De op het eerste gezicht ontregelde krautrock van Geoff Barrow (Portishead), Billy Fuller (Robert Plant’s Sensational Shape Shifters) en Will Young brengt ons op hun zesde plaat langs een tweedehands markt waar we uren in kunnen verdwalen.
Eerst neemt een religieus orgel ons mee naar de zondagse eucharistieviering. Zo kunnen we even aan zelfreflectie doen voor Geoff mijmerend begint over “he’s the one”, tot een geïnspireerde Muse bas en dub drums ons eraan herinneren dat we niet in de zondagsmis zitten maar in een hervattend kraut-universum.
Terwijl een bedenkelijke God wordt overladen met “Oh oh oohs” neemt het keyboard stelselmatig de bas over en beseffen we niet meer in verheven kringen te zitten, maar los in een ander heelal, waar stoomboten baas zijn.
In The seal trekken ze dezelfde lijn door van Strawberry line, met dat verschil dat het nummer regelrecht dreigt te ontsporen, maar toch met beide voetjes op de grond blijft. De bas is heerlijk ingeolied en glijd retestrak door alle benevelde psychedelica.
Een intermezzo van onheilspellende retro en vintage klanken brengt ons naar de kringloopwinkel waar een soort van valse schoonheid op ons pad komt. Denim stevent af naar een dronkemansduet tussen Geoff en een overstuurde grungy gitaarriff. Wat nog volgt is kitscherige prog met groovy drums die klinken als Can, folkrock zoals we kennen van Crosby, Stills & Nash (Hungry are we), en het geweldig industrieel galmende Secrets dat door de NASA gemaakte synthpop kan zijn.
Met momenten een geweldige plaat die avontuurlijk genoeg is om meermaals te beluisteren. Geniet ook van het prachtige artwork dat een eerbetoon is aan een lief klein huisdiertje, RIP. Goeie tweedehandse rommel is top!
Je kan ze live bewonderen op het Cactus festival.