Angus Andrew, het kloppend Australisch hart van de experimentele noiseband Liars, heeft een opvolger binnengekopt voor het zeven jaar oude Mess. Voor deze The Apple Drop werkte hij samen met avant-garde jazzdrummer Lawrence Pike en multi-instrumentalist Cameron Deyell. Ook zijn echtgenote Mary Pearson Andrew mocht teksten aandragen. Hij heeft voor het eerst invloeden van buitenaf in de studio in zijn brein laten inwerken. Het zorgt voor een album dat voor de ene een gigantische flop is, en voor de andere een verademing in hun oeuvre. Wij neigen de laatste denkpiste te volgen want Andrew weet ons hier volledig mee te nemen op zijn rollercoaster doorheen ons zonnestelsel.
Het is al zeven jaar geleden dat Liars zich nog als band etaleerde. TFCF (2017) en Titles With The Word Fountain (2018) waren vooral solo-prestaties van Andrew. Voorheen poogde hij telkenmale nieuwe methoden om muziek te maken te ontwikkelen, steeds tabula rasa makende van het verleden. Maar het is een vicieuze cirkel want nieuwe ideeën geven een diepere betekenis aan de oude die daardoor verder aan kracht inwinnen. Het mag duidelijk zijn dat Angus Andrew, die ooit optrad in een trouwkleed, niet kan beschuldigd worden van een mainstream gedachtegoed.
Opener The Start is een boeiend amalgaam van distortion en industrial met een soort menselijke ondertoon. Het lijkt een tegenhanger te vormen voor wat Claire Boucher vorig jaar deed als Grimes. De hyperkinetische tempowissels zijn vintage Liars. Dat geldt zeker voor single Sekwar met Andrew in een funny mood. ‘And I can’t figure out what I’m trying to do here, except stand around and be a dick.” Dit nummer had zomaar op WIXW (2012) gekund. Ook Leisure War past in dat plaatje zij het met meer gitaren dan ooit tevoren. Tussenin valt een traag voortschrijdend en best wel bedwelmend Slow And Turn Inward op. Minder elektronica en echte strijkers. Meer van dit graag! Dat volgt in de vorm van King Of The Crooks., een voorzichtig walsbaar nummer dat zomaar van Destroyer had kunnen komen.
Een absolute voltreffer is de aan Sebadoh verwante indierock van het heerlijk wegdromende Big Appetite. “Some of us are missing the view, drilling a poison into the roots. Why don’t you?” De finale met gierende ritmegitaar is on-Liars maar subliem. De wijze waarop From What The Never Was opbouwt van een lieflijke ruimtewandeling tot een orkestraal uitgewerkt ‘larger than life’ epos is evenzeer imponerend. Dit soort songs staat centraal geposteerd en houdt het album makkelijk op koers naar een luisterbeurt zonder al te veel averij, het is ooit anders geweest. Star Search klinkt erg ‘outer space’ en roept beelden van Battlestar Galactica op. Geen rampenplan is bestand tegen de chaos van deze intergalactische eruptie. Radiohead en Flaming Lips zijn nooit ver weg in dit melkwegstelsel.
Stevige rock haalt ons uit een roes in een erg overtuigend My Pulse To Ponder. “So it glistened in the moon when I cut your throat” klinkt natuurlijk behoorlijk opruiend. In Acid Crop scandeert Andrew de albumtitel meermaals. Het is een episch rocknummer dat het slot van de plaat erg geïnspireerd inzet. De donkere ondertoon van The Apple Drop komt hier manifest aan de oppervlakte. We horen hier Liars richting postrock evolueren.
Het album doet iets leuk met het archetypische geluid en de experimentele elektronica van de band. Andrew zag het groots. Hij wilde de luisteraar in een wormgat zuigen, de hypothetische mogelijkheid om binnen de ruimtetijd sneller dan het licht te reizen. Elke plaat was een drift naar stijlbreuken en genrevermenging. Cohesie en voorspelbaarheid waren gebannen uit het Grote Liars Woordenboek. De samenwerking op The Apple Drop houdt de teugels inderdaad strak in handen en de chaos mondt uit in deftige songs die vooral richting indierock loeren. Blijkbaar vloeit de meest beluisterbare Liarsplaat voort uit een trip vanjewelste want Andrew verving zijn kalmeerpillen door paddo’s (psilocybine). Kan het nog leugenachtiger?