Big Thief trapte onconventioneel af, met drummer James Krivchenia op akoestische gitaar die solo een wacko kinderachtig liedje bracht waarin hij de bandleden rond zich vroeg om te ontspannen en om één te worden. Het kan allemaal bij deze band. En wij konden het gebruiken, want het voorprogramma Lutalo gemist wegens ‘personen in de buurt van het spoor’ en de ontsporing van de dienstregeling van de NMBS tot gevolg.
Soit, tijd voor het echte werk dacht ook Adrienne Lenker en ze trapte de set af met een schuchtere “Hello” en een solo akoestisch nummer Sadness as a Gift dat de zaal meteen muisstil kreeg. In 12.000 Lines kwam de band op kousenvoeten aansluiten. “Waitin’ for my woman to call”. Kennen we dat gevoel niet allemaal?
Bij Dried Roses omgorde tweede gitarist Buck Meek de Telecaster, maar verraste Adrienne Lenker door op de akoestische gitaar te soleren en voor het eerste kippenvel te zorgen.
Het tempo ging per nummer omhoog en met Certainty kwam de band eerst echt vol samen: alle vier de bandleden aan de zang, muziek maken in een kringetje met overduidelijk plezier, het publiek wat mennen. Dat ging er goed in.
Met Blue Lightning kregen we een country vervolg. Buck Meek mocht zijn ’twangy lickjes’ op gitaar maken, maar Adrienne blijft de echte magneet op het podium natuurlijk. Het beste knikje in de stem sinds Dolores O’Riordan: “I wanna be the shoelace that you tie”, zong ze en een onderonsje met drummer kon er ook nog af.
In Vampire Empire toont Lenker dat ze ook met ongeveer 1 noot in de strofe doorheen een nummer spanning kan leveren en voor het eerst worden ook de overstuurde gitaren losgelaten en krijgen we een potiger solo. De felheid waarmee dit nummer gebracht werd! “I wanna hear you scream”, werd waargemaakt.
Voor Terminal Paradise schakelde ook Adrienne Lenker over op elektrische gitaar om vervolgens een gevoelige ballad vorm te geven. Ook met lange noten blijft haar zang loepzuiver. En mooi legden drummer en de frontvrouw het nummer in een outro neer. Hebben deze twee er al eens aan gedacht als duo op te treden? Want ook in Simulation Swarm is het de interactie tussen gitaarriff en drum wat het nummer schraagt. Of ligt het aan de geroemde thee van bassist Max Oleartchik?
De muts en cardigan van de leading lady gaan uit en we zijn gewaarschuwd: het wordt nog feller. In Flower of Blood gaat de belichting en de versterker in het rood. Ook pijn en angst kan deze vrouw vorm geven in haar muziek, met een overstuurde gitaarsolo waar Neil Young een goedkeurend knikje voor geeft. Meer van dat in Masterpiece, de titeltrack van het debuut uit 2016, en nu mag Buck Meek de snaren geselen.
Hebben we al gezegd hoe close deze band is? Ook op het podium uit zich dat in oogcontact tussen de muzikanten en in de opstelling, met vieren op één lijn vooraan op het podium, ook de drum. Bij de intro van anthem Not slaat Adrienne Linker wat met de gitaarhals op de percussie van de drum en zijn ze vertrokken. Het refrein met vier aan de micro en een ruk aan de versterker. Een extatisch één-tweetje met de drummer en dan waaiert het nummer rustig uit. Een zoveelste hoogtepunt. De zaal reageert warm enthousiast en niet meer dan een verlegen “Thank you” in de micro tussendoor.
En dan gaan het nog hoger. Waar Sparrow op de plaat Dragon New Warm Mountain I Believe in You nog een ballad kan genoemd worden, verandert dit op het podium in puur exorcisme: want Adam, “He said: she talks to snakes and they gide her” en Lenker schreeuwt het uit alsof ze de duivel in persoon heeft gezien daar in de tuin van Eden. De song eindigt in feedback en het publiek blijft vertwijfeld achter.
Even bekomen met Born For Loving You opgedragen aan de partner aan de andere kant van de oceaan. En hoopvol eindigen met Spud Infinity waarin broer Noah Lenker een hilarische mondharp solo krijgt.
Het is al afgelopen en het publiek krijgt slechts één bis, het prachtige Change stuurt ons de lentenacht in.
Adrienne Lenker heeft een serieuze bron aangeboord. Vijf albums met Big Thief en evenveel soloalbums op scherp tien jaar tijd, een hechte liveband die intens samenspeelde en die het publiek deel liet uitmaken van iets intiems, “Like a butterfly” luidt dat in het slotnummer. Big Thief is een grote naam geworden en ze zijn er om te blijven.