De 37ste editie van Pukkelpop beloofde veel goeds! Niets nieuws voor muziekfanaten die het toonaangevende festival elk jaar met stip aanduiden op de kalender, en blind vertrouwen hebben in de jaarlijks slim uitgekozen programmatie van hippe acts die het hedendaagse muzieklandschap kleuren. Wij mochten de spits afbijten in het wisselvallige weer.
DONDERDAG
Fietsend op weg om ons ticket te regulariseren werden we op de hoofdbaan geramd door een joviale ontblote en beschonken jongeman die pardoes door de lucht vloog eenmaal hij kennis had gemaakt met mijn lijfelijke ‘luminous’ lijf. Een intense knuffel maakte veel goed. Onhandig, geïntoxiceerd strompelend, de onwaarschijnlijk overbodige hoeveelheid pintjes die het gras kusten ten alle prijs beschermend, terwijl de vrienden kleurloze vloeistoffen afscheiden op het toilet. Pukkelpop- donderdagen zijn als een pensenkermis full-gass! Het bier vloeien rijkelijk en Vlaamse schlagers wisselen de opzwepende beats af in de verschillende flitsende tenten. Wij zochten na een sobere en verkennende toeristen loop voor de Club en Marquee.
ILA haar droom was uitgekomen vandaag, alleen niet de onze. De zenuwen speelden de band parten, wat een gemiste kans was ondanks de volle club. De laatste nummers, waaronder Leave Me Dry brachten exact wat we ervan verwachtten, en toonden alsnog dat ze klasse te over hebben. In de Marquee gingen de boxen loos op Bizkit Park, een band die ondertussen al op elk vrij stukje gras in ons thuisland heeft gespeeld. Ze vlogen er direct in met My generation, en het klonk van in het begin al beter dan de laatste doortocht van hun peetvaders.
Tijd voor de laatste snaren van de avond met Meltheads. Yunas liet de riffs rollen op een manier alsof hij met de gitaar uit de baarmoeder was gekropen. Gezegend met de flamboyante Sietse als frontman lieten ze de zweetdruppels langs het tentzeil rechtstreeks in de waterreservoirs glijden. De bonkige drums lieten de zanger het publiek in stuiteren, het hielp om de tent te slopen en hij deed dat letterlijk met zijn statige statief. Terecht Naief mogen ze terugblikken op een overtuigende verschijning als headliner in de club! Na de drumsolo vlogen ze in een rotvaart langs I Want It Al en Screwdrivers, twee rauwe raspunkers die rechtstreeks uit de eighties kwamen. Op de tonen van Uhm This van de Bloodhound Gang dropen ze af. Groupies gaan smelten bij het zien van voldane Meltheads. Dankuwel! Alstemblieft!
VRIJDAG
Kan men beter wakker worden met een frisse pint en/of koffie in de hand, lachsalvo’s afvurend bij onze Duitse vrienden Siegfried & Joy? Ze hadden zichzelf reeds een vijftal keer onaangekondigd aangekondigd een half uur voor het werkelijke startuur van hun Hollywood-show, waar ze voorlopig nog niet mee buiten de Europese grenzen zijn geraakt, bulkend van absurdisme en nonsens. Het tweetal verovert momenteel de socials met pseudo-mislukte verdwijnpogingen en krijgt bijval in vele landen. Kaarttrucs en illusionisme doorspekt met onnozelheid liepen op het eerste zicht in het honderd., toch kwamen ze meestal op hun voeten terecht. Siegfried of Joy, was deze ochtend gaan vissen en toverde op onverwachte momenten gigantische vissen vanonder zijn kledij. Ook een levensgevaarlijke pluche tijger bedreigde het zittende publiek, maar werd tijdig terug naar Planckendael gestuurd, en hilarische buikspreekacts met uit het publiek geviste slachtoffers lieten ons glimlachen tot achter de oren. Siegfried is een ‘joy’ om naar te kijken, zijn vriendje was minstens evenwaardig. Met een verdiend boeket kunstbloemen stuurden we ze huiswaarts.
“Pukkelpop, zijn jullie klaar?” We dachten van niet, maar het hielp om de innerlijke sleutel in het contact te steken. Naft is de brandstof die we nodig hadden na het lange opspannen van de diepe buikspieren bij Siegfried & Joy, zelfs na een uitgebreid ontbijt op de camping. De bandleden stonden goed uitgebalanceerd op het immense marquee podium, en jaagden van bij de start de opgelopen donderdagkaters naar verre melkwegstelsels. In werkelijkheid lagen er nog evenveel te stinken in aftandse iglotenten, comateus sterretjes te tellen. Underground-technobeats verspreidde zich langs de houten plinten en nam van onderuit bezit van onze aderen, stilstaan was geen optie meer. Geoliede blaasinstrumenten dreven ons iets verder terug de wei op richting Lander & Adriaan. Van die laatsten weten we op voorhand dat ze de wei zullen plat raven, dat zagen we vorige weekend al tijdens hun doortocht in het OLT Rivierenhof.
Big special toverde uit hun post-industriele hiphop rake tracks met attitude en zichtbare stierenkloten, echter lieten ze het na de wei te overtuigen. Een optreden mag uit meer bestaan dan imago. De modernistische poppunk van Lip Critic deed het grote speciaal snel vergeten met twee dolenthousiaste drummers, knoppenexpert en een overtuigende zanger. Lieve en expliciet gebarend, lieten ze aan het groeiende publiek uitschijnen dat ze hier graag waren. Kritische punten kunnen we achterwege laten en met pruimende lippen gooiden we onderling respect naar mekaar. Eenmaal zanger Bret Kaser op zijn knieën in het gras neerdaalde, kregen ze de opgekomen massa in hun greep en lieten ze als een pitbull niet meer los. Tegen het einde mocht de stampende drummer zijn hardcore pose showen achter de microfoon, om achtereenvolgens de truc van verstijfde bandleden te spelen. Waar hadden we dat al eens gezien? Juist, The Hives maken er al jaren gebruik van tijdens hun performances. Een verrassing van formaat!
Op de tonen van Whole Of The Moon die luid uit de Beer Shack schalden, schokten we naar het jonge talent Lola Young. De Britse rijzende ster die algemeen als de nieuwe Amy of Adèle wordt gezien. Of ze die status ooit gaat bereiken is koffiedik kijken. Met haar soulvolle R&B-pop nam ze de ruimte direct in met Wish You Were Dead, Don’t Hate Me & Conceited, Ze deed het met overtuiging! De pompende bas deed onze ingewanden van plaats wisselen, wat zorgde voor kriebels. Ook Lola jeukte als een zeldzaam aangename muggenbeet die we koesterden en even niet wilden openkrabben. Wanneer de wonde dreigde te etteren zorgden de nodige ‘hooks’ ervoor om onze aandacht vast te houden. We vroegen ons oprecht af of Lola het lastig vond om, elke keer ze zich omdraaide, haar eigen megagrootte hoofd op de videowall te zien. Eerder iets voor narcisten om je eigen spiegelbeeld te omarmen. “I’m A Sucker For Love” zong ze ergens, en ondanks haar nood wist ze meer dan genoeg aan ons terug te geven.
Vanop afstand hoorden we een standvastige versie van I Think I Like You van Blackbox Revelation. We kozen voor onze eigen rijzende ster Sylvie Kreusch. Kill Your Darlings, ook dat is pukkelpop. Als een ongrijpbare diva fladderde Sylvie frivool over het podium. Zoetgeurende feromonen vulden de Marquee. Een hunkerende massa droomde over ultieme hartstocht. Onaantastbaar sproeide ze haar, in songs gegoten, parfum als een vluchtig geurtje van rij tot rij, geen neusvleugel ontsprong de sierlijke dans. Verzoenend deed ze de kleine huidhaartjes rijzen als de beste bloem, en zeldzaam dreigend kwam er zelfs venijn bovendrijven. Als superlatieven niet genoeg kunnen zijn… het is niet de bloem maar de roux die de beste saus maakt. Sylvie was saus, parfum en een combinatie van alles wat geweldig geurt en smaakt. Toch maar opletten want soms klonk ze als een stoutmoedige heks die stiekem kwaad serum foutief durfde gebruiken. “Waar zijn die heksen in de zaal? Waar zijn die heksen in de zaal?” Jij Sylvie, jij betoverde ons!
Dizzee Rascal en The Streets, Soulwax of Slift… Foei Chokri! Nooit gehoord van “Kiezen is verliezen”? Heimwee naar Bonkers deed ons kiezen voor de eerste. De meester van de UK grime koos voor een feestje, en stond daarmee ook in de aangewezen dancehall. Het geluid was top, de sfeer mak. De muziek klonk helder maar boeide evenveel als een geeuwende kudde schapen die weinig inspirerende keutels uit hun achterwerk door de hall persten. Dansbaar en lichter verteerbaar dan een simpel worteltje, tijd voor de catering om onze honger met iets deftigs te belonen.
Geleerd uit onze keuze voor Dizzee kozen we deze keer voor ‘both of two worlds’, en splitsten onze aandacht tussen Soulwax en Slift. De broertjes Dewaele brachten een stelling mee en lieten deze niet opbouwen door Michel Van Den Brande uit de Sky Is The Limit. Drie drummers namen bezit bovenop de geknutselde constructie en de broers daaronder in hun volledige synth laboratorium. Een goed opgebouwde set die met momenten niet klonk zoals het zou moeten. David was nauwelijks hoorbaar en de set klonk wat routineus, wat verwonderlijk is aangezien het hun tweede show in een lange tijd was. Deze keer geen kudde schapen, meer ritmisch bekken kantelend, en op automatisch piloot bewegen op Missing Wires, Krack, The Single Has Become A Deejay. Tussendoor hoorden we buiten een karrenvracht aan nieuwe nummers plus de knallende sample uit Work It van Marie Davidson. De drumsolo van Meltheads gisteren werd deze keer overtroffen door drie drumstellen die de stelling stevig liet daveren. De voorbode voor enkele ‘classic nite versions’. Het werd een onderhoudende thuismatch met een teleurstellend gelijkspel. Slint op hun beurt bleef steken in een zompig moeras, en probeerde ons te beklijven met hun progressieve rock, alleen kwamen ze zelden verder dan een flauwe versie van zichzelf. De vele gitaarnoten dwarrelden als een brandende en neerstortende wensballon naar beneden, en raakten nog kant nog wal. Na het verdienstelijke Ummon kozen we het hazenpad.
De zes man sterke Fountaines DC, met de uitermate charismatische Grian Chatten aan het roer, overstegen live hun sound vanop plaat. Het klonk grootser en tijdlozer dan we hadden kunnen dromen. Een subtiele verwijzing naar het conflict in Palestina drukte de pret niet, en duchtig werd er bewogen gedurende heel de set. Een kleine blaam was de opeenvolging van de nummers die een meer dan geweldig concert in de weg stond. Het ritme slingerde heen en weer, op en neer, en haalde de vaart er met momenten helemaal uit. Zelfs dan spoten de fonteinen krachtig hun elixir van de mainstage in onze dorstige keel.
Tijd voor de afsluiter op de Marquee. De band zocht beschutting achter een soort ark van Noah met een onderkoelde ijskoningin aan het roer, of was het een aan het altaar in de steek gelaten bruid? Eenmaal Jorja Smith was ontdooid werd het een r&b-feestje van de bovenste plank!
Helemaal opgewarmd reisden we terug naar het hoofdpodium voor het FOMO optreden van het jaar: Fred Again. Hij ging eenzaam aan de piano zitten voor de eerste noten om zo even onze gevoelens te prikkelen alvorens de knoppen en het volume volledig open te draaien Rumble in the Jungle! Geen wereldvreemde bosbewoners maar wankelende takken gingen compleet uit hun dak op de hitraket die Gibson ondertussen bij elkaar heeft geschreven. De niet zo arme man heeft een waar arsenaal aan knallers die hier met de nodige dynamiet werden afgestoken op de dolle, dansende menigte die zo voltallig was dat aanschuiven als een banale bezigheid kon gezien worden. Uitzinnig werd er meegezongen met Delilah (Pull Me Out Of This) dat rustig uitdoofde met Gibson aan de toetsen, zoals de set dus begon. Fred Again was een aanslag op de ledematen en zorgde zo voor een goede nachtrust. Pukkelpop is een kwaliteitsmerk waar we blind op kunnen vertrouwen!