Sinds Cool Dry Place (2021), het debuutalbum van Katy Kirby, die toen nog in Nashville woonde, is er veel gebeurd. Alleszins genoeg om er een hele plaat aan te weiden. De nu in New York wonende Texaanse ontdekte de vrouwenliefde. Op Blue Raspberry, het tweede album van de singer-songwriter, legt de zangeres haar diepste zielenroerselen bloot en maakt ze een exegese van haar eerste lesbische relatie. Een plaat over de liefde dus…
Erg optimistisch klinkt het album echter niet, maar dat kan aan ook aan het soms nogal monotone stemgeluid liggen, soms op het zeurderige af. Toch kan Kirby echt wel mooi zingen als ze wil, zoals ze hier en daar bewijst. Dat de composities niet altijd even sterk zijn en sommige nummers gewoon inwisselbaar, helpt dan niet. Is het omdat Kirby vanuit één blad met teksten vertrok en per ongeluk wat liedjes maakte die exact klonken als hun zusjes en broertjes?
En toch. Toch vallen er pareltjes te ontdekken op dit album. De erg fraaie gitaarpoprock van Cubic Zirconia mag dan niet onvermeld blijven, of ook het frêle gezongen Party of the Century, of nog een ronduit pakkend Salt Crystal waarbij de zangeres ons toch behoorlijk bij ons nekvel heeft. Fraaie zanglijn, sterke strijkers en knappe arrangementen.
Bij de eerste luisterbeurt hadden we album-opener Redemption Art bijna meteen afgezet. Het is ook wat wennen aan de al dan niet bedoelde ei zo na valse zang. De song sleept zich op een irriterende wijze voort met de klaarblijkelijk de ambitie om dan te ‘ontploffen’ maar dat doet het niet. Frustrerend. Hand To Hand, één van de vooruit gestuurde singles, doet het dan beter, al munt het iets te veel uit in eenzijdigheid en inwisselbaarheid. Met Wait Listen bijvoorbeeld, dat danig met de absolute verveling vrijt en al snel op de zenuwen werkt.
Ook bij Alexandria slaat de verveling al snel toe. Een wel héél lome song. Bijna denk je dat er je platenspeler op het verkeerde toerental afgesteld staat, maar het zeurderige stemgeluid van Kirby, haalt je uit die illusie.
Dan liever het veel te korte Fences, waarin Kirby toont dat ze wel degelijk erg mooi en pakkend kan zingen, de song kent een mooie opbouw, maar net als je echt in ’the mood ‘komt, is de song al voorbij na net iets meer dan een minuut.
We komen graag terug op Cubic Zirconia, net al even kort vermeld. Een instant favorietje wat ons betreft. Hier zingt Kirby zeemzoet en prachtig, vol overgave ook. Met een mooie gitaarbegeleiding, fijne percussie en mooie echoënde koortjes. Naar het einde toe breekt de song helemaal open met wat meer gitaargloed, om dan abrupt te stoppen. Kirby maakt hier veel goed voor ons. De zangeres klinkt hier een beetje als een jongere versie van Aimée Mann, en dat is wel degelijk bedoeld als compliment.
Ook met Salt Crystal kan Kirby nog wat van de meubelen redden. Kippenvel bij die pakkende zanglijn “… and why wouldn’t that be enough”, gedragen door fraaie arrangementen en strijkers. Wow!
Drop Dead is wel aardig, het titelnummer heeft een ambitie die het niet waarmaakt, en Table is een verdienstelijke voorzichtige rocker, een van de singles ook. In deze albumafsluiter lijkt Kirby echt op dreef te komen maar twee minuten later is het over en uit en heb je eigenlijk niet echt zin om de plaat nog eens op te zetten. Maar wel even teruggrijpen naar die songs die eruit springen: Salt Crystal, Cubic Zirconia en Party of the Century, misschien ook Fences. Waarom niet.
Check het album gerust zelf, misschien hoor jij er meer juweeltjes op. Wij puren er een playlist uit met die songs die de meubelen redden, goed voor een virtuele ep vol pareltjes. Ons eindoordeel over Blue Raspberry, streng maar rechtvaardig, luidt dan, eerlijk gepikt van Thomas Dolby: “She came close, close but no cigar”.
Blue Raspberry is vanaf 26 januari uit op het Anti-records label, en dra ook te streamen op de gekende platforms waar je ook de genoemde singles al vindt.