Uitverkochte concerten tijdens het ‘nieuwe corona normaal’ hebben alvast gemeen dat we met de pint in de hand veel vrienden uit een ‘vroeger normaal’ terugzien. Twee weken gelden speelde Squid de Orangerie van de Botanique plat. Uit dezelfde scene waarin ook Black Midi zit kwam gisteren Black Country, New Road uit Brixton overgewaaid. Getuige hiervan waren de talrijke bandshirts met het opschrift ‘Black Midi New Road’. Ze waren zo vriendelijk om het trio Drug Store Romeos (uit Fleet, Hampshire afkomstig) als support mee te nemen. En je weet hoe dat gaat bij voorprogramma’s die vaak het perfecte kader vormen om bij te kletsen en drankjetons uit te wisselen. Niets van dit alles bij Drug Store Romeos. De tengere frontvrouw Sarah Downey zoog namelijk meteen alle aandacht naar zich toe.
Het verhaal van dit trio leest als een cultroman. Drummer Jonny Gilbert en zanger Charlie Henderson zochten via een advertentie een bassist. Sarah Downey reageerde en het duo begreep al gauw dat ze een topper hadden binnengehaald. Charlie greep dan maar zelf naar de basgitaar want Sarah combineert zang, keyboards, gitaar én dwarsfluit. Ze klinken ongelooflijk nineties wat verklaard wordt door hun gezamenlijke voorliefde voor Portishead en Stereolab. Ons viel alvast de vergelijking met het latere werk van The Cranes op, niet in het minst omdat de stem van Sarah heel nauw aansluit bij die van Alison Shaw. Dat hun plaat The World Within Our Bedrooms overal een pak sterren kreeg kunnen we ons perfect voorstellen want hun set verveelde geen seconde. Trage songs in de traditie van Red House Painters werden afgewisseld met meer uptempo electro genre Notwist. De guitige blik in de ogen van Sarah liet er geen twijfel over bestaan dat ze voluit aan het genieten was. Dat treft want wij ook!
Black Country, New Road – die we verder voor het gemak BCNR zullen heten – was dan aan zet. Hun concert was dus uitverkocht, en dat is logisch voor een band waarvan gezegd wordt dat ze muziek een nieuwe dimensie en impuls geven. De Orangerie heeft een langwerpig podium en is dus uitermate geschikt voor de opstelling van 7 muzikanten. De diversiteit van de instrumenten geeft meteen ook aan dat we geen doorsnee concert moeten verwachten. Het was niet de vaste violiste Georgia Ellery maar ze werd uitstekend vervangen. Los van de tradtionele drums (Charlie Wayne) en gitaar (Luke Mark) viel vooral het kwartet links, rechts en centraal op. Isaac Wood stond als frontman en zanger/gitarist uiterst links als moderne buitenspeler geposteerd. Saxofonist Lewis Evans wordt centraal geflankeerd door bassiste Tyler Hyde, en rechts zat en stond de bevallige May Kershaw achter de ‘Korg en Roland’ synthesizers.
Het is niet For The First Time dat ze in ons land speelden. Twee jaar geleden maakten ze op Sonic City het mooie weer als nobele onbekenden, in januari verschijnt al hun tweede plaat Ants From Up There. Het gros van de nummers kwam dan ook van die nieuwe aankomende worp. Nummers? Correctie, symfonieën. De textuur van die songs is erg divers en zeker gans anders dan wat op het debuut staat. De set kwam op gang met ouder werk als Athen’s France – met de sax van Evans in een glansrol – en Science Fair. Vintage BCNR dus en de zaal genoot van deze feilloos gebrachte jazz-impressies. Ook het uitstekende Track X kwam nog langs maar voor het overige werden de nieuwe songs op behoorlijk imposante wijze aan de Botanique voorgesteld. Concorde past van deze songs nog het best bij het gekende materiaal en zat logischerwijze vroeg in de set.
Chaos Space Marine liet meteen horen en zien tot wat dit septet in staat is. “Darling will you take my metal hand, it’s cold” croont Wood in een nummer dat leek op een feestorkest genre Black Lips dat Conor Oberst als dirigent heeft meegebracht. Tempowissels typeerden deze song. X-Legged Sally was plots springlevend. Bread Song klonk ronduit memorabel en gaf weer waarom dit concert voor altijd een plaats in ons hart zal krijgen. We schrijven hart en niet geheugen. Emoties borrelden op in de zaal als Wood met veel gevoel zijn band op sleeptouw nam in een naar Godspeed You! Black Emperor neigende pathos. De focus op één bandlid leggen bij BCNR is altijd fout want het lijkt wel Manchester City op muziek. De ene geniale actie volgde de andere op, het invallende tromgeroffel, de lieflijke viool, de spaarzame bas. “Show me the land you acquired”. De song bouwde net als de set op en is zoetgevooisde indierock voor gevorderden met verroeste weerhaken . De fans hielden de adem in en waren zichtbaar ontroerd. Het was prachtig om zien hoe de bandleden zelf intens genoten en mekaar aankeken alsof ze verbaasd waren hoe buitengewoon hun samenspel wel klonk. Vriendschap werd magie. Georchestreerde chaos werd genialiteit.
Ook tijdens The Place Where He Inserted The Blade werd de complexiteit gestuurd door kleine bewegingen met het hoofd, een knipoogje en een glimlach. Het springerige van het debuut maakte op de nieuwe songs plaats voor melancholie. Zacht kabbelend maar met een dramatische intensiteit kondigde Wood het slotnummer aan. En wat voor een nummer werd dat. Basketball Shoes is een symfonie van bijna een kwartier in meerdere delen waarvoor Michael Gira een diepe buiging zou maken. Sigur Ròs ja, die ook. Sax en viool gooien een deken troosteloosheid de zaal in. Wood zet zijn gitaar halverwege de song in de hoogste versnelling en de band laat zich met de glimlach meezuigen in de apocalyps die het gevolg is als drums, sax en synths de strijd aangaan met de gitaarmuur. Oja juist, Sunglasses hebben ze niet gespeeld. Het was pas op weg naar huis dat we deze bemerking maakten. Niemand leek er erg in te hebben. De fans begeleidden de bandleden naar de steile trap naast het podium onder een oorverdovend applaus dat eindeloze bewondering niet langer kon verstoppen. Black Country, New Road speelde een concert waarover nog lang zal nagepraat worden. De buzz rond dit collectief zal alleen groter worden. Alle nieuwe wegen leiden naar het zwarte land, zeg maar…