Opeth, ons favoriete ‘progressive deathmetal’-combo, kwam nog eens vanuit het verre Zweden naar ons land afgezakt voor wat ondertussen de zesde keer AB geworden is. Voor ons het sein om in zes bedrijven uit de doeken te doen waarom de afwezigen keihard ongelijk hadden en dit derhalve nooit meer kunnen goedmaken. Maar laten we met een vrolijke noot beginnen… Excuseer, vrolijke noten in deathmetalkringen? Absoluut! Een bloemlezing, in zes delen dus.
1. Opperopether Mikael Åkerfeldt is niet alleen een veelzijdig zanger/grunter en begenadigd gitarist, maar tevens een onvervalste standup comedian. Ooit al een Zweedse metalgitarist het podium zien betreden voorzien van een zomers Spaans hoedje? Dit was jouw kans. Het is een publiek geheim dat de fans Åkerfeldt uit zijn kot willen lokken. Hij moedigt het ook aan want hij laat met opzet stiltes vallen tussen de nummers, prult wat aan zijn gitaar en daagt de roepers en brullers in de zaal uit.
Zijn Spaans hoedje zorgde al meteen voor de nodige ‘buenas noches’ waarop hij vakkundig met ondermeer ‘muy bien’ riposteerde. En dan dit: “In Spanish speaking countries fans tend to call me Mikaelito. The rest of the world refers to me as…. God.. I shouldn’t have said this, it is a bad thing for my already inflated ego.” We komen later nog terug op het aspect humor. Een vrouw die op de eerste rij even wilde controleren of ze niets gemist had op haar smartphone mocht het meteen uitleggen. Niet dat ze daartoe de kans kreeg want Åkerfeldt boomde rustig door over zijn special edition lp van Dzjengis Khan die hij in Brussel voor 200 euro had gekocht en een betere investering blijkt dan voor 200 eur zwaar bier te drinken. “At the end of the day you piss it all out.”
2. Voor deze tour met het trio The Vintage Caravan in het voorprogramma werd gekozen voor een ‘larger than live’ high tech visuele backdrop waarbij mellotronist en keyboardspeler Joakim Svalberg, drummer Martin Axenrot en de weergaloze bassist Martin Mendez ergens in de bergen stonden te musiceren waarbij de vallei onophoudelijk geteisterd werd door zandstormen, verwoestende regenzones en allesvernietigende bosbranden. De visuals liepen door onder de muzikanten die soms in een draaikolk van special effects gezogen werden. Åkerfeldt had het over ‘fancy screens’. Onverdeeld gelukkig waren we niet want het beoogde effect verdween naderhand vaak in een waas van arty farty kleurschakeringen die nog maar weinig te maken hebben met de aardedonkere gloed die pakweg de hoezen van Morningrise en Blackwater Park op behoorlijk lugubere wijze etaleerden. Maar was dat niet het opzet van deze tour? Tegendraads tekeer gaan en de fans grondig testen?
3. Opeth heeft in een tijdspanne van 13 platen en 29 jaar 20 muzikanten in de gelederen geteld. Het huidige kwintet staat er wel al een tijdje en lijkt onaantastbaar te zijn geworden sinds de grunts uit de studio verdreven zijn. Wat de band zo atypisch maakt voor het metalgenre is het consistent gebrek aan clichés. Geen geheadbang, geen rondhossende bassist. Mendez blijft als een zoutpilaar op zijn ivoren heuvel staan. Åkerfeldt zet geen stap teveel naar links noch rechts. Svalberg blijft een fenomeen achter zijn batterij keyboards en zijn warme mellotron. Fredrik Åkesson tenslotte staat terecht in de spotlights want rijgt de ziedende riffs aaneen zoals een suikerspinmachine barbapapa’s uitspuwt op jouw lokale kermis.
4. Maar laten we het ook een keer over de muziek hebben. Daar valt overigens behoorlijk veel over te zeggen. Opeth bracht net haar nieuwe – en laten we eerlijk zijn, ondermaatse – plaat uit, In Cauda Venenum. Een fonkelende sterrenhemel en Livets Trädgärd vormden de aanloop naar een nochtans bezielde versie van het nieuwe Svekets Prins. Duizelingwekkende projecties en een spervuur aan progrockinvloeden met een loodzware knipoog naar de vroege jaren ’70 stonden symbool voor de richting die Opeth onmiskenbaar is ingeslagen. Progressief als nooit tevoren maar de death metal is voorgoed vervangen door seventies rock. De set leek hierdoor vaak op een rockopera maar dan wel op een goede manier want er hing een constante spanning en Åkesson en Åkerfeldt stonden bijzonder strak te spelen.
Mikaelito was ook bijzonder goed bij stem. Een dikke pluim voor de geluidstechnici die een huzarenstukje afleverden en een loodzware sound in de mix gooiden met de zang als extra wapen in de frontlinie. De nieuwe plaat is in het Zweeds gezongen wat de ‘shitload’ aan Zweedse termen in dit verslag verklaart. Ook de vooruitgeschoven single Hjärtat Vet Vad Handen Gör was erg onderhoudend maar het waren vooral verrassende oudjes die met de wierookstatus gingen lopen.
5. Opeth grossiert tijdens concerten in apocalyptische benaderingen van de stevige oplawaais die Åkerfeldt omschreef als ‘obscure songs’. De grunts hoorden we gelukkig al vroeg in de set tijdens het meesterlijke The Leper Affinity van meesterwerk Blackwater Park. Tien minuten genialiteit van het zuiverste zwartwater. De verstilde outtro op piano klonk ritueel en was de perfecte aanzet tot erg verrassende keuzes op de setlist. Mikael legde uit dat de band altijd al het predikaat – en dan bulderde iemand in de zaal – DEATH METAL – opgekleefd kreeg, maar dan op een obscure manier. En dan liefst nog met een agressieve ondertoon. Hij wilde de fans testen door tijdens deze tour niet voor de hand liggende songs te brengen. Nepenthe is er zo eentje. “You all know that song on a record you consider as bullshit. Then you see the band perform it live and you are impressed. When returning home you listen to the song on the record again… Still bullshit!”
Een absoluut hoogtepunt in de set was een track van Pale Communion dat hij als uiterst complex en vocaal lastig omschreef. Moon Above, Sun Below is inderdaad een obscuur nummer dat alweer pure progrockvezels ontrafelt. De AB was danig onder de indruk en Åkerfeldt kreeg de lachers weer op de hand toen hij stelde dat het ene nummer obscuurder is dan het andere. “There are different degrees in hell.” Van de hel naar de hemel dan toch met het luidkeels aangemoedigde en van klassieker Damnation geplukte Hope Leaves. “The deathmetal band that made an album full of ballads and perfectly got away with it”.
Nieuwtje Allting Tar Slut was het slut eh slot van de reguliere set, klonk fraai en was visueel erg opwindend. De band bedankte de shitload aan fans die alles de moeite waard maken en kwam terug voor een ijzersterk en machtig duo in de bisronde.
6. Een visuele eruptie ondersteunde het stuwende Sorceress dat wel eens een blijver kan zijn in de “tours to follow”. Åkerfeldt onderstreepte meermaals dat hij met zijn band op alle vlakken een absoluut buitenbeentje in de metalwereld blijft. Het was eerder achteraan in de zaal dat ritmisch handengeklap en oerkreten opdoken. De voorste rijen genoten in trance van al het fraais. Geen enkele doorsnee gitaarband komt weg met onderbrekingen en dialogen met het publiek. Een Opeth-set smeekt net om dit soort theater. Geen andere band kan het zich veroorloven oersongs als Demon Of The Fall en Ghost Of Perdition uit de setlist te houden.
De genialiteit lag tijdens dit optreden in de dualiteit van de twee geschetste werelden. Verrassende nummers en een paar epische krakers werden versmolten op een weldoordachte manier. De obscure nummers gingen alle kanten op maar werden met de precisie van een atoomsplitsing gebracht. Kippenvel iemand? Deze bijzondere avond werd overigens op meesterlijke wijze afgerond met dé ultieme deathmetalsong. Geen enkele metalsong heeft de impact van het titelnummer en slotnummer van de hardste Opethplaat ooit. Deliverance is een nummer dat een kwartier lang de essentie van een genre op hallucinante wijze symboliseert. Beste metalsong allertijden. Als het al metal is. Misschien eerder obscure religie. In Cauda Venenum. Het venijn zat dus in de staart.