Mauro Pawlowski is dood, leve Maurits Pauwels. Zeker nadat de Belgische muzikale duizendpoot aankondigde dat hij na twaalf jaar trouwe dienst bij dEUS andere oorden wil opzoeken.
Eens je zijn Nederlandstalig debuut als Maurits Pauwels hoort, weet je waarom hij die keuze maakte. Een troubadour vol maatschappijkritiek. Zijn ongelooflijke drang naar de eenvoud toont ons een heel ander (bijna fragiel) beeld van de Limburger.
De tekening van de zwervershoed op het binnenhoesje onthult dat we een andere Pawlowski zullen horen, het bloed dat eruit vloeit duidt er evenwel op dat we nog steeds met een zeer tegendraadse artiest bezig zijn.
Een chansonnier die niet vies is van het levenslied, zelfs de controverse niet schuwt en daarom wellicht zijn kansen verbrandt om door het commerciële milieu te worden omarmd (waarom noem je anders je debuut Afscheid In Kloten?).
Tien liedjes staan er op de plaat. De single Een Mooie Tijd die hij onlangs nog op een tweedehandssite verkocht, staat er niet op. Ze hebben allemaal iets gemeen, de teksten klinken wat verbitterd, maar tegelijkertijd hoor je een man die nog steeds in beterschap gelooft. Automatisch denk je aan Wim De Craene (dat rebellerend gedrag), en aan Boudewijn De Groot (dat genie).
De Nederlandse liedjes zweven tussen chanson en schlager, tussen de schoonheid van kunst en de onbezonnenheid van kitsch. Knipper met je vingers, maal de ingrediënten door elkaar en je bekomt klassiekers (dat zijn ze) als Wild Meisje, Klojo Uit De Regio of de ontroerende opener Hemel En Aarde.
Afscheid in Kloten? Eerder een begin met kloten!