Dat de Schotse KT Tunstall wéét hoe een fijn rock ’n roll-feestje neer te zetten, weten we ondertussen. De zangeres bewees dat met verve tijdens haar bezoekjes in 2017, als opwarmer voor Simple Minds in Oostende en Brussel, en vooral op haar solo-show in een volgepakte Botanique waarbij ze het publiek met een gelukzalig gevoel naar huis stuurde. Toen de komst van la Tunstall naar Het Depot werd aangekondigd, was er dan ook géén twijfel: hier moesten we sowieso opnieuw bij zijn!
Flamboyante Katie deed meer dan bevestigen met een ongelooflijk energieke set die op momenten het midden hield tussen stand up-comedy en een rock show, al stond de muziek natuurlijk wel centraal. Leuven zong mee en danste, ook nu wist de charmante Schotse er een feestje van te maken. Tunstall toert met haar jongste album Wax (2018) dat samen met Kin (2016), haar vorige plaat, en de nog te verschijnen opvolger een drieluik vormt. Natuurlijk kwamen die albums aan bod, plus een flinke greep uit publieksfavorieten. Of wat had je gedacht?
Vooraleer KT Tunstall aan haar set begon, liet Leuven zich gewillig betoveren door het wonderlijke stemgeluid van Laurel Mae Arnell-Cullen, aanstormend talent uit Southhampton, kortweg Laurel. “Ik ga wat liedjes uit mijn nieuwste plaat spelen, mijne enige album eigenlijk”, grapte Laurel (Dogviolet, 2018). Zichzelf begeleidend op elektrische gitaar, wist deze wat hese versie van Heather Nova zonder veel moeite menig Leuvens hart voor zich te winnen. Met die lichtjes gebroken stem van haar en de kleine fijne liedjes zoals Love Sick, Hold Tight, Same Mistake en Life Worth Living – onze instant favoriet – lukte dat gemakkelijk! Wij gingen alvast voor de bijl. Om verder in de gaten te houden, deze Laurel.
De podiumopstelling deed vermoeden dat Katie Tunstall blijkbaar nu een ‘echte’ band rond zich verzameld had, of zou ze gewoon van hot naar her rennen en als ‘one woman band’ van weleer haar gekende loopjes maximaal op ons los laten? We achtten haar ertoe in staat.
Toen even over halftien Mickey van Toni Basil (ja, wij waren dat one hit wonder uit 1982 ook ei zo na compleet vergeten) door de PA werd geblazen, bleek dat Tunstall zich van ‘one woman band’ heeft getransformeerd tot ‘all women band’. De dames kwamen een na een op, Katie als laatste. Luid applaus en de band barstte uit in een vurig, lekker rockend In This Body, dat veel urgenter klonk dan op de albumversie. Die nieuwe plaat is zeker niet slecht, maar ook nummers zoals Backlash & Vinegar, de rocker Little Red Thread en het bluesy Dark Side of Me kwamen live nu beter tot hun recht en met haar nieuwe live band deed Tunstall een gouden zaak: topmuzikanten. Ach, Neil Young wist het al lang: “live music is better, bumper stickers must be issued”.
Een ronduit prachtig gezongen Other Side of the World (uit Eye To The Telescope, 2005) zat al vroeg in de set, een uitmuntend Saving My Face (Drastic Fantastic, 2007) zat dan weer in de staart van de show. “De wereld is compleet dolgedraaid. En ik wil het niet eens hebben over wat er gaande is in de UK!” riep Katie, “gelukkig ben ik hier, in België. Voor de eerste keer in Leuven!” Applaus natuurlijk en The River, de knappe single uit de jongste plaat werd ons geserveerd. We waren ook blij om Ummannaq Song (Tiger Suit, 2010) te horen, Tunstall’s ‘verslag’ over de cruise naar Groenland die ze toen samen met enkele wetenschappers maakte. “Ik vroeg me soms af, of ik niet hun studieobject was” flapte de zangeres eruit. Katie wilde ons ook een Schots woord leren en zo leerde Leuven dat ‘Jobby’, het Schotse woord voor ‘Shit’ is. “Zijn er mensen die zich wat Jobby voelen? Geef toe dat klinkt toch veel beter, klinkt op slag of het allemaal zo erg niet is, toch?”, aldus Tunstall.
Wanneer de andere dames het podium verlieten, bracht Katie erg mooie akoestische versies van Feel It All met het publiek als gewillig koor en een bloedmooi Heal Over. Het vrolijke niemendalletje Ashes sloot dat akoestische moment af.
En toen stak Tunstall het verhaal af van hoe ze destijds mocht aantreden bij ‘Later with Jools Holland’, daar bracht ze toen, solo, met de fameuze loopjes die haar kenmerk werden, haar allicht bekendste nummer. Of hoe Katie ons nog eens vergastte op de loopjes en pedalen, en een feestelijke Black Horse And The Cherry Tree was ons deel. Halverwege viel de band in, Katie vroeg of we van de blues hielden en koppelde er een gejaagd en geslaagd Black Betty van Ram Jam aan vast, om dan naadloos terug tekeren naar ‘Black Horse’. Wow!
Een van onze favoriete momenten zat bijna helemaal aan het einde van de set, een beklijvend The Night That Bowie Died (Wax, 2018), Katie’s persoonlijke tribuut aan held David Bowie. Erg mooi! Rond de klok van elven klonk Saving My Face, opgedragen aan het publiek, dan als slotakkoord.
Maar Leuven wilde meer, Tunstall ging daar graag op in met een bijzonder energiek en vinnig Push That Knot Away. Daarna volgde een lofrede aan het adres van dit land, waar de zangeres naar eigen zeggen nu toch al vijftien jaar komt. En ook: “Bedankt om livemuziek te steunen, om in plaats van thuis voor de tv te zitten, naar dit concert te komen!”. Tunstall voegde eraan toe dat we ook in een pub hadden kunnen zitten, met een goede coverband. “Maar laat ons nu even die tribute band zijn” grapte Katie en Heaven’s A Place On Earth van Belinda Carlisle werd ingezet.
Nog was het niet gedaan en we werden getrakteerd op publieksfavoriet Suddenly I See, klopt dié hadden we nog niet gehoord! “Suddenly I see, this is what I wanna be” klonk door menig Leuvense (en die ene Schotse) keel maar dan was het echt over en uit. En op de tonen van Cindy Lauper’s Girls Just Wanna Have Fun verlieten de dames het podium.
Dat de dames er zelf effectief plezier aan beleefden, dat betwijfelen we geen seconde. Dat het publiek er pap van lustte nog minder. Wie er bij was vrijdag, is zeker opnieuw van de partij wanneer de zotte Schotse opnieuw in het land is. Wedden? Tot dan!
Foto’s (c) Marc Timmers