Niets dat zo leuk is dan iemand die zichzelf niet al te serieus neemt, maar toch op de proppen kan komen met dingen waarvan je achterover valt. Eric Debny is zo’n man naar ons hart.
Twintig jaar geleden richtte hij zijn band The Shovels op die vrij vlug werd opgemerkt door het Gentse Kinky Star-label. Hoewel er al heel wat personeelswissels waren (twee decennia is nu eenmaal een lange tijd), bleef de Limburger steeds maar aan zijn weg timmeren. We kunnen moeilijk zeggen dat het één was die naar het succes leidt, want twee decennia later zijn The Shovels alleen maar bij de fijnproevers bekend geraakt.
Je kan veel over Debny zeggen, en hoewel we er nog niet uit zijn of hij nu de Daniel Johnston dan wel de John Lennon van Limburg is, zijn we toch alweer verbaasd over zijn vijfde plaat die hij met enkele trouwe companen uit het verleden opnam.
De rode lijn doorheen deze cd die veertien songs telt is de liefde voor de jaren 60 en de psychedelische extravaganza. Deze fascinatie leidt soms tot briljante tracks (Time For Another Dimension zou gerust op een Syd Barret-plaat passen) en dan weer gewoon hilarisch grappig (bijv. het Nederlandstalige Naar De Maan dat ergens het midden tussen het serieuze van Jan De Wilde en het absurde van Urbanus houdt).
Na al die jaren zwoegen in de underground zal het Debny worst wezen of hij serieus wordt genomen of niet, zij die hem kennen weten waartoe hij in staat is: het schrijven van songs die eigenlijk op klassiekers horen te staan. Een heel klein beetje de Daniel Johnston van Limburg dus…