Tekst: Maarten Demetter
“Ik leef in het hier en nu. Ik herkauw niks, en ik anticipeer niet op morgen”
Met dit levensmotto schopt de peetvader van de Belgische blues Roland Van Campenhout het dit jaar tot 80. Want hoewel hij in die tijdsspanne evenveel muzikale paden ingeslagen heeft zal de bebaarde bard toch vooral met dat ene genre verbonden blijven. En blauwer dan blauw klinkt hij op Last Letter Home, een vergeten juweel uit Rolands omvangrijke oeuvre.
We schrijven 1992. Na een succesvolle Europese tour met Charles et les Lulus, het bezopen balorkest rond Arno Hintjens, duikt Roland de studio in voor de opnames van een soloplaat. En dat solomoment mag je gerust letterlijk nemen. Op twee nummers na valt er geen gast te bespeuren op het desolate Last Letter Home. Zelfs de productie neemt Van Campenhout voor eigen rekening. Gedrenkt in eenzaamheid en melancholie klinkt deze plaat dan ook als een zware kater na het feestgedruis met de Lulus.
Zoals bij alle katers begint het the day after. Op opener Mailbox Blues shuffelt The Kids-drummer Cesar Jansen nog even mee, als was hij die ene vriend die de weg naar huis niet meer vond en dus maar onverrichter zake op de sofa is gecrasht. Met kletterende snaren valt Roland de song binnen: “Seven days gone, notes and bills is all I got. Bill for the light, bill for the phone, but no letter from my baby back home”. Stront aan de knikker dus. Van het soort dat zijn sporen nalaat op de rest van de plaat. Al van bij het begin laat Roland horen dat hij en grand forme is. De akoestische gitaar wordt gestreeld, geattaqueerd, gezalfd en gegeseld. Hijzelf verzucht en gromt: “I’m gonna tear my mailbox down!”
Verder het sukkelstraatje in gaat het op Don’t This Road Look Rough And Rocky. We komen te weten waar het schoentje knelt. Onze man moet ervandoor voor een verre reis overzee en vreest niet onterecht dat dat ook wel eens het einde van zijn romance kan betekenen. “Can’t you hear the nightbirds crying far across the deep blue Sea? While of others you are thinking, won’t you sometimes think of me?” Je voelt de bui al hangen, dit komt niet meer goed. De wenkende eenzaamheid wordt nog versterkt door lichte galm die in de kamer hangt, een echo die nog wordt benadrukt door een tweede stem. Een glansrol is hier weggelegd voor de dan nog vrij onbekende Pieter-Jan De Smet. Met zijn weemoedige falset huilt Rolands protegé mee met de brommende bas van zijn mentor.
Na de passage van De Smet zijn al na twee songs alle gasten opgebruikt. Van nu af aan is het enkel nog de meester en zijn gitaar, alone in a room. De sfeer wordt nog wanhopiger met het kale Looking For A Friend, één lange hunkering naar genegenheid. Maar het hoofdpersonage slaagt er niet in een vriendschapsband, laat staan een relatie, op te bouwen. Bindingsangst? Verlatingsangst? Wat is het verschil?
Met Taking The Midnight Train krijgen we het eerste nummer van de hand Tony Joe White. Nog drie andere nummers van diens album The Train I’m On (1972) zullen hun plaats vinden in dit donker geheel. Sterker nog, geen enkel nummer op deze plaat is door Roland zelf gepend. Voor Last Letter Home gaat hij ook vrijelijk shoppen bij onder meer het bluegrass duo Lester Flatt en Earl Scruggs (Don’t This Road Look Rough And Rocky), singer-songwriter David Blue (Looking For A Friend), r&b-zanger Percy Mayfield (Mind Is Trying To Leave Me) en The Amazing Rhythm Aces (het titelnummer). En toch voelt Last Letter Home aan als één verhaal: dat van een man die steeds verder wegzinkt in eenzaamheid en uiteindelijk op straat zal belanden.
Met het grimmige Sidewalk Hobo bereikt onze protagonist zijn dieptepunt. “He might have been a singer with a lot of promis, but cigarettes and whiskey ruined his throat.” Even denk je dat Roland hier een ironisch toekomstbeeld van zichzelf schetst, al kunnen we ons niet van de indruk ontdoen dat de songkeuze verwijst naar zijn oude vriend Tim Hardin. “He might have been a carpenter at one time in his life”, is een niet mis te verstane hint richting deze Amerikaanse zanger die de wei van Woodstock muisstil kreeg met If I Were A Carpenter. Vele jaren later verzeilde een door sloten drank en drugs aan lager wal geraakte Hardin in ons Belgenland. Hij vroeg en kreeg enkele maanden onderdak in een huis in de Brugse Poort te Gent. Bij, jawel, Van Campenhout Roland.
Dat Van Campenhout doorheen dit album zich steevast van dezelfde gitaar bedient komt het geheel absoluut ten goede. Zijn snarenspel en fingerpicking blues zijn bijwijlen ronduit verbluffend en de desolate intimiteit geeft de luisteraar het gevoel werkelijk in de klankkast van ’s mans instrument te huizen. Door zijn doorleefde vertolking heeft Roland zich de nummers geheel eigen gemaakt. Als 14-jarige thuis weggelopen van een brute stiefvader, alleen als een eigenzinnige beatnik en muzikale zwerver weet Van Campenhout waarover hij zingt. Zoals in het aangrijpende The Family: “Trouble took to daddy like dew drops take to night. Mama took to cryin’, and daddy took to wine. And I took the train outta there. Heaven help the ties that bind the family”. Als geen ander weet hij dat blues bij uitstek een universeel gevoel is en slaagt hij erin de luisteraar bij zijn nekvel én alle haartjes erop te grijpen. De beklemmende sfeer van klassiekers als Nick Drakes Pink Moon en Berlin van Lou Reed is dan ook nooit veraf. Nee, de kans dat je deze nummers zal fluiten op een zonnige zondagochtend is nogal klein.
Afsluiter Dedicated Minds is de vreemde eend in de bijt. Een pompende synthesizer laat je even in de waan dat Roland de newbeattoer opgaat, maar algauw snijden de snaren er doorheen als een mes door de boter. “Life on the earth planet is almost done, this pinball goes wrong”, of hoe het mensdom (wat een mooi woord is dat toch) zichzelf naar de Filistijnen helpt. Luchtvervuiling, oorlogsvoering, macht… De song verbindt zowaar Dylans Masters Of War met Laat Ons Een Bloem van Louis Neefs. Kortom, een buitenbeentje, net als zijn vertolker. Wie deze prachtplaat in huis wil halen zal zich wel enige moeite moeten getroosten. Last Letter Home werd nooit heruitgebracht en is enkel op cd te vinden. Maar wie goed zoekt, zal goud vinden.
Op 7 juni kan je samen met Roland zijn 80ste verjaardag vieren in HaConcerts in Gent en op 8 juni in AB in Brussel