Luminous Dash BE

SCHREEL VAN DE VELDE – Balts (Blickwinkel)

Voor zijn solodebuutalbum We’re Never Afraid of Getting Up Every Morning (2020) vond Lucas Schreel (bas, toetsen, gitaar – o.a. bij Kloothommel) de ‘opvulling’ die hij nog zocht in Casper Van De Velde (percussie, drums – o.a. ook bij SCHNTZL, Bombataz, Donder, An Pierlé Quartet). Het tweetal dat mekaar toen aanvulde, werd intussen een duo in muzikale interactie, wat leidde tot hun instrumentale album Balts.

Artwork © Jelle Martens

Baltsen is datgene wat de geneigdheid tot paren verhoogd. Verleiding en hofmakerij. Kortom: een album dat volledig geweid is aan de liefde. Het gloednieuwe Belgische platenlabel Blickwinkel gaat hier wat minder oppervlakkig over dan wij romantici en voegt toe: “Het duo beperkte zich echter niet tot een enkele conceptualisering van dit thema, maar verkende het in plaats daarvan breder en vrijer. Het resultaat is een consistente verzameling composities die reflecteren op menselijke ontmoetingen, relaties, seksualiteit en meer. Het is liefde en gebroken liefde. Het is aantrekking en afstoting. Met Balts creëerde het duo een reeks dierenminiaturen die gevoelens van melancholie oproepen, terwijl ook vreugde en geluk hun plaats hebben. Gezien het instrumentale karakter van de nummers blijft de muziek een beetje mythisch en laat ze nooit echt haar ware betekenis zien. Als zodanig vormen deze kleine miniaturen de unieke natuur van het duo en staan ​​ze open voor de interpretatie en het eigen verhaal van de luisteraar.”

Het menselijke brein is geprogrammeerd om te associëren. En automatisch gaat die interpretatie dus uit naar de aangeleerde kenmerken die we linken aan de voorgeschotelde dieren. Bij Zwaan valt de uitgestrekte elegantie van het aanslaan van de snaren dan ook meteen op. De rust die het nummer uitademt, alsof het de plooien in het water zijn die ze sierlijk achterlaat. Het experimentele kantje, dat zich hier vooral uit in het eclectische ritmewerk, doet dan weer denken aan het speels, spetterend uitslaan van vleugels, die altijd grootser blijken dan we verwachtten.

Het verrassende aan dit album is echter dat bij verschillende luisterbeurten die interpretatie ook andere vormen kan aannemen, door de details die we plots opmerkten. Een plaat die fabels laat beleven en elke keer ook opnieuw doet herschrijven in het hoofd!

Zo merken we de ruis van het water pas laat in Dolfijn op, omdat de steeds doorgaande, repetitieve energie borrelend blijft boeien in het getokkel, terwijl de track je warm omarmt. Luiaard zorgt voor mogelijks te realistische inleving. Een track waarbij je languit in de zetel gaat hangen en waarbij elke noot en elk ritme een gedachte steelt, tot dat hoofd leeg is. Ietwat melancholisch klinkt de otter, waarbij we in het ritme een repetitief element herkennen dat doet denken aan het zagen van hout, terwijl de gitaar voor wervelende  stroming zorgt. Ook het slot van de track draagt iets melancholisch mee… misschien liep deze otter een blauwtje op, de track is op zijn minst intrigerend knap te noemen.

Prewalskipaard neemt een drafje met sierlijke verhevenheid, waarin grootse passie verscholen zit, die zich schuchter toont in de scherp aangeslagen akkoorden, die geaccentueerd worden door lichte ritme-accenten. Een spel van aantrekken en afstoten.
De aaibaarheidsfactor van Rammelaar ligt hoog. Warm donzig, klinkt de sound die het duo hier neer zet. Een track met de minst complexe (of minst eclectische) songopbouw, maar daardoor ook erg toegankelijk. Ook dat linken we dan aan het beestje dat wellicht het meeste succes oogst met zijn baltsgedrag.
Kort, maar sterk, klinkt Vuurgoudhaantje. Enkele diepe tromroffels en schijnbaar willekeurig aangeslagen snaren moeten volstaan, terwijl Alva daar levendig speels tegengewicht aan geeft. Eerst hoog tegen de luchtstromen opfladderend, imponerend en kwetterend, dan weer lieflijk lonkend. Hier zwichten ook wij helemaal voor!

Wat stoerder en bruter klinkt Rottweiler. Of is dat slechts inbeelding? Nee, we horen écht iets norser gitaarwerk en ritmes die lichtjes grommen. Maar verder een erg rustige, voorzichtige track. Eentje met een grote mond, maar een klein hartje?
Even rustig, maar even gevaarlijk klinkt Zeebeer. Een misleidende zachtheid komt met het gitaar getokkel. Drums klinken op de achtergrond doch licht dreigend, imponerend. Een knap dualistisch klankspel, dat aanvankelijk iets sombers uitwasemt. Luchtiger wordt de gitaar even later, hoewel af en toe toch gebrom blijft opduiken.

Een zuiders tintje horen we in het gitaarspel in Varaan, dat ons met een lichte countrytoets meeneemt naar de zandachtige, bloedhete bodem. In gedachten zien we varanenpootjes een dartele paringsdans opvoeren. De drums lichtjes roffelend op de achtergrond, het spanningselement af en toe de hoogte in jagend, waarna er bekoeling volgt. Aanhoudende herhaling van dezelfde noten wordt daardoor geen seconde als vervelend ervaren. De glimlach der overwinning wordt naar het einde toe bijna zichtbaar in gedachten. Een erg warme track, die met glooiende toetsen mooi geaccentueerd afsluit.

Met drums en gitaar zet Schreel Van De Velde een knap akoestische ambientsound neer, die met elektronische accenten een experimenteel kantje krijgt. Op het album ontdekken we elf keer gebalts om u tegen te zeggen. Woorden hebben de heren niet nodig. Het werd één en al sonische vleierij, waarin elk beestje zijn aard niet kan verstoppen, maar nergens over de grens van de hoffelijkheid gaat.

Balts van Schreel Van De Velde is de eerste release van het label Blickwinkel en is digitaal en op vinyl verkrijgbaar.

(Her)lees hier ook onze review van Lucas Schreels debuutplaat We’re Never Afraid of Getting Up Every Morning en van de track Dolfijn van Schreel Van De Velde.

Facebook

Mobiele versie afsluiten