Het afgelopen weekend werd in het Gentse Muziekcentrum Kinky Star ingezet met een dubbele knaller voor een vol huis. Op de planken: het opstandige collectief met de besluiteloze bandnaam Yesnomaybe – een roepnaam onttrokken aan Little Britain nemen we aan – en de zeskoppige post punk formatie Suncreek. All the way from Ieper.
Na ruim 25 jaar Kinky Star ben je wel een en ander gewoon, maar vrijdagavond werd eens te meer bewezen dat ter hoogte van Vlasmarkt nr. 9 de gebruikelijke gang van zaken niet noodzakelijk àltijd de gebruikelijke gang van zaken hoeft te zijn. Zoals een support die een kwartier langer op het podium staat dan de headliner. Zoals een headliner die de looks heeft van een softe seventies band maar dan zonder verpinken uitpakt met even trefzeker-potige post punk. Expect the unexpected was vrijdag het devies.
De opwarmer van dienst Yesnomaybe mag dan (nog) geen grote naam annex faam hebben, dat hield de band niet tegen om zelfverzekerd de volgelopen club tegemoet te treden. Aangevoerd door een frontman met vogelnestcoupe, schorre stem, flink wat branie en een uitgesproken voorliefde voor skaten te oordelen aan de tattoos.
De gemiddelde leeftijd van de groepsleden mag dan aan de lage kant zijn, ze beheersen het merendeel van de truken van de foor die opgesteld staat tussen grunge en punk verrassend goed. Klinkt bij momenten als een verre echo van Soul Asylum (So Happy), om dan even later over te schakelen naar weerspannige high speed betonpunk genre The Exploited (Fuck The Police). Ze komen met alles weg. Zelfs met een hardcore versie van Broeder Jacob, de enige ‘cover’ op de playlist. Die spielerei fungeerde als vrolijk chaotische aanloop naar Beaty, een van de betere nummers.
Yesnomaybe oogt in zijn geheel als een rommeltje maar schijn bedriegt. De jonge band schakelt moeiteloos met hard/zacht – schema’s, voldoende variatie om de aandacht gaande te houden, en heeft in korte tijd meer dan één sterk nummer bedacht. Om verder in de gaten te houden, zeer zeker. In de rangen schuilt iets dat vaak ‘potentieel’ wordt geheten. Voor ons: veeleer yes dan no of maybe. Het Kinky publiek ging alleszins meer dan eens collectief uit zijn dak. En kreeg een bisnummer voor elkaar, dat is niet ieder voorprogramma gegund.
De aimabele jongens van Suncreek, aangevoerd door een boomlange zanger met forse snor, gooide het over een volledig andere boeg. Eentje van meer gestroomlijnde orde. Op één nummer na werd het gehele debuutalbum Funeral party and other sad songs (2020) er in hoog tempo doorgejast. Het album waarvan de promotour nog integraal getorpedeerd werd door het virus maar dat de band wel een ticket gaf voor Humo’s Rock Rally van vorig jaar. De band strandde in de halve finale.
Zoals eerder gemeld: schijn bedriegt. Suncreek doet qua looks, instrumentatie en bezetting – zes bandleden! – denken aan een groep uit de seventies maar dat verhindert niet dat de band net zo fors galmt als The Cure en andere new wave iconen van vier decennia geleden. De zanglijnen van Thibault Doise doen trouwens sterk denken aan de vocals van Robert Smith. Het nummer Funeral Party op de Suncreek-playlist is echter géén cover van het gelijknamige Cure nummer. Straffe song, dat wel.
De overige nummers op de playlist van vrijdagavond waren nieuw en worden binnenkort in de studio worden ingeblikt. Alle noviteiten doorstonden zonder veel moeite de live test. Een flitsend Now Or Never halfweg de show maakte nog de beste beurt. Zeer af, Interpol op zijn West-Vlaams.
Na een enthousiast onthaald Funeral Party werd afgesloten het tweeluik Palmer en Taran. Twee maal nieuw, twee maal dik OK. Als de energie van het podium ook op de tweede langspeler gevat kan worden, dan wordt het een album om naar uit te kijken. Anyway: goed bezig & wordt vervolgd!
YESNOMAYBE: Facebook – Instagram
SUNCREEK: Facebook – Instagram