Luminous Dash BE

HOMMAGE ARNO Oostende, Kursaal (22/06/2023)

We hadden al veel goeds opgevangen uit de AB over de hommage concerten ter nagedachtenis van de betreurde Arno Hintjens. Er zat schwung in, er was een duidelijk plan, het was een mooi gebeuren, de lach en de traan (zoals Arno het zelf steeds zei)… Enfin, de geruchten die ons bereikten waren hoopgevend voor de concerten in het immer prachtige Kursaal op de zeedijk van Oostende. Beide shows waren uitverkocht, net als de twee in de AB. Dat voorspelt heel vaak iets goeds.

Er waren vier hommage concerten, wel steeds in een licht gewijzigde setting. Mét Adamo, zonder Adamo. Mét Wim Opbrouck, zonder Wim Opbrouck… In de aanloop naar de hommage concerten was dat wat verwarrend maar de uitleg die we hierover kregen, is eigenlijk ook gewoon poepsimpel: van een concert kwamen er twee. En van twee kwamen er vier. En niet alle artiesten konden zich vrij maken voor de vier concerten.
Jane Birkin diende forfait te geven voor alle vier de concerten door gezondheidsredenen.
Zwangere Guy moet zowat de kroon spannen qua inspanning om er wél zoveel mogelijk bij te zijn. Op 17 juni stond hij in de namiddag nog op Pinkpop in Landgraaf (NL) om ’s avonds doodleuk het podium op te komen voor zijn versie van Putain Putain in de AB te Brussel. ‘Slechts’ twee uur rijden maar iedereen die een beetje met muziek bezig is, weet dat dit geen vanzelfsprekendheid is.

Pieter-Jan De Smet

Tot zover wat ons ter ore kwam.

Donderdagavond, 22 juni, zaten we in de mooie, comfortabele pluchen zetels in het Kursaal, de avond kon voor ons starten. We zouden het nu zelf zien, horen en proeven.
De aftrap kwam er door middel van een filmpje, Ostend Dub, dat werd afgespeeld op het witte doek. Deze en alle andere beelden die doorheen de avond werden vertoond, zijn van de hand van Danny Willems. We zien Arno in verschillende poses en de o zo typische sound grijpt ons al gelijk bij de strot.

Het doek ging na het filmpje omhoog en daar stonden ze. De vaste band van Arno zonder hun geliefde frontman.
Met de vaste band bedoelen we de band die op het laatst Arno’s formatie vormde: Mirko Banovic (bas), Bruno Fevery (gitaar), Sam Geysel (drum) en Tomas Vanderplaetse (toetsen). Maar iedereen weet dat het lijstje muzikanten waar Arno doorheen zijn leven mee samenwerkte uiteraard veel langer is.

Even zagen we de broosheid bij de band of we beeldden het ons in… Want oorverdovend werd Le Java ingezet en niemand minder dan Pieter-Jan De Smet kwam het podium op gestoven als door een bij gestoken. Het kletterde, het beukte, het rockte… De toon werd gezet en we werden vanaf het eerste nummer uit onze sloffen geblazen.
We kennen PJDS al geruime tijd maar wat hij hier liet zien, hebben we op nog geen enkel album van hem teruggevonden. Wat. Een. Beest.

Marie-Laure Béraud

Eens PJDS het stof van de speakers had geblazen was het de immer charmante en charismatische Marie-Laure Béraud die ten tonele verscheen. Zij is de moeder van Arno’s kinderen. Sinds de start van hun relatie tot de laatste dag van Arno’s leven, zijn ze steeds met elkaar verbonden gebleven. Arno had het grootste respect voor haar en zij had geaccepteerd wie Arno was en hoe hij wou leven. Als mensen uit elkaar gaan is dat spijtig en pijnlijk. Maar mevr. Béraud bleef af en toe nummers voor hem schrijven om maar iets te zeggen. Ook vanavond was ze present.
Als eerste nummer nam ze Mourir A Plusieurs voor haar rekening. In een mooie en gladde versie. Wat is en blijft zij toch een klasbak van formaat. Is er eigenlijk iets dat zij niet kan?

Jan Paternoster & Mirko Banovic

Meteen na de passage van Marie-Laure was het Jan Paternoster die zich opmaakte voor zijn versies van I Can’t Dance en With You. Jan was hier duidelijk niet om de hoop te vullen. Jan was er om het dak van het Kursaal te blazen maar omdat dit bouwtechnisch gezien niet kan en mag, eiste hij dat iedereen recht stond en weigerde om toe te geven aan het comfort van die rode, pluchen zetels. De toon was gezet. De hele zaal stond voor een eerste keer in brand en zowat iedereen veerde uit zijn zetel. Jammer voor de fotografen van dienst die dachten foto’s te maken uit een comfortabele zetel maar tegelijk bijzonder warm aan het hart.

Jan Paternoster

Het dak was dan wel niet van het Kursaal wanneer dhr. Paternoster terugkeerde naar de coulissen, het heeft minstens bewogen. Haal er een ingenieur bij, hij zal dat bevestigen. Erewoord!
Gelukkig was daar PJDS alweer met de prachtige song Marie Tu M’As. Dit kenden we dan weer wel van hem: een song zo mooi neergezet dat we het zelfs niet eens konden zien als intermezzo, rustpauze of wat dan ook. Die song staat op zichzelf en PJDS bracht deze op een meesterlijke manier.

Pieter-Jan De Smet

Nadat Pieter-Jan De Smet was verdwenen van het podium, verscheen Wim Opbrouck. We moesten er maar aan gaan wennen dat we klasbak na klasbak zouden zien passeren. Wim was ook met een missie naar het Kursaal gekomen. Het dak moest er van hem niet af (Wim is een bijzonder aimabel en minzaam man) maar hij verwachtte wel een feestje. En dat zette hij in met het nummer Je Veux Nager. De pluchen zetels hadden alweer geen enkel nut meer want iedereen stond recht en danste de reggae, funk en ska van zich af.
Moesten we niet beter weten, je zou gedacht hebben dat De Dolfijntjes aan het werk waren. “Allez allez, bouger bouger!” Maar we wisten wel beter. Wim heeft Arno ontzettend graag gezien en dit was zijn manier om ons dat te tonen. Wat een feest! Meteen gevolgd door Tango De La Peau. Dubbel feest dus!

Wim Opbrouck & Adriano Cominotto

De laatste noot was nog niet helemaal uitgestorven of daar hoorden we de intro van Vive Ma Liberté. En alweer komt PJDS plaatsnemen achter de microfoon. Hoeveel persoonlijkheden heeft deze man eigenlijk? Wat een stomende versie bracht hij van deze Arno-klassieker. Chapeau en respect!

Vervolgens kwam Patricia Kaas een eerste keer het podium op. Ze bracht haar versie van In My bed. Wat een knappe verschijning van bijna 57 lentes is deze Française toch. Maar nog zo veel meer dan dat! Haar inleving in het nummer, haar gedrevenheid en betrokkenheid waren voelbaar tot in de diepste vezels van ons vege lijf. Enkel haar stem + piano. Kippenvel op de ziel. Zo’n moment werd het. Echt adembenemend.

Patricia Kaas

We waren nog niet goed en wel bekomen of Stef Kamil Carlens was al aan de beurt. Met het bijzonder mooie nummer Lonesome Zorro. Kan dat eigenlijk – wetenschappelijk gezien – kippenvel op je kippenvel krijgen? Misschien wetenschappelijk niet maar wij – en vele mensen die aanwezig waren – weten wel beter. De wetenschap heeft niet altijd gelijk, zoveel is duidelijk.

Stef Kamil Carlens

Nu de muzikale bende ons dan toch had waar ze ons wou hebben, konden ze er nog een schepje bovenop doen. Hoe? Gewoon door ons terug te katapulteren naar de tijd van de legendarische band Charles et les Lulus. Uit het niets zaten daar plots Roland van Campenhout en Adriano Cominotto en de intro van Drink Till I Sink weerklonk door de zaal. Heel wat flarden beeld en muziek passeerden in ons brein. Wat een goddelijke tijd was dat toch, die begin jaren ’90.
Vlekkeloos gingen ze met hun tweetjes over naar het nummer Eyesight to the blind. Oorspronkelijk van The Who maar tig keer gebracht door Arno en Roland. En wie kwam de band vergezellen met zijn saxofoon? Peter Hintjens, broer van. Wondermooi!

Peter Hintjens

En alsof het allemaal niets was, verscheen daar Beverly Jo Scott om aan te sluiten met de nummers Rhytm Of The Sea en Ants In My Tea. Nog steeds een stem als een klok, nog steeds in stijl zoals enkel BJ dat kan. Roland & Bj Scott, veel meer blues in- en uitademen is quasi onmogelijk.

Roland, BJ Scott, Adriano Cominotto
BJ Scott

En dan kwam, alweer, PJDS ten tonele om samen met BJ Scott Jean Baltazaarrr te brengen. Weer een andere stijl, nu in duet en alweer flikte Pieter-Jan het hem, quasi met de vingers in de neus. Arno zei ooit tegen PJDS dat hij wereldmuziek maakte maar het niet besefte. En postuum kunnen we Arno alleen maar gelijk blijven geven: die PJDS kan zowat alles aan.
Beverly Jo Scott blijft goed in wat ze altijd heeft gedaan. Of het nu op zichzelf was, met Roland of met nog anderen… zij heeft altijd gebracht wat je verwachtte van haar. Maar dan in de best mogelijke vorm.

Vervolgens was Melanie De Biasio aan de beurt met het nummer Elle Adore Le Noir. Il faut le faire… Zo mooi en gevoelig gebracht. Intiem ook, mede door de speciale verlichting. Als in blauwe achtergrond en één rode lamp die uit het plafond naar beneden zeeg tot net boven haar hoofd. Alweer lastig voor de fotografen maar o zo mooi. Twee micro’s in de hand, eentje op statief en eentje los. Die tweede micro los in de hand deed dienst op het moment dat ze haar statief verliet en helemaal opging in het nummer. Pure klasse.

Melanie Di Biasio

En daar was Stef Kamil nog een keertje. Deze keer met het nummer Living On My Instinct. Stef Kamil heeft Arno goed gekend maar toonde hier ook dat hij de muziek begreep van Arno. We vermoeden zelfs dat zij onderling een nog niet ontdekte taal spraken: muziek. Het enige dat we over die taal weten is dat er veel wordt gezwegen en veel wordt begrepen.

Van klasbakken gesproken, Stephan Eicher kwam het podium voor het lied Ils Ont Changé Ma Chanson. Als dan ook BJ Scott komt meezingen, krijg je een superleuk – maar ook perfect uitgevoerd – nummer.

Stephan Eicher

En daar was Patricia Kaas voor de tweede keer met het immens intieme nummer Take Me Back. Maar als je dan dacht dat ze je daar al bij de strot had, dan was je nog niet thuis. Want na dit nummer kwam er een doek naar beneden en voor dat doek kwam ook het alom gekende neon lampje in de vorm van het woord Vivre uit de lucht nedergedaald. Het lampje, ontsproten aan het brein van Danny Willems, was wel degelijk het originele bordje dat bij Arno op het podium hing toen de man, doodziek, zijn allerlaatste concerten afwerkte. Serge Feys zette de eerste noten in van Les Yeux de Ma Mère en pas dan kon je spreken van bij de strot gegrepen worden… Patricia Kaas was bijzonder toonvast maar soms niet helemaal mee met het ritme. Maar eerlijk? Dat toonde aan dat Patricia ook maar gewoon een mens is want het was duidelijk dat ze enorm geëmotioneerd was tijdens haar zangpartij. Op zo’n momenten mag je gewoon even breken, dat toont enkel maar aan dat je daar puur staat, eerlijk, humaan.
Op dat eigenste ogenblik kroop mevrouw Kaas nog iets dieper in ons hart.

Patricia Kaas

Met de ogen nog vochtig ondergingen we hoe Stijn Meuris het podium op stormde met wat zowat de meest beukende TC Matic song ever moet zijn: Parrot Brigade. Meteen gevolgd door een al even legendarische HaHa. En wie ramde zijn gitaar daar helemaal aan gort? Jean-Marie Aerts! Het was al een hele tijd geleden dat Jean-Marie nog eens in de openbaarheid trad na gesukkel met de gezondheid. En kijk, we hoeven daar niet flauw over te doen: de enige echte Jean-Marie Aerts, samen met Serge Feys, Ferre Baelen en Rudy Cloet zorgden ooit voor die unieke sound van TC Matic. Zonder één van die schakels had TC Matic anders geklonken. Maar die gitaar van Jean-Marie…, het deed zo goed ze nog eens te horen! En te voelen in de onderbuik. We love you Jean-Marie! En Stijn! Want ook hij smeet zich volledig in de twee songs. Alsof er zijn leven vanaf hing. “The pleasure is all mine” wist hij het publiek te vertellen. Maar dat was het niet, beste Stijn. Het was minstens evenveel onze “pleasure”.

Stijn Meuris

Sereen kwam Marie-Laure Béraud weer ten tonele. Voor haar eigen interpretatie van Il Est Tombé Du Ciel. Ze had er plezier in maar bracht het nummer heel waardig. Het was weer zo’n momentje dat je overdonderd werd door de bombastische muziek, de mooie stem… maar tegelijk ook weer emotie voelde. Het gemis aan Arno is nog steeds bijzonder groot.
En emotie… Na het nummer viel alweer het doek naar beneden. Daar verschenen zwart-wit beelden van een zieke Arno die met zichzelf danst in zijn woonkamer terwijl je hem Solo Gigolo hoort zingen. “You don’t need me anymore/It doesn’t matter anymore…” Dikke tranen over de kaken bij heel veel mensen.

Marie-Laure Béraud

En vanaf dan werd de hele boel resoluut omgegooid. Gedaan met de tranen. Vanaf nu beuken en feesten!
Stijn Meuris kwam terug tevoorschijn en knalde Viva Boema (patatten met saussisen) er los door. Of je het nu wou of niet, Stijn schopte je zowaar uit de zetel om er niet meer terug in te gaan zitten.

Daarop kwam Zwangere Guy zijn versie brengen van Putain Putain. En, oh la la, wat een versie was dat! Iedereen die ook maar rook naar extreem rechts, moest het ontgelden. Tegelijkertijd had hij plezier met de muzikanten van dienst (jaja, ook Jean-Marie die de intro als vanouds uit de veren achteraan op zijn Fender produceerde door er op te meppen) en het publiek.
Als we Zwangere Guy achteraf zouden vragen waarom hij zo boos is tijdens dit nummer is zijn antwoord simpel: “Omdat ik maar één nummer breng in deze hommage en ik daar al mijn emotie in kwijt moet.” Fair enough. Hij eindigt het nummer met de niet mis te verstane woorden: “Arno, ik mis a, bruuke.” (Arno, ik mis je, broertje)

Zwangere Guy

En meteen daarop volgend kwamen de eerste tonen van Oh La La La. Stef Kamil nam het nummer voor zijn rekening en deed dat op een manier zoals je het wil zien. Hij amuseerde zich rot, net zoals het publiek.

Stef Kamil Carlens

Als afsluiter kwam Wim Opbrouck nog een laatste maal langs voor het nummer Les Filles Du Bord De Mer. We moeten er niet bij vertellen dat de gehele zaal meezong en dat de pluchen zetels al lang geen enkele functie meer hadden. Door de zaal nam iedereen elkaar vast om samen te staan wiegen en ten gepasten tijd “Joint! Joint” te brullen.

Daar op volgend werd iedereen bedankt. Alle muzikanten uiteraard, maar ook Danny Willems die een monnikenwerk moet hebben gehad aan het kiezen, visualiseren, editen en samenstellen van zijn beeldmateriaal.
Dat lijkt een klein onderdeel van zo’n avond maar dat maakt het net groter en beter. Net as de dansers en danseressen van Ultima Vez, onder leiding van Wim Vandekeybus.

Danny Willems
Danseressen en dansers van Ultima Vez waren een echte meerwaarde doorheen de hommage

Tenslotte werd Arno bedankt. Voor alles. Door iedereen.
Bij het verlaten van de zaal wisten we niet goed wat we er nu moesten van denken. Het is te zeggen: we zagen een super mooie, leuke en tegelijk met momenten ontroerende show. Alles klopte tot in de puntjes. En we zijn echt dankbaar dat we dit hebben mogen mee maken. Maar we missen hem ook. Nog steeds. En dat maakt zo’n avond ook pijnlijk duidelijk.

Toch overheerst het geluk dit te mogen hebben meemaken. Maar Arno zal nog lang worden gemist. Door heel veel mensen. Achteraf, backstage, was iedereen het eens over twee zaken: 1) het gat dat Arno heeft achter gelaten is vele groter dan dat iemand voor mogelijk hield en 2) hij was hier, deze avond. In de Kursaal. Iedereen had het gevoeld.

Arno, tonton, merci godverdomme. Voor alles.

En dank, alweer, aan de mensen van het Kursaal voor het warme ontvangst en het vertrouwen dat we kregen. Om zo de beste ervaring te krijgen van het grote geheel en de zaken te kunnen vast leggen op, voor ons, de best mogelijke manier. Tot de volgende!

Merci Arno
Roland Van Campenhout en Jean-Marie Aerts




Mobiele versie afsluiten