Wat zijn we toch verwend in ons klein landje! Tijdens de zomer kan je, als je dat wil, in elk gehucht fantastische optredens zien. Een jaarlijkse afspraak voor Luminous Dash is Melkrock in Tielt. Een gezellig festival waar je ieder jaar een mix van beloftevolle bands, sterke live-acts en een gevestigde waarde aangeboden krijgt. Er zijn heel wat fijne dingen aan Melkrock. Eén daarvan is het feit dat je alle optredens kan meemaken zonder dat je daar massa’s omwegen moet voor volgen. Een simpele kwartdraai is op het recreatiedomein Watewy voldoende, vakkundig aangeduid door de levende wegwijzer Luc Dufourmont. Luminous Dash was er uiteraard ook weer bij dit jaar…
Het eerste optreden op het hoofdpodium was er één van BagudeBastard. Het programmaboekje leerde ons dat dit een lokale band is. Wij waren jammer genoeg pas bij het laatste nummer toegekomen. Een beoordeling maken op basis van één nummer is wat sneu, maar alleen al de mooie soulstem die we hoorden verdient een vermelding.
Luc troonde ons in de richting van de tent met de woorden: “Hallo, ik ben hier, kzin hiere, kom kom kom we gaan naar de tent.” Daar zat een oude man op een stoel die wel uit het bejaardentehuis achter de hoek leek weggelopen. Maar neen, dit is Little Jimmy, 75 (!) lentes, een muzikant die ooit het voorprogramma van The Rolling Stones verzorgde en die Tielt even kwam tonen waarom dat zo was. Het was schattig om te zien hoe deze rasmuzikant de ene lekkere bluestriff na de andere uit zijn gitaar toverde en daarbij teksten zong als “She washed my face en served my diner” afwisselend met yihaa’s en “ist goe?”-bindteksten. Een meer dan fantastisch idee van de organisatie om te onderstrepen dat liefde voor muziek iets van alle leeftijden is.
Ondertussen bracht La Jungle op het hoofdpodium alles in gereedheid. Het duo uit Namen doet dit zonder kapsones. Ze zetten hun spullen op en beginnen er aan. We hoorden in het publiek iemand vragen: “Zijn die maar met twee?” Ja dus, La Jungle is een Waals duo dat lawijt maakt, maar ze doen dit net alsof ze een hele bende zijn, en dat met alleen maar een gitaar en drums. Dat laatste is bij La Jungle een ware topsport, want tegen het einde van de set kon de drummer zijn kletsnatte t-shirt letterlijk uitwringen. Ondertussen sprong de zanger/gitarist als een Duracell-konijn rond en wrong hij zijn gezicht in de vreemdst mogelijke plooien. Mocht je een filmpje van deze kerels bekijken (doen!), dan zou je zweren dat het versneld wordt weergegeven, maar we kunnen je verzekeren dat dat geenszins het geval is.
De volgende in rij waren de heren van het dezer dagen alomtegenwoordige Mooneye. Vorige week zagen we ze nog schitteren op Dranouter, en ondertussen speelden ze ook nog eens op de Katse Feesten en op het Rijversfestival. Het succes is hun van harte gegund, want telkens slagen ze erin om harten bij te veroveren. Een goed teken daarvan is bijv. het feit dat meer en meer mensen postvatten tijdens de soundcheck zodat ze een goede plek hebben. In Tielt ging het iets moeilijker om de sfeer er in te krijgen. Michiel moest het publiek aansporen om wat dichterbij te komen. Hoewel hij Nothing Ever Happens zong, gebeurde er wel degelijk iets: het publiek begon mee te klappen en mee te zingen. Vanaf het moment dat het volk mee was viel de stress van hun schouders en konden ze even later met Thinking About Leaving de strik rond het pakje afleveren.
Paard. (met punt geschreven!) was in de tent de volgende aan zet. Dit trio bestaat uit Sigfried Burroughs, Wim Segers en Owen Weston en die kan je gerust als één van de tofste nieuwe bands uit het Gentse beschouwen. Met de vibrafoon van Segers klinkt het allemaal wat jazzy, en dat is ongetwijfeld ook de reden waarom ze eerder deze zomer op Gent Jazz stonden. Toch is jazz een veel te end etiket voor deze funky muziek die ons soms wat doet denken aan Material met Bill Laswell of de grooves van Bootsy Collins. Het is super om de drie gade te slaan, het is net alsof ze elkaar voortdurend in een muzikaal gevecht
uitdagen om de juiste vibe te vinden. We zagen ze 5 maanden geleden in De Charlatan, maar wat ze op Melkrock toonden was toch nog van een heel ander kaliber. Was het in Gent nog wat zoeken, dan lijkt nu alles in de juiste melodische plooi te vallen. Paard. bracht nog niks officieel uit, maar wees gerust dat we in de eerste rij zullen staan als dat er is.
Crayon Sun. Dufourmont begon à la Chris Cornell te zingen “Crayon Sun, won’t you come”. Deze band rond Aldo Struyf brengt donkere, doorleefde bluesrock. De zware stem van Big Dave en het sublieme gitaargeluid van Aldo kwamen jammer genoeg niet tot hun recht in de openlucht. Dit is muziek die ongelooflijk hard binnen kan komen, maar in Tielt wilde dat niet echt lukken. Pas bij afsluiter Where Are You waren we in tranen door de kracht van deze formatie, maar dat was spijtig genoeg wel hun laatste nummer.
Veel mensen waren opgedaagd voor Spinvis. Veel families met kinderen die blijkbaar heel wat teksten konden meezingen. Leuk voor hen, wij konden de poëzie van de Nederlander iets minder smaken. Het viel duidelijk op dat er een ander publiek aan het wachten was op helden uit Wevelgem die rechtstreeks van Zweden naar Tielt onderweg waren.
Vito is de groep rond frontman Vito D’haenens, zoon van Derek & The Dirt-frontman Dirk. Aan het podium hadden ze een vredesvlag bevestigd en op de gitaar schitterden allerlei Rihanna-hartjes. Onder het goedkeurende oog van Michiel van Mooneye oversteeg de groep in Tielt zichzelf met hele mooie, emotionele liedjes zoals Scared Of Being Alone. De zweverige gitaarsound sleurde ons helemaal mee. De energie tussen de gitarist en de zanger was aangrijpend, voor ons was Vito dan ook één van de mooiste optredens van de dag.
Op het hoofdpodium was het de beurt aan Jaguar Jaguar. Hun sound doet flink denken aan Balthazar, maar evengoed aan dat van de Bee Gees en (jawel!) Michael Jackson. Om beurten zingen ze, vaak met kopstemmen waar de broertjes Gibb jaloers op zouden worden. Als ze niet zingen, dan dansen ze een soort van huppelende moonwalk die tot ieders verbazing op de eerste rijen werd nagebootst. Elegant ziet het er niet uit, aanstekelijk is het wel. De Michael Jackson-link zit hem niet alleen in de dans, maar ook in het ritme. We hadden de hele tijd verwacht dat er tussen de stroboscopen plotseling een man met een hoed op de neus zou opspringen om een echte moonwalk te doen. Het mocht niet zijn…
In de de tent kregen we als afsluiter Slow Crush. Ook deze band zagen we de voorbije maanden al een paar keer aan het werk, maar geen enkele keer zo knap als in Tielt. De grote lichten gingen uit en het rookkanon ging op volle toeren zodat we van de band alleen maar schimmen zagen. Heel mooi om naar te kijken, een hele kluif voor de fotografen. Na wat oponthoud kregen we een heel mooie, zweverige set met shoegazegitaren en basstroken die op het juiste moment voorbij kwamen. We lieten ons helemaal gaan en genoten ervan. Frontvrouw Isa Holliday danste elegant rond de lichtbundels. Even ging het bijna fout toen één van de bandleden in volledig extase tegen de drums aanviel, gelukkig zonder veel erg. Slow Crush was zonder twijfel de beste act van de dag.
Hadden we Brent en de zijnen nog niet gezien, denk je? Dat klopt helemaal, maar ieder heeft zo zijn eigen smaak. Brent was er klaar voor, zelfs nadat Luc net had onthuld dat Stake in het Zweeds “penis in erectie” betekent. De Stake-frontman begon uiterst geconcentreerd aan de start van de set. De hoofdjes van de fans op de eerste rijen gingen meteen ritmisch op en neer bij het aanhoren van van de eerste riffs. De mitraillette-drums van Joris deden alles ontploffen. Met de rode belichting tijdens Catatonic Dreams leek het wel alsof Satan met twee duivelse metgezellen aan het beuken was op de deur van de hel. Heel indrukwekkend om te zien. Steak Number Eight is niet meer, maar met Stake is er een héél straffe band in de plaats gekomen.