Kortrijk, ook wel K-Town, zendt zijn punkers (of b(h)oerenzonen) uit. De twee bands die deze split 7′ delen zijn gepokt en gemazeld in het lokale punkhol The Pit’s, waar wel meer bands ontspruiten die de punkrockmicrobe (of harsh noise, dat kan ook) aan de ondergrond opdringen.
Het had wat voeten in de aarde om het plaatje, oorspronkelijk zou het fysiek verschijnen op Valentijnsdag, door de wachtrijen in de perserijen te duwen. Een paar Blauwkes in hun smikkel en daar was het dan toch. De bandleden konden beginnen vouwen, bandnamen stempelen, nummertjes schrijven (een oplage van 312 en zonder fout netjes genummerd) en het ding aan de straatstenen verkopen (zes euro per stuk, daar is niemand aan geduveld want dat drinken ze niet in de Pit’s).
Freddie & The Vangrails is al enkele jaren actief, heeft twee schitterende, doorzopen punkplaten uit (Almost Really Care!!! en Never Really Cared) en een stel splitsingles (onder meer met The F’kk’n G’dd’mn Luckies en Amphetamine Penis), waarvan het merendeel op het lokale Hopvil-label uitkwam, gerund door Freddie zelf.
Bert Vandekendelaere (bas) Freddie (schreeuwen), High Heels Slut Wim (gitaar) en Sammy Vangrail (drums) rammen zes snelle nummers door onze strot (plaatje draaien op 33rpm is aangewezen, anders gaat het wel zeer snel). I Don’t Care, Bottle Of Gin, No Black Flag, het zijn maar een paar veelzeggende titels die de attitude van de band in de verf zetten. Het kan hen allemaal worst wezen, als er maar drank is. Opgenomen zoals het hoort, dus zonder franjes recht op onze muil vormen deze nummers een perfecte introductie tot Freddie & The Vangrails voor wie deze band, die ook live steevast overdondert, nog niet kent.
Röt Stewart bestaat, net als Freddie & The Vangrails, uit mannen die al in een hele resem bands speelden, de een bij al wat meer dan de ander. Het kwartet lijkt echter zijn momentum te hebben gevonden als Röt Stewart, dat voorheen slechts twee moeilijk te pakken krijgen 7’s uitbracht en toch overal optredens wist te versieren. De acht nummers die prijken op hun kant van de 7′ zijn dan ook de eerste die op een volwaardige fysieke release verschijnen (de cassettes waren eerder demo’s en liveopnames).
Bassist Maxime Rötsomer, gitarist Yannick Stewart, slager Clint Stewart en brulgorilla en linedancing zanger Pieter Stewart, alom in de streek bekendstaand als de band die “Giving Babies Ear Damage” als leuze heeft, ramt er acht nummers door die voor elke fan van Dead Kennedys verplichte kost zijn. Met een titel als Nazi Truck geeft de hoes het uiteraard ook al weg. De baslijntjes vormen telkens een opstap naar een stevige portie protohardcorepunk in snelle krakers als Generation Lose en Callcenter Meltdown. Afsluiten, na een paar minuten al, doet de band met een eerbetoon aan bandmascotte Bavo in het hilarische BBB. Niet alles erg serieus nemen, dat is Röt Stewart ten voeten uit.
PS: Voor pussy’s is deze muziek ook digitaal te beluisteren.