Na een jaar vol ongeduld, uitstel en stilte kwam Spinvis eindelijk zijn nieuw album 7.6.9.6. presenteren in de Ancienne Belgique. Met zijn poëtische eigenzinnige neo-kleinkunst heeft de man een aardige fanbase vergaard; zowel in de Nederlanden als het Vlaamse landschap eronder. Zo was de AB box tot op het randje gevuld met dansende, dromende en zingende liefhebbers. Spinvis zelf leek even hard weg te dromen als zijn publiek.
Na een openingsnummer, samengesmolten met Raymond van het Groenewoud’s Twee Meisjes Op Het Strand, begon Spinvis met veel nadruk en handgebaren te vertellen. Twintig jaar geleden waren ze voor het eerst in de Ancienne Belgique: Spinvis en zijn vijfkoppige ondersteunende band vol multi-instrumentalisten. Naast de gewoonlijke drum, bas en gitaar telden we nog cello, viool, trombone, keyboard en trompet. Daarna zijn we gestopt met tellen. Wat ons ook opviel was dat elk bandlid vlekkeloos hun instrumenten kon combineren met zang. 18 november 2021 staat in ons dagboek gegrift als de eerste keer dat we een cellist zagen zingen; rechtstaand en met een keyboard binnen handbereik. De laatste keer dat we omver geblazen werden door zo’n niveau van multi-instrumentalisme was tijdens Half Moon Run.
In combinatie met de parlando manier van zingen, was het soms moeilijk om te onderscheiden waar de nummers stopten en de verhalende intro’s begonnen. Misschien hoeft dat onderscheid dat ook helemaal niet. Het verhaal stopte dan ook niet bij het beginnen van het nummer, maar werd gewoon lekker verder verteld. Dit keer gewoon met een hoop instrumenten erbij. Eén van zijn verhalen beschrijft hoe hij ooit ingehuurd was om Op Een Ochtend In Het Heelal te spelen op een tram. Deze viel stil door een computerfout, en ze hebben er uiteindelijk drie kwartier vast gezeten. Een ambtenaar kwam hen iets vertellen dat hij alleen nog maar in films gehoord had: “Blijf spelen, blijf spelen! Geld speelt geen rol!”. Een bariton stem uit het publiek vatte vlak voor het applaus het nummer zeer goed samen: “Mooooooooi!”
Elk nummer is wel een beetje een liefdesgeschiedenis volgens Spinvis. Artis gaat zo over een koppel die uit elkaar gegaan is, maar elkaar elke zeven jaar zien in Artis om te vertellen wat er allemaal gebeurd is in hun leven. Stefan en Lisette is een heel soort ander liefdesverhaal. Spinvis denkt niet dat ze ooit het bed hebben gedeeld. Ze zijn gewoon altijd bij elkaar, en dat is ook een vorm van liefde. Saartje de cellist moest de tekst even influisteren, want Erik’s geheugen begaf het al bij de start van het nummer. Dan zong Saartje de tekst even door de microfoon, want het verwaaide hoofd van Erik bleef maar zoeken naar de tekst. Ook het publiek zong het hem even voor, en ook dat is een vorm van liefde.
We zeiden al eerder dat Spinvis even veel lijkt weg te dormen bij zijn muziek als zijn publiek. Nu bleek dat hij er ook even gemystificeerd door is. Hij wist ons te vertellen dat Trein, Vuur, Dageraad een metafoor is voor jezelf. “Jij bent de trein. We zijn allen de trein. Je bent wie je worden gaat, maar ook wie je geweest bent. Die trein, die rijdt tussen de eeuwigheid en de liefde. Nou, toen ik het schreef was het volkomen helder“. We kunnen met trots zeggen dat we het nummer even goed snappen als Spinvis zelf.
Met een soort wiegenliedje stelde Spinvis nog even al zijn bandleden voor. Daarna werden ze allen onder enthousiast applaus van het podium gejuicht. Onder dwingend applaus werden ze tot tweemaal toe terug geroepen. “En nu heel de avond doorspelen”, grapte iemand achter ons. Ook voor ons mocht de band doorspelen, heel de nacht. Voor altijd. Dan zouden we daar nog steeds te dromen staan. Na Oostende drukte hij ons nog een klein stukje tekst op het hart: “Reis ver, drink wijn, denk na. Lach hard, duik diep. Kom terug“. Toen bukten ze nog voor een laatste keer en kwamen ze niet meer terug.