Site pictogram Luminous Dash BE

W-FEST (19/8/2018)

Of het nu wakker worden, dansen, je klaarmaken om naar een donker feestje te gaan, wegdommelen of vrijen is dat je doet: A Slice Of Life brengt muziek dat in elk scenario kan passen. Een band waarvoor we graag vroeg naar de weide trokken, want we hoorden reeds hun net uitgebrachte plaat Restless waar we ondertussen nogal zot van zijn, maar hadden ze nooit eerder live gezien. Dat Dirk Vreys een stem heeft die vergeleken wordt met die van Robert Smith, wisten we reeds van bij optredens met zijn coverband The ObsCURE. Wat hij hier brengt, is nog meer dan dat. Zijn typische timbre blijft, maar A Slice Of Life brengt donker melancholische postpunk in een eigen alternatieve soundpack dat toch erg eighties klinkt. Het nummer Sorrow klinkt hartverscheurend schoon. Als Vreys aankondigt wellicht het enige Nederlandstalige nummer van het festivalweekend te spelen, weten we dat Liefde Is Oorlog er aan komt. Heerlijk, want het doet ons wat aan Aroma Di Amore denken, maar vooral: nog nooit eerder hoorden we iemand zo heerlijk het woord ‘pijn’ schreeuwen. A Slice Of Life? Voor ons mag het gerust wat meer zijn dan een sneetje !

De volgende band is er eentje waarover iedereen het eens is dat ze steeds beter werden met ouder worden. Struggler was eind jaren ’70 vooral in de Limburgse punkregionen bekend, maar sinds hun schitterende album The Gap en 40 jaar ervaring later bespeelden ze al heel wat podia in België en Nederland, waar wij vaak graag bij waren. Ondertussen zijn de vier muzikanten perfect op mekaar ingespeeld en geniet zanger René Hulbosch als een jong punkbeestje op het podium, waar hij nog steeds graag eens over rolt. Ze openen met Recrudesce, waarmee ze meteen donkere drums, baslijnen en een strakke gitaarlijn de tent in sturen. De nachten schijnen donker… hij had het niet beter kunnen zingen. Ruige gitaren openen Poeha! en dat ruige hangt over de meeste nummers heen, zonder in een messy chaos te vervallen. Wanneer René aankondigt dat iedere band een geheim wapen achter de hand heeft, weten we dat hij het over zijn zoon Alain heeft. Een topgitarist, die ook de backings doet. De vingervlugheid en attitude van deze jongeman is opmerkelijk! Hij leerde het dan ook van een topmuzikant én kreeg daarbij ook diens genen mee. Zijn gitaarwerk doet iets magisch met de nummers… van Key 17, The Other Side, Shrapnel, The Past Won’t Burn, Wanted, Night Fever tot Don’t Care: Struggler stond er. Sterker dan ooit.

Liefhebbers van 80’s pophitjes zullen deze kapitein met zijn eeuwige rode muts zeker en vast kennen van de hilarische pophit van Wot!, maar uiteraard is Captain Sensibleook één van de boegbeelden van punklegende The Damned. Samen met een paar opgetrommelde bevriende Belgen waaronder ene Jens De Waele, zorgde Captain Sensible voor een set die eigenlijk leek op één van The Damned in miniformaat. We hebben er het raden naar wat de man in werkelijkheid over zijn solo-uitstapjes van de jaren 80 dacht, maar soms is humor ook kunst. In Amougies zorgde Captain Sensible voor een (kort) rock ’n rollfeestje. Veel zal daarover achteraf niet worden naverteld, maar de 30 minuten waren wel plezant. En neen, we maken geen zinspelingen op diens hit Glad It’s All Over
Als je als organisator grossiert in 80’s bands die teren op oude hits en niets nieuws meer uitbrengen, dan heb je soms een misser in je spel (ofschoon ook dat weer subjectief bekeken is). Wij (en we veronderstellen de rest van de tent) kennen Animotion alleen van Obsession en wie deze band nu live aan het werk ziet weet waarom dat zo is.

De Waalse band uit Athus was meer dan tevreden dat ze op het podium van W-Fest stonden. Op een vriendelijke manier wraak uitspuwen, want de band rond Rémy Willieme kon in haar gloriedagen nooit snoepen van Vlaams respect. Zeggen dat de tent in W-Fest tot aan de ingang gevuld was, doen we niet. Daar is hun meesterwerk The Speed Of Hope net iets te obscuur voor. Wel zagen we een gretige menigte (waarschijnlijk veel Walen, il faut le dire) die zich te pletter dansten op de melancholische synthwave waar zelfs wijlen Adrian Borland een zwak voor had. Je kan zelf wel een zin met de woorden parels en zwijnen vormen, desalniettemin was Dole groots.

Voor Red Zebra die voor de derde keer op rij op W-fest stond, liep de tent goed vol. Ze traden de laatste tijd weer erg veel op en je merkte in de tent dat er heel wat nostalgie leefde rond de band. We zien mensen die er bijna op alle optredens bij geweest zijn en mensen die hen na zoveel jaar opnieuw hoorden. Eén ding is zeker: ze speelden een retestrakke set van hun nog steeds bekende en geliefde nummers zoals Spit On The City, Polar Club, TV Activity, I’m Falling Apart, I Can’t Live In A Livingroom, Agent Orange en The Art Of Conversation. Het publiek werd er dolletjes van! Bij Shadows Of Doubt springt Peter Slabbynck het podium af om het publiek via de middengang te begroeten. Hij claimt dat zijn fitnessabonnement zijn geld waard was als hij terug het podium op gaat en ja, het is opvallend: vorig jaar sprong hij als een veulen van het podium maar was het niet evident om er terug op te geraken. Vlotjes ging het dit jaar! Openen en afsluiten deden ze met covers: Of One Skin van The Skids en Winning van The Sound. Zelf zijn we niet zo gek op de covers, maar eerlijk gezegd: we leken veruit de enigen! Hun tijd zat er op, maar na lang aandringen van de fans, konden ze toch nog even terug komen om God Is Not A DJ te spelen.

De Noor Karl Morthen Dahl had in 2014 het idee om een volledig instrumentaal project te starten met een sound alsof die recht uit 1983 kwam. Met Antipole is hij er in elk geval in geslaagd om die treurige, melancholische schoonheid uit de jaren 80 te vatten in zijn muziek. Maar het bleef geen instrumentaal project, want al snel vervoegden de Britten Paris Alexander en Eirene de band en schreven teksten en zanglijnen uit. Dat Dahl zich vooral liet inspireren door The Cure, New Order en Clan of Xymox en vindt dat hij wat meer naar Trisomie 21 moet luisteren, hoor je in zijn eigen werk. Ze brachten nummers van hun debuutalbum Northern Flux, maar ook Shovelheads, een nummer voor hun volgende plaat. Antipole bracht een in zwarte velours gehulde set die zowel ijskoude, bijna frigide muzikale momenten veroorzaakte als voluptueuze, warme amerijen. Dat die antipolen ons geregeld door de bedwelmde gitaarlijnen, eighties drumritmes en zwevende synths en vocals bij de keel grepen, was heerlijk sterk!

Doordat Marc Almond op dezelfde dag nog zijn boot wilde halen (soms gedragen sterren zich als sterren) werd de tijdstabel van de synth stage aangepast waardoor Shriekback zowat op hetzelfde moment als Trisomie 21 moest spelen, en ook Almond en Clan Of Xymox op hetzelfde tijdstip geprogrammeerd stonden. Trisomie 21 wordt niet door iedereen begrepen laat staan gewaardeerd, maar de broertjes Lomprez zorgden wel voor een hoogtepunt. Lelijkheid tot kunst vervormen, het feit dat je niet kan zingen tot een onweerstaanbare gimmick maken. Philippe en Hervé Lomprez hebben zich nooit een jota aangetrokken van wat anderen van hun muziek vinden en dat doen ze nu zeker niet! Met een nonchalante blik zoals alleen de Fransen dat kunnen, herinnerde Trisomie 21 er ons aan waarom zij de beste band uit de electro cold wave-scene zijn. U vindt dat wij verkeerd zijn? Dat mag, geniën hebben het nu eenmaal moeilijk om aanvaard te worden, maar Trisomie 21 was in Amougies geniaal. De enige toegeving die Trisomie 21 op W-Fest wilde doen, was een set spelen die zo goed als volledig uit hun grootste undergroundhits was getrokken, of voor onwetenden een ideaal moment om te beseffen dat Trisomie 21 meer op zijn kerfstok heeft staan dan The Last Song.

Omdat Shriekback opgericht werd in mijn geboortejaar (voilà, bij deze hoeft niémand mijn leeftijd meer te komen vragen-Nel, nvdr.), waren we niet zeker of de houdbaarheidsdatum al dan niet verstreken zou zijn. Er zijn er die beter worden met de leeftijd en er zijn er die aan kwaliteit verliezen. Tot die laatste groep hoort Schriekback alvast niet, want ze brachten een lekker klinkende set met oude nummers, maar ook wat nieuwer werk. Wat bewees wat Carl Marsh ons al eerder toevertrouwde: Shriekback is een zelfontstekende machine, die steeds een grote nieuwsgierigheid behouden heeft om nieuw werk te maken vanuit de ‘wat als… ?’-gedachte. De band heeft in deze line-up twee sterke gitaristen en daar houden we wel van. De nummers waaronder ook de hits Spine, Nemesis en Lined Up werden sterk neergezet en het publiek genoot! Hoewel de tent toch maar halfvol was. Dus ofwel was een groot deel van de bezoekers naar Trisomie 21 gaan kijken ofwel zaten ze toch – na 4 à 5 dagen W-fest – even uit te blazen.

Het lijkt wel de logica zelve te zijn dat Clan Of Xymox op ieder zichzelf respecterend wavefestival haar plaats verdient. Veel heeft te maken met het feit dat de band rond Ronny Moorings één van de meest langlopende in het genre, en eigenlijk ook wel één van de uitvinders ervan is. De band besefte maar al te goed dat ze in Amougies de unieke gelegenheid had om te kunnen spelen voor een publiek waarvan een deel nog nooit van hun gehoord heeft. Clan Of Xymox koos dan ook resoluut voor een greatest hits-set. Achteraf konden we op de sociale media lezen hoe aangenaam het voor sommigen was om voor het eerst deze band te mogen horen. Soms is laat beter dan nooit. Clan Of Xymox gedroeg zich routineus, maar in hun geval is dat nooit een negatief aspect. Het geluid zat niet altijd mee, maar als je de beste songs uit de new wave-geschiedenis op je setlist hebt staan, kan er maar weinig verkeerd lopen.

Sinds we het album This Last Night… In Sodom van Soft Cell te horen kregen, zijn we onvoorwaardelijk fan van de band én van zanger Marc Almond. En met ons blijkbaar heel wat gelijkgestemden. Ondanks het optreden van klepper Clan Of Xymox in de andere tent, verzamelt een grote horde fans voor wat een mooi spektakel belooft te worden. Twee jaar geleden op ditzelfde festival één van de hoogtepunten. Tegen het einde van het concert kunnen we zelfs spreken van een volle tent, weliswaar met nog voldoende beenruimte voor de breedspraak. De band staat klaar voor de set en Marc Almond komt op met een smartphone om al wat sfeerbeelden vast te leggen. Opener Adored And Explored wordt ingezet en het is meteen duidelijk dat de stem van Soft Cells frontman nog steeds staat als een huis. Bedsitter spoort de menigte aan richting passende roes: ‘Dancing, laughing, drinking, loving’. Geflankeerd door een koppel backing vocals komen de songs steeds tot hun volle recht. Er volgt een afwisseling van ‘Hits And Pieces’, zoals deze tour ook op het basdrumvel aangekondigd staat. Kind Of LoveThe IdolRussian RouletteTorchBlack HeartMy Hand Over My Hearten Demon Lover volgen elkaar naadloos op en zowat elk nummer wordt op de achtergrond voorzien van een bijhorende clip. Doorheen de hele set wordt zonder enige aarzeling heen en weer geslingerd tussen uptempo en iets trager, met vlagen van pure eighties sound, motownachtige pop, glamrock, cabaret, electro en disco. In Torch missen we wel de scherpe synth die normaal gezien zo nadrukkelijk aanwezig is en de song een dreigende urgentie behoort te geven. Net wanneer we vrezen dat het concert qua herkenning wat zou kunnen teleurstellen, zet de band Down In The Subway in. We zitten meteen weer in de juiste mood. Zeker wanneer Almond nadien zijn coverversie van Brels Jacky aankondigt. Soul Inside zorgt voor het eerste kippenvelmoment van de avond. Tainted Love / Where Did Our Love Go krijgt het dak eraf, en tijdens het bruggetje tussen beide songs komt Marc opnieuw met zijn smartphone op het publiek af. Mission accomplished, zal hij denken, wanneer hij achteraf beide filmpjes zal herbekijken. Say Hello Wave Goodbye zorgt voor het tweede kippenvelmoment. De perfecte afsluiter van een fel gesmaakt concert dat uiteindelijk nooit de aandacht deed verglijden. Sex Dwarf van Soft Cell en Tears Run Rings hadden de set helemaal af kunnen maken, waardoor we een beetje op onze hithonger bleven zitten. Maar de immer jongensachtige Marc Almond, die op zijn 61ste nog niks aan zijn energieke performance heeft moeten inboeten, laat bij deze nog wat over voor een volgende keer.

Het was hun enige show gepland in België en dat was hier in Amougies ! De meningen over Suicide Commando zijn vaak verdeeld maar voor ons blijft het een band die ijzersterke shows – zoals ook vanavond – neerzet. Een band die continu zijn publiek aanhaalde, beats bleef poneren die je lichaam niet kon negeren en dit met zo’n kracht dat het geen seconde verveelde. Love Breeds Suicide,  Hellraiser… we keep on loving those ones.

Soms gebeurt het wel dat eighties-bands van naam moeten veranderen wat automatisch in hun nadeel speelt. Zo weet iedereen ondertussen dat The Chameleons ondertussen Chameleons Vox geworden zijn, maar voor D:uel was dit overduidelijk een paar ander mouwen. Opmerkelijk hoeveel mensen ons aanspraken met de vraag wie D:uel was en in feite niet wisten dat het om de beste synthpopact uit de 80’s gaat: Propaganda. Organisator Erik De Ridder mocht hun wel als Propaganda aankondigen en dat was wat we kregen. De originele zangeressen (Susan Freytag en de nog altijd onweerstaanbare Claudia Brücken) brachten volledig het debuut A Secret Wish. Destijds beschouwd als een studioproject, wat het ook was, maar met D:uel komt de magie van deze synthpop meer dan ooit op een podium naar boven. Het was duidelijk wennen voor heel wat W-Festbezoekers (zo was het bijna tien minuten durende Dream Within A Dream bijna Tangerine Dream pur sang). Iets zegt ons dat dit de eerste en laatste keer is dat deze band naar ons land terugkomt. Bedankt W-Fest om te bewijzen dat reünies wel soms zinvol zijn!

Jarenlang waren we fan van Lords Of Acid, met hun energieke, extravagante Maurice Engelen, creatievelingen Nikkie Van Lierop en Olivier Adams, live vergezeld van de uitdagende Nathalie Delaet of Deborah Ostrega. En ook al ziet de band er tegenwoordig anders uit met nieuwe zangeres Marieke, wij keken er naar uit om hun nieuwe album Pretty In Kink live te horen. De plaat blies ons niet omver, maar Lords Of Acid heeft het altijd al vooral van hun liveshows moeten hebben. In drie nummers tijd werden al deze gedachten, al het ‘uitkijken naar’ weggevaagd en was het een kwestie van zo snel mogelijk weg geraken.  We wilden dat we iets anders konden schrijven, maar dit was zo’n ondermaatse en teleurstellende performance.

Om met een feestje af te sluiten, hadden ze geen beter duo dan Els Pynoo en Danny Mommens met Vive La Fête kunnen vragen. Met hun nieuwe album Destination Amour dat wel even op zich liet wachten, hadden ze ook alle reden om te vieren. Eén voor één danshits die vol levenslust zaten en opzwepend klonken, brachten ze met een soms donker, maar energiek elan: Noir Désir, Tokyo, Maquillage, Ne Touche Pas, La Vérité enAssez als oudere bekende hits, maar onder andere ook het – van knappe lyrics voorziene – Samedi-soir. Mannen fluisterden dat ze jaloers waren op de ventilator onder mevrouw Pynoo. Vrouwen hoopten haar pure schoonheid op het podium ooit te kunnen evenaren met hun dansmoves. Een koppel dat tot de verbeelding spreekt: liefde voor hun muziek en voor elkaar op het podium. Mooi hoe Danny achter Els ging staan en met zijn zwart bijna versmolt in haar wit alsof ze een fragiele utopie waren. Als ze de set afsluiten, roepen ze nog even drie mannen op het podium (waaronder Sam en Chris van Red Zebra / Der Klinke), die het publiek nog meer in de mood brachten om de nacht al dansend af te sluiten met de klassieke Popcorn Song en een stukje Psychokiller van Talking Heads. C’était fantastique!

Dit was W-Fest voor ons! Een heerlijke vijfdaagse onderdompeling in oude én nieuwe eighties sounds met enorme hoogtepunten en soms ook minder sterke performances. Wij kijken uit naar de volgende…
Reviews geschreven door Didier Becu, Koen Camaert en Nel Mertens

Copyright foto’s:  Karim Hamid

https://www.w-festival.com/en/

Mobiele versie afsluiten