Vandaag wordt Erik Debny 51. Een ideaal moment om deze cultfiguur eens in de schijnwerpers te stellen, dachten we. Deze maand verscheen immers ook de beste plaat van The Shovels (tot nu toe): The Key. Verkrijgbaar op FONS Records. Luminous Dash ging rond bij collega’s en bevriende muzikanten. Luc Waegeman, David Schroyen, Niels Hendrix, Nele Janssen, Aster Froyen, Arne Janssen, Tom Vienne, Sofie Sticker, Pi Fleuchels, John Joris, Bart Cocquyt, Jonas Messelier en Dries Hermans vertellen elk hun verhaal over Erik…
Luc Waegeman (de man achter Kinky Star Records die The Shovels ontdekte): Het begint bij de SeXmachines, een band waarbij ik drumde half jaren ’90. In die tijd waren we ook soms support act voor bekendere bands zoals de Evil Superstars en zo geraakten we goed bevriend met elkaar en verzeilde ik geregeld voor heel wat weekends in Hasselt. Zo gebeurde het dat we met z’n allen nog wat nachtelijke jams deden ergens in een tuinhuis, waar oude versterkers en een drumstel stonden, bij “een vriend” van de Evil Superstars. Dat was de eerste keer dat ik Erik Debny ontmoette (denk ik). Het bleek dat hij ook goed bevriend was met Tim Brown bij wie ik later bassist werd in z’n band Starfighter. Samen met zanger Tim Brown en de Evil Superstars-ritmesectie, drummer Dave Schroyen en bassist Bart Vandebroeck vormde Erik Debny de eerste versie van The Shovels. Een pittige pure jaren ’60-experience. Alles analoog en op jaren ’60 materiaal gespeeld! Heerlijk! Vanaf het begin ging ik altijd mee naar al hun concerten en was ik een tijdje hun “groupie” (lacht). Ondertussen hadden we met de SeXmachines ook een eigen vzw en label Kinky Star Records opgericht en het was vanzelfsprekend dat we The Shovels’ eerste album Plastic Fantastic Generation uitbrachten op het label in 1998.
Je was meteen verkocht?
Luc Waegeman: Ja! Na die eerste release Plastic Fantastic Generation bracht ik op Kinky Star Records zelfs nog een tweede album Time Machine uit, dat was eind 1999. In mijn ogen is Time Machine nog altijd een klassieker van wereldniveau. Moest dit 20 jaar eerder uitgebracht geweest zijn, dan waren The Shovels wereldberoemd en konden ze naast bands als The Kinks of The Beatles staan. Ook vandaag blijven The Shovels zwaar onderschat en verdient een artiest als Erik Debny veel meer aandacht en respect.
David, jij zat bij de allereerste line-up van The Shovels. Weet je nog hoe alles begon?
David Schroyen: Bart en ik zaten toen nog bij Evil Superstars, vooral Bart kende Tim en Erik denk ik. En via hen zijn we erbij geraakt, denk ik… Een zalige tijd trouwens, we repeteerden in een metalen garage in een wei in Alken die geïsoleerd was met talrijke matrassen. Enorm klein, maar supergezellig. Pure Dwalm!
Een Limburgse band met een Gentse link, want jullie zaten bij een Gents label (Kinky Star Records).
David Schroyen: Luc Waegeman zag al zeer vroeg het potentiele genie in Erik.
Wat opvalt als je nu naar het debuut Plastic Fantastic Generation luistert, is hoe tijdloos die songs wel zijn. Soms durf ik wel eens te denken dat Erik één van de beste songwriters van dit land is. Deel jij dit gevoel?
David Schroyen: Absoluut, John Lennon meets Urbanus meets Monthy Python!!!
David, je speelde ook mee op The Key. Je bent nog altijd graag betrokken bij The Shovels?
David Schroyen: Ik probeer toch op elk album om op minstens 1 nummer mee te spelen aangezien het allemaal klassiekers in wording zijn.
Tom, hoe kwam jij bij The Shovels terecht?
Tom Vienne: De eerste keer dat ik The Shovels zag was ergens begin jaren 2000 op het Kapermolen Festival in Hasselt. Ik vond ze toen eigenlijk helemaal niet zo goed. Dat kwam vooral omdat ze me teveel aan Oasis deden denken, en die vond ik toen (en nog steeds) heel erg slecht. Ik had geen idee dat het brein achter de songs Erik (toen enkel op gitaar) was. Pas jaren later zag ik Erik terug optreden met Nele. Dat vond ik dan wel heel erg goed, en nu ben ik ondertussen ook wat meer vertrouwd met outsider-muziek door Songs In The Key Of Z. Ik miste wel een ritmesectie dus heb ik mezelf aangeboden als bassist.
En jij Niels?
Niels Hendrix (Fence/FONS Records): Ik ken Erik van 2000 via David Schroyen, toen die nog bij The Shovels speelde. Kort nadat we mekaar leerden kennen, begonnen we samen opnames te maken waarop ik bas en sologitaar speelde. Toen Bart Vandebroek en Dave waren vertrokken, hebben Raf Borkelmans en Gunther Liket hun rol overgenomen, en ben ik de vaste sologitarist geworden. Dat moet ergens rond 2004 of 2005 zijn geweest, vermoed ik. Ik heb meegespeeld in verschillende bezettingen van The Shovels tot 2015, schat ik, maar ik doe nu nog vaak mee bij de (demo-)opnames, en dat zal ook niet snel veranderen, als het aan mij ligt!
En jij Aster, jij kwam er onlangs bij?
Aster Froyen: De allereerste keer dat ik The Shovels ontdekte was op een druilerige zondagnamiddag in de Dorpsstraat in Hasselt. Ik moet toen een jaar of 14 geweest zijn en Erik verzorgde toen solo zijn eigen voorprogramma. Ik was direct enorm gecharmeerd door zijn nummers en persona op het podium. Nadat zijn set afgerond was en hij er opnieuw invloog met de rest van de bandleden, kwam de geest van de 60’s daar ter plekke weer tot leven. In eerste instantie was het, denk ik, de nostalgie naar een tijd die ik nooit heb mogen meemaken, die mij zo hard aansprak. Maar toen ik enkele jaren later Erik wat beter leerde kennen en frequenter naar optredens van The Shovels ging, begon ik pas echt te snappen wat voor wonderlijk genie hij eigenlijk echt is.
Arne, kan jij vertellen hoe je in het Shovels-kamp bent geraakt?
Arne Janssen: Ik heb Erik leren kennen als een klant bij JnR Music center in Hasselt! Ik kende hem al een tijdje voordat ik zelfs van The Shovels had gehoord. Na enkele maanden vertelde Erik tegen een collega van mij dat hij zonder drummer zat dus vertelde mijn collega dat ik een drummer was. Erik stelde onmiddellijk voor om eens langs te gaan bij hem thuis om wat nummers van zijn nieuwe plaat The Key mee te repeteren. Op dat moment had ik al maanden niet meer achter mijn drum gezeten en stond ik zelfs op het punt om te stoppen maar het leek me toch wel de moeite om het een kans te geven en dat is het ook zeker en vast geweest! Ik ben Erik eigenlijk pas vanaf dat moment beter leren kennen en we hadden al heel snel een heel goede band met elkaar!
Nele, jij speelt ook al een tijdje bij The Shovels en je staat ook met Erik als duo op de planken. Hoe kwam je in contact met Erik?
Nele Janssen: Wel, Erik had me horen spelen op een orgeltje in een café bij mij in de buurt. Hierna vroeg hij me of ik eens wou proberen toetsen te zoeken op een nummer van hem. Dat ging goed en daarna heb ik ook op Spaced Out In Outer Space de toetsen ingespeeld. Sindsdien maakte ik deel uit van The Shovels.
Nele, kende je Eriks muziek voor dat je besloot om bij The Shovels te spelen?
Nele Janssen: Ja. Ik had hem zien spelen op Genk On Stage, toen Tim nog de zanger was bij The Shovels. Ik was dit optreden zelfs aan het filmen en aan het inzoomen op Erik omdat ik hem toen al geweldig vond. Een toenmalige vriendin heeft me later aan hem voorgesteld en daarna werden Erik en ik dikke vrienden.
Moest jij lang nadenken om bij The Shovels te komen, Aster?
Aster Froyen: Stiekem heb ik altijd gedroomd om deel uit te maken van een Shovels-bezetting. Daarom dat ik dus ook onmiddellijk toestemde toen Erik het me vroeg!
Wat trekt jou aan in de muziek van The Shovels?
Niels Hendrix: De songs zijn gewoon zo goed, dat ik me er onmiddellijk in thuis voel als muzikant, en de zanglijnen zijn zo zalig om mee te zingen dat ik gewoon niet anders kan. De muziek sluit helemaal aan bij mijn smaak, vermits ik ook een grote 60’s-fan ben.
Dries Hermans: De puurheid en de eerlijkheid in de muziek is uniek. Het klinkt allemaal heel nostalgisch, maar ook wel wereldvreemd. De muzikanten waarmee hij speelt of speelde zijn ook wel de moeite: Nele Janssen, Tommeke Vienne, Niels Hendrix en David Schroyen. Het zijn ook allemaal toffe mensen, hé. Ah ja, ze hebben een naam voor dat bijzondere ras zeker: Limburgers.
Bart Cocquyt (Pink Room): Ik ben een sucker voor een goede bridge en refrein en Erik Debny of The Shovels slagen daar altijd in. Nadat ik de nieuwe plaat voor het eerst beluisterd had, bleef “Hello Mrs Gorgeouspiece, Hello Mrs Gorgeouspiece” nog dagen nagalmen in mijn hoofd. Zo heb ik The Shovels ook leren kennen: ik had In My Brain ooit ergens gehoord en dan heb ik tot vervelens toe dat refrein gezongen tegen vrienden, niet gevonden tot ik plots -de mij toen onbekende- Erik Debny zag optreden in de Aap hier in Gent en hij dat nummer speelde. De plaat gekocht en direct alles gecheckt.
John Joris (Jnr Music Center): Wat mij vooral aantrekt in Erik zijn muziek is zijn eerlijkheid, Hij is echt 100% wie hij is! Elk woord is 100% gemeend!
Tom Vienne: Als je verder dan het houterige gitaarspel en de niet altijd even zuivere zang kan luisteren, hoor je hoe knap de songs in elkaar zitten. Een beetje zoals bij Daniel Johnston. Maar helemaal anders dan de overgepolijste, kunstmatige muziek die je doorgaans op de radio hoort. Daar is doorgaans geen ruimte voor een valse noot of een charmante hapering. Zijn muziek is gewoon doodeerlijk en dat is zeldzaam.
Pi Fleuchels (Wolf Sheriff, Buffoon, Third Kind): De songs van Erik wisten mij meteen te bekoren toen ik ze voor het eerst hoorde. Dat moet Plastic Fantastic Generation geweest zijn in 1998 (de song en de plaat). Eriks levenswijze, denkwijze, instrumentenkeuze en sound gaan vooral terug naar de gouden jaren 60 en 70. Dat trok mij meteen aan want ik heb die jaren muzikaal met de paplepel binnen gekregen van mijn vader die eind jaren zestig dat tijdperk zeer bewust als dj heeft beleefd in het uitgangsleven in de streek rond Scherpenheuvel. Elke plaat van Erik doe ik trouwens cadeau aan mijn vader!
Sofie Sticker: Het enthousiasme, de kwaliteit, de authenticiteit. Waar andere bands vaak aanvoelen als tributebands, zijn The Shovels “the real thing.” Er is, vrij letterlijk de laatste drie decennia, maar één zo’n band die klinkt als The Shovels.
Jonas Messelier (Feles Music): De goede teksten en de songs op zich. Het thema ‘ruimte’ en de trip waarop Erik en Co je meenemen is altijd spannend, tenminste als je er voor openstaat.
Erik weigert toe te geven want hij blijft wie hij is. Hoewel 60’s en 70’s-geïnspireerd, kun je zeggen dat Erik ook een beetje punk is?
Aster Froyen: Absoluut, zijn soloplaat is een verzameling protestsongs, die zeker en vast punk uitademen. Hoewel hij zijn honing bij de hippies uit sixties haalt, denk ik dat hij misschien onrechtstreeks toch ook heel veel heeft opgestoken van die andere subcultuur.
Arne Janssen: Eriks eigenzinnigheid is inderdaad wat zijn muziek zo uniek maakt. Het is heel aangenaam om samen te werken met Erik! Door de jaren heen heeft Erik met een aantal verschillende muzikanten samengewerkt en hij heeft het grotendeels wel voor het zeggen gehad in het maken van zijn muziek, maar dat betekent zeker niet dat de rest geen bijdragen brengen in het hele proces. Erik is altijd bereid om nieuwe ideeën uit te proberen en het feit dat The Shovels ondertussen al een aantal verschillende bandleden heeft gekend, zorgt er volgens mij wel voor dat elke plaat toch iets nieuws met zich meebrengt.
Erik staat op authenticiteit, en dan vooral door het gebruik van instrumenten die je nu niet meer kan vinden. Dat maakt The Shovels een compleet unieke band in België, niet?
Nele Janssen: Ja. Ik vind het sjiek dat we in die band enkel op oude instrumenten spelen. Hij staat hier ook echt op. Die sound is heel belangrijk voor hem. Erik heeft me destijds ook geïnteresseerd gekregen in vintage gitaren, versterkers en orgels.
Wat we vaak vergeten zijn de teksten. Ik neem aan dat zijn protestsongs veel voor je betekenen?
Aster Froyen: En of! Global War is persoonlijk eigenlijk een beetje een lijflied voor mij geworden. Volgens mij kan ik daar ook nog wel wat andere mensen bij rekenen. Een tijd geleden was het in de FiNiX in Hasselt de top 100 avond waarbij iedereen zijn 20 favoriete nummers kon inzenden. Dat nummer is toen mooi op de twaalfde plaats geëindigd. Ik kwam toen net binnen gestrompeld en heel het café was aan het meebrullen!
Niels Hendrix: Ik hou zeker van de protestsongs, vooral omwille van de grappige teksten. Ik ben het ook meestal helemaal eens met Erik, behalve als hij protesteert tegen lampenversterkers (lacht).
Wat is het mooiste moment dat je met Erik beleefd hebt?
Sofie Sticker: Ik heb er verschillende, maar wat ik onthou zijn vooral de dingen die hij me vertelt. Ik logeerde lang geleden vaak in het weekend bij hem en dan legde hij bijvoorbeeld een grote hoop strips klaar naast het bed van The Fabulous Furry Freak Brothers, het weekend daarop was dat dan weer iets anders. Als je vergeet uit het raam te kijken, dan zit je in een parallel sixties universum. Zalig. Of allerhande weetjes omtrent bands en nummers of zijn eigen theorieën daarvan. Ik heb enorm veel opgestoken van hem, een grote lange aaneenschakeling van goede momenten.
Dries Hermans: Toen ik Erik & Nele liet optreden in De Warande in Turnhout ben ik samen met Erik zijn camionette gaan parkeren in de ondergrondse garage daar. Om samen met Erik in zijn bus te zitten was wel een ervaring. Ik luister al 20 jaar naar de man zijn muziek en wist helemaal niet dat hij ook met een auto, laat staan een camionette, mocht rijden.
Pi Fleuchels: Zonder gêne goudvissen voederen bij de Chinees in Hasselt met restjes van onze rijsttafel? Plaatjes draaien op het Gitannekes festival? Leuk, maar samen een song schrijven waar we nadien een wow-gevoel bij hebben, dat is het mooiste moment dat we al gedeeld hebben denk ik. Misschien brengen we ooit als ‘The Concerned Consumers’ wel eens een plaat uit? Misschien ook niet!
Bart Cocquyt (Pink Room): Ik ben nog altijd heel gelukkig met het feit dat Erik Debny & Nele op onze releaseshow gespeeld hebben.
Luc Waegeman: Ik heb met Erik vele mooie momenten meegemaakt en die koester ik graag. Er zijn twee momenten die me nu direct te binnen schieten. Op een nacht in café De Stax in Gent waar hij ook geregeld kwam, was hij en het volk zo in de mood dat hij begon te busken met z’n gitaar. Toen heeft hij uren aan één stuk zittend op een stoel die op een tafel stond als een levende jukebox gespeeld. De mensen riepen om verzoeknummertjes en al de jaren ’60-hits zijn toen de revue gepasseerd. Zo’n dikke ambiance was dat, zalig! En tegelijk ook muzikaal heel straf! Nog een mooie herinnering waren de dagen en nachten bij hem thuis dat we muziek beluisterden, films zagen of zelf wat jamden in zijn living samen met de alom aanwezige poezen. Maar vooral ook het bezoek aan de dikke oude boom in z’n tuin die ooit in tweeën was gekliefd door een felle blikseminslag. Een boom met een echte ziel die we dan samen gingen knuffelen. Ik weet niet of die er nog staat, eigenlijk? Erik, geef hem een knuffel van mij hé!? (lacht)
John Joris (Jnr Music Center): Een zeer mooi moment met Erik was toen ik hem ging bezoeken in het hospitaal waar hij toen verbleef en hij was tot tranen toe geëmotioneerd door mijn bezoek. Een ander zeer mooi moment was toen hij mij een plaat van Donovan cadeau gaf HMS een zeer zeldzame plaat met zeer mooie tekeningen op van Patrick Byrne. Een schilder die ook voor de Beatles en vooral voor Gerry Rafferty veel hoezen heeft ontworpen en waar ik echt fan van ben.
Niels Hendrix: Ons optreden op Pukkelpop in 2006 was pure magie, maar die hele tour met Tim Gunther en Raf was fantastisch. De band stond op het punt door te breken, met singles op de radio, en het enthousiasme van het publiek. Helaas heeft Tim Brauns toen de band opgeblazen in een vlaag van persoonlijke frustratie in 2008. Dat was zonder twijfel het grootste dieptepunt van The Shovels.
Jonas Messelier (Feles Music): Erik is één van de warmste mensen die ik al ontmoette. Zijn dankbaarheid is van uitzonderlijke echtheid. Na de show van Erik en Nele op Rock Zerkegem wou ik mijn platencollectie wat uitbreiden, Erik stond er op dat ik er enkele exemplaren aannam. Na wat overleg konden we een prijs afspreken, maar ik moest bijna smeken om ze te mogen betalen. Erik was heel blij met zijn plaatsje en dat deed bijzonder deugd. Het was ook de allereerste keer dat mensen gingen zitten op Rock Zerkegem. De hele weide zat neer en spitste zijn oren, daarna was iedereen klaar om zich des te harder te gooien, een mooi rustpunt. Erik straalt veel rust uit ook al is het binnenin soms eens chaos bij de man.
Omschrijf eens in je eigen woorden hoe je Erik ziet als muzikant?
Sofie Sticker: The Shovels zijn de max én uniek. Erik was niet alleen de aanzetter van de band, maar ook de immer consistente ziel van de muziek. Hij speelt niet alleen de sound, hij leeft en ademt de sound. Ik ken weinig tot geen muzikanten die naast hun leven als muzikant ook compleet doordrongen zijn van de tijdsgeest en de filosofie. Als er iets is wat Erik niét is, is het een gimmick. Hij is naast een genie en een levende legende, ook een ongewoon sympathieke en integere man die mij daardoor met zijn muziek kan ontroeren tot op het bot. Ik ben extreem trots dat ik hem mag kennen.
Luc Waegeman: Erik Debny is een echte songsmid, een ambachtsman in zijn vak als muzikant – songschrijver, heel muzikaal maar ook tekstueel zeer sterk. Pure poëzie! Ik zag hem de laatste keer live in den Aap in Gent (dat was trouwens vroeger de Stax) samen met Nele van Peuk en ik heb er toen weer enorm van genoten. Hij heeft nog niets van z’n charisma verloren. Maar ook van de live gestreamde coronasessie van bij hem thuis gisteren heb ik weer enorm genoten. Erik maakt je blij met zijn songs, met zijn performance, met zijn puurheid, met zijn ontwapenende uitstraling die niet anders kan danje in je hart te raken. Check de corona livesessie waarbij hij zijn nieuwe album The Key voorstelt. Erik Debny in al zijn puurheid.
Dries Hermans: Erik is een eigenzinnig en vastberaden muzikant die altijd met de beste plaat ooit bezig is. Want de beste Shovels-plaat is altijd degene die nog moet uitkomen.
Nele Janssen: Een super goede en productieve songwriter. Oprecht, hij volgt zijn visie en blijft gaan voor waar hij in gelooft.
Niels Hendrix (Fence/FONS Records): Erik is een bodemloos vat van melodieën en teksten, een songschrijver van de puurste soort. Als muzikant en zanger is hij zeker geen virtuoos, maar zijn talent om te verwoorden wat hij voelt en denkt, is uniek.
Bart Cocquyt (Pink Room): Een keigoede songwriter.
Pi Fleuchels: Volstrekt uniek en een hardwerkende songsmid. Zijn levensmotto mondt uit in een quasi dagelijkse portie verse songs en demo’s. Inspirerend zeker en vast. Hij zal ook niet gaan slapen voor een nieuwe song afgewerkt is. The Shovels herken je meteen!
Tom Vienne: Erik is heel erg koppig en wijkt maar zelden af van wat hij voor ogen heeft en dat is wars van de heersende trends. Maar dat zorgt juist voor zijn kenmerkende eigenheid die redelijk uniek is. Erik hoeft ook niets te veinzen, hij is een buitenbeentje en hoeft daar niets voor te doen maar hij is juist heel echt.
John Joris (Jnr Music Center): Ik zie Erik vooral als een singer-songwriter die heel veel mensen op een goed spoor zet en het supermooie van de jaren 60 adoreert. Dat door het feit dat er toen een totale vernieuwing plaatsvond in de muziek en dat toen alle soorten van muziek naast elkaar konden bestaan en vooral omdat alles toen allemaal even uniek was.
Arne Janssen: In een interview met Erik in Luminous Dash wordt zijn muziek beschreven als 60’s zonder dat het retro wordt en daar ben ik het volledig mee eens! De muziek van The Shovels heeft een heel eigenaardig geluid! Mijn twee favoriete platen zijn Pop Secret en Spaced Out In Outer Space.
Jonas Messelier (Feles Music): Erik geniet veel zeer respect van zijn collega-muzikanten. Veelal bereikt hij het grote publiek niet, maar dat is triviaal als je weet dat de grootste Belgische muzikanten diep respect betuigen voor Eriks vakmanschap.
Aster Froyen: Zijn (niet zo) geheime wapen is het vakmanschap van het songschrijven. Hij weet niet enkel hoe ze geschreven moeten worden, hij kan ook gewoon blijven schrijven. Om het plat te zeggen (en niet oneerbiedig bedoeld): Erik schijt nummers! Hij weet perfect hoe je een popsong schrijft. Melodie, harmonie, lyrics… Het klopt gewoon altijd! Als songwriter heb ik al veel van hem opgestoken.
David Schroyen: Je hebt mensen waar het muzikaal mee klikt en dan geeft dat vonken. Erik is één van die mensen waarmee ik altijd automatisch fijne muzikale momenten heb. Ik ken Erik ook redelijk goed en weet perfect wat hij verwacht van drums op zijn songs en ik kan daar gemakkelijk op inspelen… Het is fijn vertoeven in de wereld van Erik Debny, gelijk Charlie And The Chocolate Factory meets Dark Star.
Wat is het mooiste liedje dat Erik ooit heeft gemaakt?
Sofie Sticker: Eentje? Dan ga ik voor Emily. Dat is niks minder dan een wereldhit, maar dat zijn zowat 3/4de van zijn nummers.
Tom Vienne: Moeilijke keuze. De oudere nummers van Dig It, Plastic Fantastic Generation en Time Machine vind ik nu wel enorm goed omdat daar heel veel energie in zit. Ook Pop Secret vind ik fantastisch en dat is mede door Niels Hendrix van Fence die voor geniale arrangementen en een uitstekende productie zorgde. Met Beat The System heeft Erik bijna alles zelf thuis opgenomen, op die plaat komt Nele ook heel mooi tot haar recht en met The Key heeft hij zichzelf, opnieuw met zeer bescheiden thuisopnames, weer eens overtroffen. Op The Key staan enkele oude nummers (o.a. Responsibilities) die nooit op eerdere platen geraakt zijn. We hebben hem dan toch kunnen overtuigen om daar iets mee te doen. Erik heeft trouwens nog uren materiaal aan oude demo’s waar nog enkele pareltjes op staan. Hopelijk brengt hij die ook nog ooit uit. Gelukkige verjaardag Erik!
Arne Janssen: Ik denk dat ik Naar De Maan van de plaat Spaced Out In Outer Space ga kiezen! Het is jammer dat dit zijn enige Nederlandstalige plaat is!
Pi Fleuchels: The Curse op het laatste album The Key. Dat ontroert me telkens als ik het hoor. Erik is sterk in up-tempo-Kinks-stijl-songs-makelarij, maar ik hou zelf veel van zijn ’tegelplakkers’. Ik weet zelf goed wat melancholie betekent en The Curse klinkt voor mij als een persoonlijk verhaal van vriend tot vriend, ongemakkelijk bij momenten. Hier een excuus en daar een ontboezeming, groeiende intensiteit, knappe backings van Nele,… Terwijl de song gaat over verloren vriendschap. Schone mens!
Nele Janssen: Moeilijk om te kiezen tussen zoveel moois. Zeker één van mijn favorieten is Back This Way Again Some Day.
Jonas Messelier (Feles Music): Naar De Maan, soms voel ik mij misbegrepen maar als ik Naar De Maan beluister dan voel ik mij weer gesterkt.
Luc Waegeman: Alhoewel ik na de coronasessie twijfelde toen ik hem Vissers Op De Maan hoorde zingen, was mijn eerste keuze favoriete song The Shovels Theme, maar ook de andere instrumental The Hedgehog komt dichtbij. En in die sessie speelde hij dan nog één van zijn eigen favoriete songs Stop Thinking ‘Bout Tomorrow, allemaal songs van dat tweede album Time Machine. Toch wel trots dat ik deze heb mogen uitbrengen indertijd. (lacht) Desalnietemin, heel veel succes met je nieuwe plaat Erik! En nen dikke proficiat met je verjaardag! DWALM FOREVER!
Bart Cocquyt (Pink Room): Van de nieuwe plaat The Key vind ik Mrs Gorgeouspiece en I Said Hello echt subliem. Maar als ik moet kiezen: pak The Parting Days maar, en Booberella op een mooie tweede plaats.
Niels Hendrix (Fence/FONS Records): Dat is alsof ik het beste liedje van The Beatles moet kiezen: onmogelijk, en afhankelijk van het moment. Maar als ik één nummer moet kiezen, dan is het We Belong. Dat is een wereldhit die de wereld gemist heeft. En misschien moet het beste nummer van Erik nog komen!
Dries Hermans: Back This Way Again Someday, de afsluiter van het debuutalbum Plastic Fantastic Generation.
Aster Froyen: Eentje die hijzelf niet zingt, maar zo pijnlijk mooi is, You Took A Word From Me gezongen door Nele. Op de nieuwe plaat staat nog zo’n hartverscheurend lied: The Curse. Maar Erik heeft zoveel ‘bangers’. Een indrukwekkend oeuvre met massa’s briljante hits!
David Schroyen: I Know That You Know.
John Joris (Jnr Music Center): Er zijn er veel te veel om op te noemen Ik zou zeggen aan iedereen die dit leest of hoort: “Verbaas jezelf en spoed je om zijn muziek te leren kennen”. Er zal een frisse nieuwe wereld voor je open gaan.