De Beren Gieren… een bandnaam waar je kop nog staart aan krijgt van een band met een uniek geluid dat je uit de duizend herkent. Fulco Ottervanger, Simon Segers en Lieven Van Pée musiceren zich al een jaar of twaalf een weg door het Belgische jazzlandschap en brachten recent hun nieuwste album Less Is Endless uit bij Sdban Ultra. We spraken de heren in thuisstad Gent en hadden het over poep, minimalisme, virtuositeit en nog veel meer.
Voor we het hebben over de nieuwe plaat willen we echter graag het mysterie achter de bandnaam ontsluieren. Heel mysterieus blijkt het allemaal niet te zijn. Fulco: “Het was een ingeving, de naam kwam gewoon in mij op.” Simon: “Compleet random eigenlijk. We hebben daarna nog enkele verklaringen verzonnen maar eigenlijk zijn die allemaal fake.” Fulco: “Er zitten dieren in en dat dierlijke speelt wel een rol. Later wees een journalist er mij ook op dat het woorden zijn die met ‘poep’ te maken hebben.” Simon: “Het gaat over output genereren! (lacht)” “Niet bang zijn voor shit, anti-kitch want dieren kunnen niet kitch zijn”, aldus Fulco.
Terug naar het album dan maar. De release werd door de gekende omstandigheden enkele maanden uitgesteld maar het opnameproces verliep eigenlijk heel efficiënt en vlot. Simon: “Fulco had heel wat geschreven. We hebben twee weken volle bak gerepeteerd, en zijn dan de studio ingegaan.” Fulco: “Een aantal composities waren eerst geschreven voor het Vlaams Symfonie Orkest & De Beren en kwamen daaruit voort.” Simon: “Tijdens de toer van de vorige plaat weten we meestal ook al waar we naartoe willen met de volgende plaat. De sfeer tijdens zo’n tour bepaalt in feite ook de sfeer van de volgende plaat. Het is een organisch proces.”
Ook het uitwerken van de nummers gebeurt heel organisch. Fulco: “Ik schrijf de composities, maar dat zijn gewoon wat nootjes. Daarna gaan we er met de band mee aan de slag.” Wat Fulco in zijn hoofd had tijdens het schrijven en hoe de nummers uiteindelijk klinken staat evenwel in grote mate los van mekaar. Fulco: “Ik laat het los want ik schrijf voor de band.” Lieven: “Maar je hoort jou partijen wel.” “Ja soms heb ik wel enkele ideeën, een bepaalde energie die ik in het nummer wil steken. Maar dan nog kan het helemaal veranderen”, beaamt Fulco. Simon: “De ene keer klikt het onmiddellijk en de andere keer hebben we nog heel veel werk aan een nummer.” Fulco: “We halen ook heel veel weg, en dan blijft er soms enkel nog een snaredrum en één basnoot over.”
Waarmee we meteen ook een inkijk krijgen in de naam van het album Less Is Endless. Minder vulling, meer focus. Simon: “De betekent daarom niet altijd minder spelen, wel dat we duidelijkere grenzen stellen.” “We maken keuzes waarbij we een idee uitpuren. Dat staat echter los van het aantal instrumenten dat we bespelen”, bevestigt Lieven. Simon: “We vertrekken soms bijvoorbeeld van één simpel idee, dat muzikaal wel heel druk kan zijn. Vroeger hadden we dan soms de neiging om in een improvisatie alle mogelijke technieken en sounds te willen gebruiken. We hebben door de jaren heen allemaal een breder vocabularium gekregen binnen een kleiner kader. Nu kan ik bijvoorbeeld beslissen om maar met twee trommels te spelen en kan ik daar toch een langer verhaal mee vertellen dan pakweg 10 jaar geleden. Veel heeft ook te maken met naar jezelf luisteren. Soms luister ik naar oude opnames en dan vraag ik mij af waarom ik het nodig vond om plots iets te veranderen.” Fulco: “In een goede plaat zit vaak ook maar één ding, één karakter. Lieven: “Al kan een karakter ook hectisch zijn natuurlijk.”
Die zoektocht naar focus is duidelijk te horen op het nieuwe album. Neem bijvoorbeeld opener A Funny Discovery dat gebouwd is op een dronende bas die een heel simpel motiefje blijft herhalen. Fulco: “Ook mijn impro in dat nummer is heel afgelijnd. Ik probeer rond enkele akkoorden te bouwen in plaats van naar een soort typische jazz over te schakelen.” Simon: “Het mag natuurlijk nog altijd. Als we een ingeving krijgen dan gaan we daar op door. We willen onszelf wel nog blijven verrassen.”
Ook tijdens het opnameproces werd er meer gefocust. Fulco: “Deze keer namen we de nummers op in twee of drie in plaats van tien takes waarin we iedere keer iets helemaal anders deden.” Simon: “Want dan moet je kiezen, of dan begin je verschillende takes te mengen met elkaar.” “En dan moet je compromissen beginnen sluiten. Nu hadden we dat probleem dus niet”, vult Lieven aan. Simon: “We hebben ook veel meer sequentieel gewerkt tijdens de opnames. Vroeger speelden we op één opnamedag zo’n beetje alle nummers door elkaar waardoor er steeds nieuwe versies ontstonden. Nu beperkten we ons tot één of twee nummers per dag waar we dan aan werkten tot we een goede take hadden. Op een bepaalde manier heb ik het gevoel dat we zo tot een beter resultaat kwamen.” Fulco: “Je bent ook frisser omdat je niet met ‘duizenden’ nummers tegelijk bezig bent.” Lieven: “De volgende dag luisterden we dan naar de takes van de dag voordien en meestal was het vrij snel duidelijk welke het zou worden.” Simon: “Zijn we er blij mee? Ja? OK dan gaan we verder met het volgende nummer. Het werkt gestructureerder en daarom ook een stuk rustgevender. Je hebt ook minder de neiging om te hyperfocussen op je eigen partij in het nummer.”
Ons klinken de nummers op Less Is Endless vrij minimalistisch in de oren, minder gebonden aan de standaard jazz structuur. Tegendraadser ook, al zijn Lieven, Simon en Fulco het daar niet per se mee eens. Simon: “Ik heb net het gevoel dat we tegenwoordig veel minder tegendraads zijn.” Fulco: “De melodieën zijn wel vaker suggestiever. Vroeger was het eerder van ‘nu begint het melodie-blokje’, terwijl ik nu al van bij het eerste nummer kan kiezen hoe ik de melodie speel. Ik laat ook veel meer pauzes zoals in Guggenheim House.” Simon: “In A Funny Discovery werken we met een aantal lagen. Lieven heeft twee baslijnen en Fulco twee verschillende melodieën. Ieder kan in feite kiezen wanneer hij welke melodie speelt want alles past toch bij elkaar. Je kan op het moment zelf heel makkelijk een nieuw arrangement maken op die manier. Dat soort nummers hadden we misschien niet op de vorige plaat.”
Nog meer reductie horen we in Gentse Leugentjes waarbij de ‘melodie’ herleid wordt tot één noot. Fulco: “Ja, dat nummer is wat tegendraads dat wel. Maar het past ook ergens helemaal in de tijdsgeest waardoor het misschien ook weer niet tegendraads is.” Lieven: “Ik denk eigenlijk dat we deze keer meer verschillende nummers gemaakt hebben dan vroeger. Daardoor verschillen ze onderling meer van kleur. Dat vind ik dan weer interessant aan de plaat. Het bevat een breed pallet aan nummers en toch is het een coherent geheel. Daar ben ik heel blij om.”
Wat is dan die rode draad die doorheen de plaat loopt? “De kleur, de synthesizertjes?”, oppert Fulco. Lieven: “Als je luistert naar de eerste Beren-platen dan had je echt dat klassieke trio-gevoel dat de nummers, vooral qua klankkleur, sterk met mekaar verbindt. De uitdaging deze keer was dat we veel met klank wilden experimenteren waardoor we het risico liepen dat de nummers te veel alle richtingen uitschoten. Ik vind dat we er toch in geslaagd om daar een goede balans in te vinden. Er is een kleurverschil tussen de nummers en toch hangt het samen.” Simon: “Ondanks ons gebruik van elektronica en ‘sounds’ is het akoestische trio nooit weg. Je kan met elektronica echt alle kanten uit, van romantische melodieën tot ‘blieb-krak’ nummers. Dat is niet waar wij naar op zoek zijn. We zoeken steeds naar een elektroakoestische vermenging. Ook Fulco’s melodieën vormen een rode draad doorheen de plaat. Hoe je dat uitlegt weet ik niet zo goed, de keuze van akkoorden?” Fulco: “Ja, de keuze van akkoorden. Een majeur-7 akkoord wordt bijvoorbeeld al snel wat klef en als je die weglaat dan klinkt een nummer al veel meer Beren.”
Lieven: “Fulco heeft een typische manier van componeren. Hier en daar zit er jazz in de nummers maar ze zullen nooit voldoen aan het klassieke jazz-idioom.” Simon: “We worden terecht als jazzband voorgesteld maar eigenlijk zijn we toch meer een crossoverband. Maar ja, wat is jazz tegenwoordig? De London-scene wordt ook gezien als jazz.”
Fulco: “We maken het vooral niet te moeilijk. Niet te slim.” Lieven vult aan: “We willen onze muziek ook niet te technisch maken. Da’s vaak de ziekte die je meekrijgt als je uit het conservatorium komt. Daar word je geprogrammeerd om zo virtuoos mogelijk te zijn, bij de Beren is dat zeker niet het belangrijkste.”
Waarmee we terug bij de titel van het album zijn beland. Simon: “Less Is Endless werkt in twee richtingen. Ofwel zoom je in op iets klein en ontdek je dat dat ook een ongelooflijke complexiteit in zich draagt, of je ziet het kleine als iets dat veel potentieel heeft wanneer je er iets mee begint te doen. Soms begin je aan een improvisatie en heb je het gevoel dat je er niets meer aan kan veranderen. Less Is Endless is voor mij het zoeken naar die opening, dat potentieel om nog verschillende kanten uit te kunnen gaan. Dat gevoel van vastzitten is soms zelfs echt iets fysieks, het gevoel dat je al op het einde van je improvisatie gekomen bent terwijl je er nog maar net aan begonnen bent.”
“The quest for less is endless”, orakelt Fulco.
En toch komen ze altijd uit bij het typische De Beren Gieren geluid. Fulco: “Zelfs als we andere instrumenten zouden spelen, dan nog zou het dezelfde band zijn. Stel dat Simon klarinet speelt, Lieven cello en ik harp, dan zou het nog altijd De Beren Gieren zijn.” Simon: “Dat geloof ik ook, da’s ook de sterkte van lang samenwerken.”
Zoals wel vaker het geval is bij instrumentale muziek, is het soms moeilijk om te link te horen tussen de titel van het nummer en de muziek. Toch hebben de titels een betekenis. Fulco: “Titels zijn leuk omdat ze de luisteraar wat in een bepaalde richting duwen.” Simon: “Het startpunt is echter opnieuw de fantasie. Neem nu Animalcules, dat nummer gaat over ééncellige wezentjes. Die krioelen en ook het nummer is erg ‘krioelerig’.” Fulco: “Ik gebruik dikwijls verwijzingen naar de natuur. In mijn titels zitten vaak ook wat tegenstrijdigheden zoals in Moments Never A Moment. Meestal bedenk ik eerst de titel en dan maak ik de muziek erbij, soms komt de titel achteraf. Zo heeft Gent een tijd geleden een bedrijf ingehuurd om een logo te bedenken. Ik vond dat allemaal heel ‘slappig’, en het past wel bij Gent dat toch een beetje glad wordt en een merk wordt. Het nummer Gentse Leugentjes gaat daar over (lacht). Daar zijn we dan toch een heel klein beetje politiek geweest.”
Soms ontstaat een titel op een heel specifiek moment, dat is het geval met Guggenheim House. “Guggenheim House is een huis in Japan, van de rijke Amerikaanse familie Guggenheim. Die hebben in 1913 in Kobe een huis laten bouwen om feesten in te geven. Tussen alle wegen, spoorwegen en wolkenkrabbers in, staat nu zo’n stukje oud Europa. De avond dat we daar waren voor een concertje, heb ik een melodie gefloten in die kamers. Nadien schreef ik die melodie op en dat is nu dat nummer geworden”, verduidelijkt Fulco. Simon vult aan: “Eens je weet waar de titel vandaan komt dan hoor je bijvoorbeeld ook de wat op Japanse muziek geïnspireerde trommels. Zo kan een titel ook een beetje dicteren in welke richting het nummer zal uitgaan. Tuin is ook zo, ik zag altijd een boom die wat in de wind staat te wapperen. Een beetje psychedelisch…”
Ondertussen speelt elk van de leden van de band in verschillende andere groepen en ook solo zijn ze de laatste jaren druk bezig geweest. Alle drie hebben ze blijkbaar een niet aflatende drang om te creëren en muziek te maken. Fulco: “Je weet toch hoe verslavend en stroperig muziek is en hoe emotioneel…” Simon: “We zijn uiteindelijk ook wel professionele muzikanten. We moeten muziek maken, maar we doen het ook graag. Ik denk dat we allemaal heel goed beseffen dat we super blij zijn met wat we doen. Natuurlijk is er wel eens een repetitie of een concert waar je geen zin in hebt. Maar uiteindelijk is het wel een heel toffe job!” Fulco: “Het is ook de interactie tijdens het live spelen. Da’s echt zot.” Simon: “Een interviewer in Luik zei onlangs tegen ons dat onze muziek geen enkele boodschap heeft behalve dat we ze [de muziek dus red.] willen overbrengen. Hij bedoelde dat als compliment… Ik merk dat ook, als we voor een publiek staan en het zit goed die avond, dan voelt het echt alsof die mensen mee in je bubbel kruipen. Als er dan iemand na een concert bij jou komt om te zeggen dat ze een uur ‘op reis’ geweest zijn en aan niets anders gedacht hebben dan aan de muziek die wij maken. Dat is echt wow!”
Lieven: “Gewoon voor mensen spelen is op zich al een drijfveer. Toen we door corona zo lang niet meer live mochten spelen, werd het na een tijdje echt raar. Het is misschien een cliché maar je muziek delen met anderen dat is echt waar het om gaat. Je wordt daar goedgezind van. Dan heeft die muziek ook zin op een of andere manier.” Simon: “Door corona heb ik ook beseft hoe verwend wij eigenlijk zijn dat er mensen naar ons willen komen kijken, die voor ons applaudisseren en ons heel hard bevestigen!”
Wil jij één van de mensen zijn die Simon, Fulco en Lieven gelukkig maakt door er bij te zijn als ze live spelen? Zak dan zeker af naar een (of meer) van volgende evenementen:
25/09 – Ancienne Belgique, Brussel
08/10 – De Toonzaal, Den Bosch (NL)
09/10 – De Grote Post, Oostende
14/10 – De Spil, Roeselare
15/10 – C-Mine, Genk
16/10 – LantarenVenster, Rotterdam (NL)
19/10 – KC Nona, Mechelen
22/10 – Handelsbeurs, Gent
30/10 – Het Koorenhuis – ProJazz, Den Haag (NL)
24/11 – CC Schoten, Schoten
25/11 – Het Depot, Leuven
26/11 – Tivoli Vredenburg, Utrecht (NL)
09/01/2022 – Open Music Jazz Club, Komen
14/01/2022 – Flagey, Brussels Jazz Festival, Brussels
28/01/2022 – Paradox, Tilburg (NL)
05/02/2022 – De Roma, Antwerpen
01/03/2022 – Le Volcan, Le Havre (FR)
06/05/2022 – Bimhuis, Amsterdam (NL)