Met hun sonische verhalen op hun album Muurd, nam Tour ons in 2021 al helemaal enthousiast mee in lugubere moordverhalen. Ook met deze opvolger Haeivers nemen ze ons in het stilaan verdwijnende Zutendaals dialect mee in hun verhaal over gemis.
In de zomer van 2023 transformeerde de indie-/ electropopband rond songschrijver Stijn Segers een leegstaande schuur in Zutendaal tot tijdelijke studio en nam er 10 nummers op. Segers, die de songs en teksten schreef, omringde zich met bevriende muzikanten als Loes Gerits, Ciska Vanhoyland, Lotte Vanhamel, Eva Put, Myrthe Luyten, Bert Hornix en Gert Stinckens om ze uit te voeren. De strijkers werden ingespeeld door Sun Sun Sun Orchestra. Ze besprenkelden hun nieuwe tracks met country-elementen, met ‘the land’ (het land), ‘the country’ (de bütte) en ‘the people’ (de minse) in gedachten.
De songs zijn intussen te vinden op het album Haeivers, wat ‘naar huis gaan’ betekent. De nummers beschrijven dan ook het gemis naar het dorp en tekent weidse landschappen waarbij niet duidelijk is of het inlandse heidegrond is die je ziet, of toch de pampa of de prairie. Landschappen waarin nu eens mijnwerkers opduiken, dan fabrieksarbeiders, dan weer oorlogsvluchtelingen of asielzoekers. Mensen van vroeger en nu, op zoek naar een thuis.
Lieflijk. Met piano, akoestische gitaar en elektronisch gewriemel op de achtergrond. Waachten op Wind laat daarbij ook mooie mannelijke en vrouwelijke vocals horen, die samen de wind omverblazen, in deze warm omhelzende opener, die een bepaalde somberheid in zich mee draagt. As de Maw Ligge Gaeit baadt in eenzelfde warme sfeer, waarbij de piano opklarende toetsen toevoegt, terwijl de Sun Sun snaren de track ook een bepaalde zwaarte en ernst mee geven. De sombere gitaar in Allewèil, illustreert hoe een ‘zacht, klein liedje’ van veel betekenis kan zijn.
Geruus, Gedoenner ên Godgeklaog is het nummer dat ons het meest bevalt. Enorm filmisch in zijn arrangement, waarbij de woorden gedrenkt zijn in geruis en gedonder in een klaagduet tussen man en vrouw. Hoekig, traag, log en fantastisch.
Dit gezongen duet doet denken aan een spel tussen licht en donker. De twee hebben in Duur d’n Doenkele niet veel meer nodig dan gitaargetokkel om een eenvoudig nummer te laten stralen. Met een retro-synthlijntje en zuivere pianoklanken en glooiende strijkers is Bèsmer Wèchsje de ballade op de plaat. Wiegend melancholisch met klassiek aandoende violen: alles er op en er aan.
Aamérieka ademt avontuur uit! Filler, shampoo, shopping en Coca Cola… zijn dat woorden die we toch herkennen? Een ronkend countrysfeertje dreunt op de achtergrond, terwijl zacht zoemende vocals afgewisseld worden met shouts en er sonisch steeds meer mystiek wordt toegevoegd. Tot het uitwasemd tot een glorieus wedding chapel-deuntje. Dit moet wel over Amerika gaan! Het thuislied over de heimat en het gemis. Haeim klinkt soberwarm. “Denk je morgen nog aan mij?” zou de hittitel kunnen zijn van wat hier Herinner Mich Maerge heet. Een nummer dat met vrolijk getokkel de plaat afsluit.
We wéten dat elk nummer in het Belgisch Limburgs dialect Zutendaals gezongen wordt. Nochtans zou het voor ons evengoed Zweeds of Bulgaars kunnen zijn, want we begrijpen we er toch geen snars van. Toch proeven we de warme sfeer van heimwee en gemis in elke track. Een album dat met stil glinsterende schoonheid sterk binnenkomt!
Haeivers is digitaal verschenen.