Foto’s: Hannelore Dieleman
Dag 7 van de Lokerse Feesten startte met Stone, een stel jonge honden (M/V) uit Liverpool. Om de oren uit te kuisen (?) na een week festivallen, stond het geluid voor deze band erg luid en pijnlijk schel. Alle stof er ineens uit.
Stone heeft niet alleen naar de stevigere Britpop geluisterd, maar zeker ook naar de Amerikaanse punkrock en grunge. Zagen we daar niet een Pixies t-shirt op de Vox-versterker van gitarist Elliot Gill liggen? De band trapte fel af met I Let Go en dan Keep Running: snel, distorted gitaren en alles geven in die zangmicro. Stone klonk live duidelijk harder dan in de studio.
I Got A Feeling startte met een Manchester nineties vibe (niet ver van Liverpool), parlando/gerapte refreinen en een meezingbaar chorus, de nieuwste single trouwens. Left Right Forward met de geit en Moto passeerden de revue gevolgd door een nieuw nummer.
Money (Hope Ain’t Gone) volgde en kreeg respons van het publiek. “A change we want it”. Het aanstekelijke nummer scoorde hier op de radio en dat nieuws heeft de band bereikt. Daarom komen ze graag naar België luidt het. In de finale met Waste loste zanger Fin Power ostentatief zijn Rubik kubus op tijdens een wat langere gitaarsolo en afsluiten deden ze met Leave It Out.
Worden er nog energietekorten verwacht in België de volgende winters? Laten we Stone af en toe eens binnenhalen in één van onze zalen en dat probleem is ook weer van de baan.
And now for something completely different… Dit zouden we na deze eerste podiumwissel nog twee maal kunnen zeggen op deze bonte avond. Van punkrock naar artrock, naar volbloed americana en terug naar Belgische indierock. Het zorgde voor een wisselend publiek vooraan op het plein, met vooral na Wilco een volksverhuizing, waardoor Balthazar ongeveer voor een half plein speelde.
Maar eerst was het aan Sylvie Kreusch, die net als in de editie 2022 tegen de zon in mocht optreden op de Grote Kaai, in wat voorlopig het laatste Belgische optreden was, want er wordt gewerkt aan een nieuwe plaat, konden we horen. Montbray, het album dat voor de doorbraak zorgde voor Kreusch, is dan ook al van eind 2021.
We kregen een theatrale set, met de vijfkoppige band compact centraal opgesteld en la Kreusch die de rest van het podium als bühne voor haar performance kon bespelen.
Een sterke set vonden we, al was de toegevoegde waarde van dit optreden aan dat van een jaar eerder op dezelfde locatie ons een beetje een raadsel. Maar dat kon de pret niet bederven, met het trio Falling High, Seedy Tricks en Shangri La als binnenkomers. Die speciale sfeer in de muziek met de forse effecten op de zangpartijen en de bijzondere harmonieën met de twee backing zangeressen (respectievelijk ook op bas en keyboards) vormden samen met de dansbare ritmes, het recept van de muziek van Kreusch, aangevuld met haar theatrale podiumact en opvallende outfits. Benieuwd welke weg het verder opgaat met het nieuwe aangekondigde werk.
Girls was wat ons betreft een hoogtepunt in de set, geen hit misschien, maar wel haar sterkste nummer? “Girls pleasing, teasing ‘cause they can, that’s how you like it” Is dat de ‘unique selling proposition’ van Sylvie Kreusch?
De publieksparticipatie in Let It All Burn viel de artieste wat tegen en armenwiekend vuurde ze het publiek aan. Ook in Walk Walk werd er niet al te massaal meegezongen. Een gevolg van de gemengde affiche van de avond? Tijdens afsluiter Please To Devon trok Kreusch desondanks gezwind het publiek in door de middengang, handjes schuddend. Geen confetti uit de handtas deze keer. Terug naar de studio dan maar en aan die nieuwe plaat werken.
Wilco werd gesandwiched tussen Sylvie Kreusch en Balthazar, waar ene Maarten Devoldere starstruck was, want in de backstage Sylvie Kreusch tegen het lijf gelopen. Grapje ongetwijfeld. Zoals Stijn Van de Voorde grapte tijdens zijn aankondiging om de band wat aan te moedigen, want “ze zien er niet zo gemotiveerd uit als ze van binnen wel zijn”. Dat aanmoedigend applaus was er van de resterende aanwezigen (minus de Wilco-fans). Ook een voorlopig laatste concert van Balthazar en toen halfweg de set een panne toesloeg (tijdens – ironie – On A Roll), grapte Jinte Deprez al tegen de geluidsman: “Tijdens de laatste show gebeurt dit, nooit eerder”. Hierna wordt dus aan een opvolger voor Sands (ook al van 2021) gewerkt. Of wordt het eerst grote vakantie?
Mooie sobere podiumsetting trouwens, met verticale lichtzuilen achter de band die voor mooie silhouetten zorgde. Balthazar bracht zijn vertrouwd geluid met afwisselend Jinte Deprez en Maarten Devoldere aan de lead zangpartij. Naar het einde van de set kwamen de hits tevoorschijn: Fever, Bunker en Loser zorgden voor de climax bij Balthazar, voor een half gevulde Grote Kaai. Wie gebleven was, vond het super.
De onbetwistbare headliner van avond nummer 7 van de Lokerse Feesten 2023 stond op de voorlaatste plaats op de affiche en was genaamd Wilco. De band uit Chicago, Illinois, bestaat ondertussen zo’n dertig jaar en kondigde voor eind september haar 13e studio album aan (Cousin), dat snel volgt op Cruel Country (mei 2022). Lokeren is bovendien de eerste datum van een korte Europese tour die tot begin september loopt. Germany is daar bijvoorbeeld niet bij. Om maar te zeggen hoe gelukkig we in Lokeren waren. Daarna staan er weer meer dan 20 Amerikaanse data op de agenda nog voor het einde van het jaar. Naast een plaat verschijnt er binnenkort ook opnieuw een boek van Jeff Tweedy (World Within A Song). Op de werkethiek van deze heren niets aan te merken dus!
Stipt stapten de zes muzikanten het podium op dat volgepakt stond met instrumenten. De inboedel van The Loft uit Chicago was mee verhuisd. Een eenvoudig gordijn als backdrop met subtiele projecties en een ganse show bijna uitsluitend wit licht, meer dan gitaarwissels was er vanavond niet nodig.
De fans werden meteen op een classic verwend: Handshake Drugs, het vervolg op I’m Waiting For The Man in de 21e eeuw. Tweedy rustig vertellend, Glenn Kotche op drums en… handshaker, Nels Cline die meteen de frequentie van zijn trouwe Jazzmaster op de stoorzender afstemde en in gitaarduel met Tweedy en Pat Sansone ging. Geen jetlag, geen opwarming nodig. Kippenvel van bij het eerste nummer.
Volgen: drie tracks van de laatste plaat Cruel Country, waaronder het titelnummer en Story To Tell. Reken maar dat deze rasverteller met zijn kunst iets te zeggen had, hier in het refrein mooi meegezongen door – rots in de branding – bassist John Stiratt en Sansone. I Am My Mother maakte het trio rond, Nels Cline op lap steel gitaar en Kotche die tegelijk drums en percussie bracht, hij heeft tenslotte vier ledematen om ze te gebruiken.
I Am Trying To Break Your Heart was dan de tweede grote classic, deze komt uit Yankee Hotel Foxtrot (2002), toen Wilco heel even het Amerikaanse antwoord op Radiohead leek. Ontroerende pracht, maar ook dissonantie en noise, die weer geheel beheerst uit de vingers van Nels Cline kwam. Het publiek lustte dit wel. In If I Ever Was A Child mocht Sansone dan weer volop tokkelen in zijn Byrds-achtige gitaarstijl.
Hummingbird, drijvend op de piano-akkoorden van Mikael Jorgensen en Misunderstood, nog een dystopische parel uit de beginjaren van de band, kwamen erna. “I’d like to thank you all for nothin’, nothin’, nothin’ … at all.” De wanhoop werd meegebruld door de fans. Teller hoogtepunten sloeg tilt.
Na Love Is Everywhere polste Tweedy even of iedereen oké was, en meer dan nog een “Good to be back” kregen we qua bindtekst niet, enkel de muziek sprak. Een nummer later werd Box Full Of Letters uit de debuutplaat van 1994 okselfris gebracht: classic rock met de Tele van Sansone in een glansrol, The Faces of Tom Petty zoals we ze nooit zagen.
De setlist bleef maar classics sproeien op de eerste echte zomeravond van de Lokerse Feesten: publiekslieveling Impossible Germany met een heftige, maar beheerste Nels Cline, Jesus etc. en Heavy Metal Drummer brachten een brede smile op het gezicht van Jeff Tweedy en een spot op drummer Glenn Kotche die zijn fills mocht bovenhalen. Het was tot hier al mooi geweest, maar we kregen nog.
A Shot In The Arm: “The ashtray says you were up all night”, en nog “What you once were, isn’t what you want to be any more.” Het leven van Tweedy verliep ook niet altijd op rozenblaadjes en dat riep zelfs bij de immer rustige Mikael Jorgensen demonen op: nog nooit zagen we hem (weliswaar) met een kussen zijn piano bewerken én Nels Cline in heftigheid overtreffen in het chaotische einde van dit nummer.
Het vertrouwen in de laatste plaat was groot, want na dit intense nummer volgde Falling Apart (Right Now), een track met country twang van Sansone en baritone gitaar van Nels Cline, wat feller dan in de studio-versie.
Tijd voor verstilde folk-pracht in de finale, California Stars, met de tekst van Woody Guthrie, en een aaneengesloten Red-eyed And Blue en I Got You rondden de set af. Het eerste met een gefloten solootje, het tweede weer zo’n lekker rockende song. “I got you and that’s all I need.” Breed lachende muzikanten op het podium en een zielsgelukkig publiek.
Een fantastische songschrijver en een uitmuntende band in topvorm, een pittige setlist om U tegen te zeggen, meer kunnen we voor een onvergetelijke avond echt niet wensen. Dank u, Wilco en Lokerse Feesten!