Bern, Zwitserland, doomsdaypop van de hand van Thomas Schlidiger, de man achter de naam Tender Ender, komt er vandaan. Barokke popmuziek als een depressieve Elton John die zijn piano omzwachtelt met zwarte doeken en weltschmerz.

Een compleet andere invalshoek alleszins, gezien Schlidiger voorheen in bands als Dead Bunny en een link heeft met The Budget Boozers, een anonieme bende alcoholici annex glamrockers à la boel op steltenzetters.
In zijn eentje ziet hij het allemaal heel wat minder frivool. De drang naar het einde is groot, het treuren over de nabije dood, over wat misgaat, wat altijd zal blijven misgaan, zeuren en janken en zich wentelen in ongemak en onmacht dat zich vertaalt in een stem die als uit een plastieken graf komt piepen.
Een goede zanger is hij zeker niet, een overtuigende dan weer wel bij dit soort deuntjes waarbij de piano een hoofdrol speelt. Het interessantste aan de plaat is echter de veelzijdige muziek, van soundscapes tot cinematografische stukjes sfeer, beats hier en daar, heerlijke gitaarlijntjes als ze opduiken. Black Swan wordt zo een plaat waar niet zo makkelijk de vinger valt op te leggen.
Stilaan openbaart de plaat zich, als het openen van een kapotte urn waarvan de helft van de as al is verwaaid. Cabaretesk ook soms, als een Band Of Holy Joy die met een ei zo na kermisdeuntje een treurmars in zet.
Bevreemdend en anders dan de doorsnee popplaat is Black Swan best wel te pruimen, ondanks of net dankzij de intrigerende muzikale vondsten die ’s mans stem omringen.