerts, de onmiskenbare toets(en) van Serge Feys en het perfect gefraseerd hakwerk van Rudy Cloet werden toch node gemist. Desalniettemin: een return to form van Arno. En daar waren we héél gelukkig mee.

PETER LISSENS

Mobiele versie afsluiten