Luminous Dash BE

KING HANNAH – Big Swimmer (City Slang)

Geplaagd door de lockdown is ook King Hannah maar vertraagd uit de startblokken kunnen schieten. Maar nu lijkt het oorspronkelijke indiefolkrockduo uit Liverpool toch de aandacht te gaan krijgen die het verdient. Misschien had je ze toen toch al aangestipt bij de release van hun indrukwekkende debuutalbum I’m Not Sorry. I Was Just Being Me bij City Slang, of zelfs nóg eerder, bij hun al even opvallend debuutep’tje met kleppers als Crême Brulée en And Then out of Nowhere, It Rained, prille songs die nog steeds staan als een huis.

Maar het gaat ze dus nu gelukkig meer voor de wind en ze kregen door hun eerste ‘hit’ Crême Brulée nu op hun nieuweling Big Swimmer zelfs de enthousiaste en vocale medewerking mee van Sharon Van Etten in de titelsong en This Wasn’t Intentional.

De setting van het schrijversduo is intussen aangevuld met een bassist en drummer. Maar de vocale kunsten van zangeres Hannah Merrick die springen er als vanouds uit: een diepcoole postpunk-spokenwordprésence à la Florence Shaw van Dry Cleaning enerzijds en de gracieus melancholische zangstem van een Melanie Di Biasio of Beth Gibbons anderzijds. Daarmee staat ze er volledig, met altijd relaxed dobberende zanglijnen en nergens vervallend in banale cheesy easy-listening.

Ontspannen dus beslist, maar met elf songs die vooral door hun volumewisselingen vaak ook hun bijtende weerhaakjes krijgen. In hun geheel nieuwe dynamiek wringen zich nu vooral de orkestraties van muzikale compagnon de route Craig Whittle een heel stuk meer naar de voorgrond. Met sierlijk en tegelijk vuil Neil Young– tot grunge-verwant improvisatiegitaarwerk, brengt hij de nodige diepgang en weet hij Merrick hypnotiserend tot op de huid te omkringelen tot ze wel zwevend de lucht ingaat. Een voortdurend spannende evenwichtsdans op de dunne lijn tussen fragiel en fors, waarin ook Garbage in uitblonk, maar nu vernieuwd tot de volstrekt eigen etherische wijze van King Hannah.

Het openingsnummer, regelrechte klapper, is wat dat betreft exemplarisch. Akoestisch ingeleid met bevallige akkoorden en delicaat gezongen, zij en Sharon Van Etten, en dan toch gevuld met puur afschurende energie van zodra Whittle zijn elektrische gitaar omgordt en alles wat voorafging gewoon in een andere kosmos herneemt. Het leidt uiteindelijk tot de schitterende instrumentale break waar een vlekkeloze solo van Whittle hoge toppen scheert en ze tenslotte toch mooi samen musicerend de kerk uitgaan.

Nog een klepper van dat kaliber, het zwoel drijvende The Mattress waaraan tijdens de hete onderdelen zelfs Young zich de vingers zou branden. Tal van dergelijke lange nummers zijn er nog op Big Swimmer en ze trekken voorbij als fraaie muzikale landschappen.

Regelrechte reisverhalen die groeiden tijdens het touren doorheen Europa en vooral het fascinerende Amerika; impressies en rauwe feiten als werden ze rechtstreeks vanuit hun tourbus naar binnen getrokken. De nostalgische hang naar Amerika kwam al tot uiting in olijke single Davey Says, waarin ook Whittle – uiteraard met gierende gitaar – mee aan de microfoon staat. Maar wat dacht je verder van het sinistere Milk Boy (I Love You), over de man uit Philadelphia die een wel gruwelijk sadistisch spelletje uithaalt met het kind dat op hem wacht. Verder ook nog de tweede Van Etten-song This Wasn’t Intentional, met schone samenzang tussen de twee dames, over het medelijden dat kinderen verdienen voor wat ze soms moeten meemaken. Of het schitterend desolate van Somewhere Near el Paso. Inderdaad, je waant je ineens zelf in die hete achterhoek van de VS. Of in metropool New York in New York, Let’s Do Nothing, nog zo’n slome grungesong.

Niet verwonderlijk dan ook dat beiden verzot zijn op de grote muzikale verhalenvertellers-inspirators Bill Callahan en John Prine. Daarmee herken je ineens Callahan in veel van Merricks parlando. Ze maken de diepe buiging ook bijna letterlijk: naar Callahan in de eerste regel van het serene zangstuk Suddenly Your Hand (wat een solo daarin ook weer!) en wat Prine betreft in de huiselijke afsluiter met zijn naam, de sublieme countrysong John Prine on the Radio.

Het duo van King Hannah heeft met Big Swimmer de grote stap voorwaarts gezet, zonder daarbij hun al gevormde identiteit van de begindagen te verloochenen. Terwijl hun meeslepend geluid vrijwel als vanzelf is geëvolueerd, blijven ze met de huidige soundscapes even intiem, ontwapenend en overtuigend. Ze hanteren een frisse quasi-livesound die leunt op groten uit het verleden – van de seventies tot en met indie-garagerock uit de nineties – maar één die heel natuurlijk en elegant inpassing vindt in het eigen sfeervolle King Hannah-universum. De productie staat bovendien met Ali Chant van PJ Harvey en Perfume Genius aan de knoppen op een hoog niveau.

King Hannah slaagt erin om met de vernieuwende sound in Big Swimmer onder de huid kruipen. Merrick en Whittle zijn ongetwijfeld beiden die ‘big swimmers’ uit de plaattitel. Na nauwelijks twee en een halve slag weten ze al waarvoor groots klinken staat. Een veelbelovende band dus, zonder meer.

BANDCAMP / FACEBOOK / INSTAGRAM

Mobiele versie afsluiten