Het is druk bij onze noorderburen. Er was Best Kept Secret waar je nieuwe bands kan ontdekken tot je er ziek van wordt, en er is ook Vestrock. Een uiterst sympathiek festival dat al tien jaar oud is. Het concept is simpel en effectief: een familiefestival met gevestigde waarden en vooral nieuw talent. Wij waren er zaterdag bij, vooral voor die ene band waar we naar uitkeken en alles wist te bevestigen wat maar te bevestigen was (White Lies dus), maar er was ook nog veel ander snoepgoed.
Voor velen was het ook de dag dat Frans Bauer langs kwam. Lijkt dom, maar herinner je
Pukkelpop van vorig jaar toen Pawlowski het deed met Willy Sommers. Bauer deed het in Hulst, en dat resulteerde zelfs in een cover van Rammstein. Neen, we hadden nooit gedacht het te zien en je kan veel zeggen van de man, maar je moet het toch maar doen om op klaarlichte dag 10.000 festivalgangers een polonaise laten maken. Maar goed, het blijft Frans Bauer en de White Lies blijven de White Lies. Onlangs verscheen Five, hun vijfde album. Hun minste, maar op de main stage bewezen de Londenaars dat ze de beste poppy postpunkband van dit moment zijn. Sorry Editors…
De tweede prijs ging naar Sons. Een bende uit Melsele die het in een recordtempo tot het
podium van Werchter wist te schoppen, en dat doe je niet zomaar! Psychedelische indierock
met vele hoeken af, en wat een livesound!
Donnie tapte net iets te veel uit het vaatje van (tja) Kraantje Pappie en valt voor ons onder te brengen onder de noemer van Hollandse rap, maar daar stonden dan weer Nothing But Thieves tegenover die het bijzonder leuk vonden om nogmaals op Nederlandse bodem te staan. Een tikkeltje bombastisch en Muse was nooit veraf…
Dat was ook zo bij Navarone, een Hollandse band die ons zowel deed denken aan Led Zeppelin als Soundgarden. Tamelijk vet dus. Kun je ook zeggen van onze nationale metaltrots Evil Invaders, terwijl de Ieren van The Wood Burning Savages voor de frisse indiepunk zorgden.
Vestrock deed zijn eer alle naam aan. Herontdekken, en vooral ontdekken. CU Next year!
Tekst: Didier Becu Foto’s: (c) Ann Cnockaert