Luminous Dash BE

LEFT OF THE DIAL Rotterdam (18/10/2024)

Van 17 tot 19 oktober was Rotterdam opnieuw de zaligmakende verzamelplek voor de muzikale toekomst. Het vlaggenschip van Left Of The Dial meerde weer aan in het bruisende hart van de stad voor een chaotisch maar onovertroffen showcasefestival met zowat 130 bands die 2, 3 of 4 keer zouden optreden gespreid over een 25-tal podia.

De strategie bleef ongewijzigd. Headliners bestaan niet, iedereen speelt 40 minuten en vooral: alle artiesten beleven de tijd van hun leven want zij staan op Left Of The Dial centraal. In deze voor hen veilige haven, kunnen ze ook ongestoord praatjes en kennis maken met bevriende of net ontdekte collega-bands. Iedereen hangt daar toch 2 of 3 dagen rond. Een beetje zoals wij in feite want wij pikten aan bij de start van dag 2 afgelopen vrijdag.

Het eigenlijke festival startte rond 16u maar vanaf de middag was er in een aantal kroegen reeds een curator aan de slag waarbij zelfs bands geprogrammeerd stonden die ook op het officiële programma stonden. Deze namiddagsessies heten op briljante manier het officiële onofficiële programma.

In café Vrijmoed waren VAMPIRE BOYRFIEND & SO-FI & ATEASE op vrijdag curator. We pikten een optreden mee van onze landgenoten uit Brussel, Purrses. De band onderging de voorbije jaren in ieder geval een metamorfose want van de originele line-up bleef nauwelijks een spaander heel. Arno De Bock op drums was absoluut een sleutelfiguur op het kleine podium in het gezellige Vrijmoed. Zangeres/gitariste Laura Ruggiero – we hadden haar precies nog elders gezien maar waar? – is een erg charismatische frontvrouw maar haar lage stem was vaak moeilijk te combineren met de complexiteit van veel nummers.

PURRSES

LAURA RUGGIERO / PURRSES

In de hogere uithalen kwam ze beter uit de muzikale verf en de harmonieën met de tweede stem op de piano waren overtuigend.

De band heeft een album ingeblikt en ze speelden dit wellicht zo goed als integraal. Hey Girl was felle punkrock dat baadde in een eighties groove. Talking Heads achtige composities met veel ‘alternatief vroeg R.E.M.’ passeerden de revue. Deze voor ons gave opener van het festival, opende haar set overigens op redelijk hilarische wijze. Een luid auto-alarm op straat bleek niet van de camionette van de band afkomstig te zijn waardoor de bassist onnodig de straat op rende. Toen het alarm ophield kon de band onder luid applaus van start gaan.

TAYLOR POLLOCK / COSMORAT

De buurt van het Centraal Station was traditioneel een mekka van 6 clubs en zaaltjes. Op het podium van Perron Small werden we aangenaam verrast door een vinnig en energiek Cosmorat. Het is de vanuit Londen opererende band uit het Amerikaanse Boston van zangeres en gitariste Taylor Pollock en gitarist Olly Liu. Humor was een optreden lang niet weg te denken en het begon al met de subtitel op de setlist onder “Cosmorat Rotterdam sets”. Daar stond immers “I will eat many stroopwafels”.

Taylor zag er ook geweldig uit want ze droeg een rood t-shirt met daaronder zwarte netkousen en wandelschoenen. Boven het shirt had ze een zwart babydolleke aangetrokken. Fun fun!! Taylor stond vaak rustig gitaar te spelen om dan in een soort mime-uitdrukking schijnbaar te huilen en plots wild te beginnen dansen. Cosmorat speelde in Perron hun allereerste optreden op het Europese vasteland en ze werden er zichtbaar euforisch door.

Nummers als Chekov en Stealing!!! zijn kersvers in de kosmos van Cosmorat. Het slot werd gevuld met een paar nummers uit de Evil Adjacent ep die tijdens de lente uitkwam. Dat gebeurt al eens in de lente, dat er dingen uitkomen…

No Sleep met de jankende intro liet horen dat Pollock ook een erg aangename punkrockstem heeft. Feit is dat ze in alles plankgas geeft wat haar erg geloofwaardig maakt. Haar hoge uithalen waren tijdens het grotendeels aangrijpende Something In The Rain wondermooi. Het nummer kreeg een furieus slot dat mooi aansloot bij de stuiterbal die afsluiter Backseat Baby was. Dit nummer werd gekenmerkt door de zonder discussie meest energieke en hilarische live-prestatie van het hele festival. Rondhuppelen als een bloemenmeisje in een veld vol bloemen? Geen probleem, doe ik, dacht Taylor. Een “wave-along” dirigeren die het publiek euforisch maakte? Moest kunnen! Als een kikker rondhuppelen en over de monitor gaan liggen? Waarom ook niet. Cosmorat is live geweldig en ze hebben goeie nummers. Die willen we snel terugzien.

We gingen de hoek om en stapten binnen bij Roodkapje voor een reeks optredens, alternerend in zalen Front en Expo. Op het frontpodium stond een voor ons goed bekende Franse band klaar. We zagen En Attendant Ana immers al eens in het voorprogramma van It It Anita, bijna drie jaar geleden. Ze maakten toen enorm indruk en dat was ook deze keer het geval. Grappig trouwens hoe deze Parijzenaars aan hun bandnaam gekomen zijn. Geen idee hoe ze in Brussel belandden, maar ze hadden daar een favoriet café en de serveuse heette Ana. Ana was altijd te laat om het café tijdig te openen… Zangeres Margaux Bouchaudon wilde af en toe instructies geven aan de geluidstechnici en dan hoorden we hilarisch en ongewild sexy Allo Allo Engels. “A tiny bit more bass”. Probeer zelf maar.

MARGOT BOUCHAUDON / EN ATTENDANT ANA

De van veel melancholie doordrenkte indierocksongs waaierden op redelijk geniale wijze voorbij, met veel verwijzingen naar alweer het vroege R.E.M. maar tevens The Cure. Luister maar eens naar die baslijn in Magical Lies. Nochtans lag de nadruk in het eerste luik eerder richting jazz want de sax en trompet van Camille Fréchou speelden toen een hoofdrol.

We zijn ook grote fan van de hoge zangstem van Margaux. Same Old Story is diep geworteld in de psychedelische jaren ’70 onder een nerveuze ritmesectie. Somwhere And Somehow is dan weer de band op volle kracht, het had zomaar op Fables Of Reconstruction kunnen staan. En Attendant Ana speelde dat soort optreden waarvan het publiek hoorbaar geen genoeg kon krijgen en we konden geen tegenargumenten inbrengen.

In Roodkapje Expo werden we overgeleverd aan het sprookje met de naam Kaboutertje Putlucht. Een stampvolle en al snel oververhitte Expo werd overgeleverd aan één van de auditief meest explosieve maar visueel meest onaantrekkelijke bands. Hun bio verwijst naar gore snelwegtoiletten in Frankrijk, ze vinden zichzelf ongepolijst, ongemanierd en ongewassen en hun mailadres verwijst naar stinkzwammen. Maar laat je niet ontmoedigen want de teksten zijn hilarisch en eigenlijk gewoon grandioos. Er valt niets te zien op het podium, tenzij je kickt op pyjamabroeken met een pantermotiefje en ontblote bierbuiken. De Kabouter ging heel hard en de opruiende electrobeats zitten knap in elkaar.

KABOUTERTJE PUTLUCHT

Het trio rond “Barry zonder toekomst”, Bram en Hessel maakte furore die we graag vanop een veilige afstand in de gaten hielden. Kindje Slaan zal wel afgeleid zijn van dat beroemde YouTube-filmpje over een jongetje dat op het speelplein werd geïnterpelleerd naar zijn plannen die dag. Broodjes was evenzeer hilarisch en beschreef hoe een ontbijt ten huize Putlucht eruit ziet. Met Vieze Vent, Glasback en Ravepunk Scene werd dan vooral de kaart van de gabbercultuur getrokken.

Muzikaal zit het allemaal veel sterker ineen dan je op voorhand zou vermoeden, maar het zijn toch vooral de teksten in ware New Kids Nitro-stijl die een lach op ieders lippen toverden.

De band uit New York die de instrumenten en de effectenpedalen monteerden in het ernaast gelegen Front keken vaak raar op bij de teringherrie waarvoor ze zelf nauwelijks zouden onderdoen. We kennen Tea Eater immers behoorlijk goed want het is voor 75% de postpunkband Gustaf en 25% Crusasis. Deze laatste is het soloproject van drummer Ryan Smith, de wederhelft van Gustaf-drumster Melissa Lucciola die bij Tea Eater bas speelt. De andere twee zijn ook een koppel en spelen beiden dus ook bij Gustaf. Zangeres en frontvrouw Tarra Thiessen en Vram Kherlopian zorgden voor toepasselijke outfits in een soort glittergrijs. Waar Gustaf punk brengt in de stijl van Gang Of Four opteerde Tarra voor opruiende punk en uit het leven gegrepen knotsgekke teksten die integraal pasten bij de no nonsense muziek die de band speelt.

TARRA THIESSEN / TEA EATER

Zo schreef ze een nummer over haar neus, Nose, want haar neus werkt niet zoals dat zou moeten. Vorig jaar kwam haar debuut uit, Obsession, waarvan het artwork van haar hand kwam, in samenwerking met AI. Waar de band vooral spelplezier tentoonspreidde, de steevast breedlachende Tarra onderstreepte dat doorlopend, konden we ook niet voorbij aan het feit dat het uitstekende doorwinterde muzikanten zijn. Zo was het vingervlugge strakke basspel van Melissa erg straf.

Ryan vertelde me dat hij en Melissa in 4 bands samenspelen. Het verklaart het één en ander. De Europa-tour is een opsteker voor Tarra en Vram want dit bedreven koppel meenemen zorgde voor een heuse vibe. Ze speelden niet mee op de plaat zelf maar live vormden ze een gedroomde meerwaarde.

Double ‘the couple fun’ en meteen de opener van de plaat als concertaperitief. Rollende bassen, samenzang en vurige gitaarriffs vormden Roodkapje om in een punkclub ergens 40 jaar geleden. Jack Nicholson heeft een behoorlijke Pixies-vibe of dacht je de acteur misschien?

”Sell crazy somewhere else. We’re all stocked up here.” Respect The Wheel parkeerde zich een beetje in het zog van The Darts vs Amyl & The Sniffers. In alle geval werd er nooit gekozen voor de optie “het tempo laten zakken”. Die vrijdag zelf bracht Tea Eater een dubbele single uit op 7” en die hadden ze ook fysiek mee aan de merchtafel. Het ijzer smeden terwijl het heet is. Beide songs werden gespeeld. NY Myth leek eigenlijk toch een beetje een rustmomentje want de snelle gitaren werden voor psychedelische riffs ingeruild. Technicolor Rash leek dan weer geïnspireerd door B52’s. De gitaren klonken dan wel in het refrein vooral ‘garagerockerig’ en niet ‘newwaverig’.

Tarra dook dan figuurlijk het publiek in om haar nachtelijke noden aan te kaarten. Neen niet die, wel die om in het midden van de nacht een onweerstaanbare zin te hebben in roomijs. Ice Cream was de logische titel van het nummer. Na het eveneens nieuwe Little White Dog volgde Saint Sardine, een lijzige indierocker in de geest van Priests. Cosmic Coconut klonk met haar gierende gitaren en Cure-achtige drumpartij als een zusje van Grinding Halt, ingezongen met Kate Pierson als tweede stem.

Een heerlijke noise-eruptie breidde een geweldig einde aan dit super energiek optreden. Vram liet de eerste publieksrij op zijn gitaar pingelen en Tarra wurgde zichzelf bijna rond een paal in de zaal om dan uitgeteld op het podium neer te vallen. Rock ’n roll never dies!

MELISSA LUCCIOLA / TEA EATER

Onze laatste passage in Roodkapje trok het Halloween-blik open. Anders geformuleerd: de volgende twee bands op ons programma gedijen het best tijdens de tweede helft van de maand oktober. Uit Engeland, maar met roots uit Cyprus en Sicilië werden we redelijk omvergeblazen door het geweldige Black Bordello. De naam alleen al is fantastisch hoewel die minder vergezocht is dan je zou denken. Het boegbeeld, zangeres en gitariste luistert immers naar de naam Sienna Bordello. Sienna zou al even ronkend geweest zijn maar de ‘black’ geeft weer wat je muzikaal mag verwachten. Gevoelloosheid en wanhoop zijn een thema op haar tweede album White Bardo.

BLACK BORDELLO

Sienna graaft in het mysterie van de aantrekkingskracht die mensen tot elkaar voelen waarbij verstand en lichaam tegenstrijdige signalen durven uitwisselen. Verder heeft ze het over de zwaartekracht en het samenvloeien van wilde verbeeldingskracht met de realiteit van elke dag. White Bardo is zoveel als recht krabbelen uit een geslagen positie met een open vizier. Haar mediterraanse roots zorgen voor een behoorlijk beklijvend geluid dat zeker visueel vergelijkingen laat zien met Siouxsie & The Banshees en de dramatiek van een Amanda Palmer. Ze laat vooroorlogse jazz binnensijpelen in het occulte en we moesten toch ook vaak aan de genialiteit van een jonge PJ Harvey denken. Ze liet zich beïnvloeden door Tibetaans boeddhisme, het Egyptisch Dodenboek, de Bhagavad Gita en verhandelingen over kwantumfysica. Een bardo is een overgangstoestand in het boeddhisme. Naast Bordello vielen vooral gitarist Jerome Alexandre en toetseniste Melody Wayfare op.

Het optreden opende met nieuwe tracks Acid Mary en Nunhead. Het eerste liet meteen het ouderwets klinkende orgel van Wayfare horen, maar het was toch vooral de innemende zang van Sienna die meteen de zaal inpakte. Nunhead is vernoemd naar het kerkhof in Zuid-Oost-Londen. Veel familie van haar ligt daar begraven. Love Is A Joke had zo een heerlijk Man-Size-baslijntje maar kreeg een 50 jaar oud tintje door het orgeltje tot de gitaren losbarstten. The Garden Of Early Delights is prachtige meeslepende indierock die verhaalt over het vreselijke thema van partnergeweld. Je ziet je eigen relatie alsof je een tv-programma bekijkt met andere personages dan je zelf voor ogen had.

Slotnummer Baby van debuutplaat Black Bordello opende donker en angstaanjagend om dan voluit de Dresden Dolls-kaart te trekken middels een prachtige performance van Sienna. Black Bordello was intrigerend, bedwelmend en verslavend.

Dat er nog artiesten fan zijn van Black Bordello stond buiten kijf en wie daar absoluut bij gerekend dient te worden zijn de dames van het fantastische Weaving In Purgatory. Die speelden een kwartier verderop in zaal V_2 dat bekend staat voor de meest spraakmakende lichtshows. Dit was natuurlijk koren naar de molen van het Londense sextet waarvan we enkel het tweede deel van de show zagen. Het was hoe dan ook voldoende om ons volledig te overtuigen de dag erna een volledige show van de dames te ondergaan. ‘Ondergaan’ is niet eens zo gek gekozen want als Black Bordello al theater opleverde, dan deden Weaving In Purgatory (WIP) daar nog een flinke scheut bovenop. In de review over dag 2 gaan we uitgebreid de loftrompet bovenhalen maar toch even kort dit.

WEAVING IN PURGATORY

Theater is één ding, zichzelf herhalen een ander ding en dat doen WIP geenszins. Het tweede deel vandaag zou anders uitdraaien dan een etmaal later. Zowel de interventie van danseres Aimée Ruhinda en de manier om het concert op heerlijke wijze af te ronden werd door een andere scenarist geschreven. Muzikaal hoorden we postpunk, seventies psychedelica, proza, stiltemomenten en vooral veel spanning en angst. Weaving In Purgatory betekent iets als verweven worden in het vagevuur, de wachtkamer om naar de hemel te gaan. Na vorig jaar omver te zijn geblazen door The New Eves gingen WIP nog een extra dimensie toevoegen aan wat we als hekserijpunk durven omschrijven.

Indiepopband Few Bits uit jawel België stond klaar in het wondermooie Arminius. We keken hard naar dit optreden uit, het allereerste op volle sterkte sinds de band van de muzikale radar verdween in 2018.

We hadden de band rond zangeres en gitariste Karolien Van Ransbeeck twee jaar eerder indruk zien maken in de AB Club en de reden van het 6 jaar durende hiaat is prachtig: Karolien werd mama. Onlangs stonden ze op Leffingeleuren in een even kerkachtige omgeving maar dat was in minimale bezetting. Het werd eigenlijk een triomftocht want los van de mooie zachte stem zijn de nummers parels op het vlak van arrangement  en melodie. Nummers om bij weg te dromen en het positieve in alles te zien en die dan nog eens gespeeld werden door topmuzikanten. De helft van de gespeelde nummers zullen we terugvinden in 2025 als de nieuwe plaat boven de doopvont gehouden wordt.

FEW BITS / KAROLIEN VAN RANSBEECK

Wij vonden het optreden over de hele lijn op een hoog niveau surfen en de nieuwe nummers zaten kris krak in de setlist verscholen waardoor we eigenlijk nooit het gevoel hadden dat er veel verschil zat tussen oud en nieuw.

Uiteraard kwam de 8 jaar oude plaat Big Sparks ook uitgebreid aan bod zoals in de bloedstollend mooi gezongen opener Chasing Rainbows. De vooruitgeschoven single van wat komen zal, Brick Houses, volgde en hierin zong Karolien iets hoger, maar met even sprekend gemak. In een ideale wereld haalt dit de nummer één van de Afrekening want hoe mooi is dit nummer wel niet? Ook rustiger ouder werk maakte zwaar indruk. Starry Eyed is wegdromerij van de meest donzige wolk en Karolien klonk zwoeler dan ooit.

Zoals reeds gezegd moest het nieuwere werk met ondermeer Bubble Trouble en Strongest Girl in de finale niet onderdoen. Het oudste nummer van de set was Come On Home, een stevige indierocksong in de stijl van pakweg Sheryl Crow en Natalie Imbruglia. Big Sparks, het nummer, mocht de set afronden en was de mooiste vlinder die na een rustige aanhef zijn vleugels uitsloeg over Arminius.

Het was moeilijk te beoordelen hoe de band zelf op dit optreden terugkijkt maar wij waren geweldig gecharmeerd en licht tot zwaar euforisch over het feit dat ze terug zijn. We hadden Karolien graag nog eens gesproken, maar de plicht riep vanuit zaal Rotown want daar stond een band te wachten die we ook met stip genoteerd hadden.

Rotown bracht ons vier meiden uit het door ons geliefde Melbourne. Het Australische Parsnip speelde voor een volle zaal en na een rustig kabbelend begin kwamen we steeds meer in de ban van de lichtjes geniale nummers die de band bij elkaar schreef en bundelde op het gloednieuwe album Behold, dat ze uitbrachten zowat 5 jaar na debuut When The Tree Bears Fruit.

Aussies en hun humor, het blijft een succesverhaal. Noem anders jouw band eens naar een groente? Pastinaak dus. We waren enorm fan van de podiumprésence en het allesbepalende gitaargeweld van Stella Rennex en we waren blij haar dat ook te kunnen vertellen achteraf. Ze woont net als drumster Carolyn Hawkins op een paar honderd meter van de Northcote Social Club, een ‘venue’ waar we online al veel fraaie bands ontdekten.

REBECCA LINSTON / PARSNIP

Onderschat vooral ook niet de stille maar steeds lachende kracht, Rebecca Liston, op de keyboards. Zangeres en bassiste Paris Richenson had vooral haar werk met het hoge tempo van Stella en zeker met haar grapjes tussendoor. Paris zong de meeste nummers maar kreeg vaak begeleiding van Stella en Rebecca, en een paar keer nam Stella op haar eentje de zang honneurs waar. De samenzang was al prachtig tijdens het oudere Lift Off! dat niet voor het laatst refereerde aan The Velvet Underground maar ook The Stranglers. Ook de punkvibes van een band als Death hoorden we in de nummers weerklinken wat een totaalbeeld van een geflipt onderonsje met Syd Barrett en Jim Morrisson leek op te leveren. Waar het nieuwe Placeholder nog teveel doelloos ronddreef was Monument zijn naam zeker waardig. Zotte riedels uit de synths van Rebecca werden opgesmukt met diepe bassen en hete riffs.

PARIS RICHENSON / PARSNIP

Unearthing kroop ongenadig onder ons vel door de vrolijk makende britpopfeel met een ‘blurry’ piano als trekpleister. Rip It Off was pure sixtiespop en deed ons de bedenking maken hoe deze jonge meiden zo overtuigend muziek van een halve eeuw terug wisten te reproduceren in iets fris en leuk. Papier Mache was één van de nummers aan het einde die iedereen aan het dansen kregen. Hier was zeker de protopunk volop aanwezig. Kutastha moest geen millimeter onderdoen en er slopen zelfs vroege Bowie-vibes door Rotown.

Slotnummer Clear Blue Sky had zo een R.E.M.-nummer kunnen zijn als die 15 jaar eerder aan hun muzikale reis begonnen waren. En die gitaarriffs van Stella waren wauw. Lang geleden dat we nog eens ouder dan onze leeftijd wilden zijn. Parsnip haalde het beste van de power flower en de vroege punk door de mixer en dat leverde pittige pastinaaksoep op. Schep nog maar eens op!

STELLA RENNEX / PARSNIP

Om de hoek ligt club Centraal en daar zagen we voor de tweede keer in een paar dagen het Ierse NERVES aan de slag. Aangezien het drumstel vanuit bandperspectief rechts opgesteld stond was de podiumopstelling een spiegelbeeld vergeleken met Brussel. Hierdoor stonden we deze keer oog in oog met de Naked Lungs-muzikanten, zijnde drummer Adam Nealon en bassist Ryan Mortell. Aangezien de spots vooral op Nealon gericht waren, konden we nu echt eens aanschouwen wat voor een geweldig ritmische topdrummer die is. Zanger en gitarist Kyle Thornton droeg weer zijn Ierse kilt maar opteerde verder voor een klassiek wit hemd. Net als gitarist Eoin Keigher was hij vaak als door een hond gebeten en sprongen beiden om de haverklap op het platform dat vlak voor het podium stond opgesteld.

ADAM NEALON / NERVES

We kunnen bijna integraal verwijzen naar onze review in het voorprogramma van Gurriers een paar dagen eerder maar toch was het ook weer anders. NERVES waren toen al erg fel, maar in Rotterdam werd de band naar een nog hoger niveau getild.

De moshpits waren wilder en er werd zelfs gecrowdsurft. Het was niet voor het eerst en zeker niet het laatst dat een band een vorm van diep respect voor het festival, de organisatie, de festivalgangers en de stad Rotterdam uitsprak. Wellicht ligt hier de sleutel voor de verwoestende kracht die NERVES etaleerden. Als klap op de vuurpijl kregen we nog een ronduit episch 2 Lucozade te horen, een nummer dat extra werd gespeeld ten opzichte van Brussel. Kijk, als het van ons afhangt, dan zien we NERVES elke week spelen. Ze brengen geen optredens maar een soort collectieve therapie waarbij iedereen na een uur kerngezond fluitend buiten wandelt.

Chappaqua Wrestling sloot in Arminius de eerste volledige dag af. In een sfeervol maar erg stroboscopisch gesternte kwam de band uit Brighton hard voor de dag, met tomeloze energie, veel shoegaze en sterke songs.

Of alle bandleden roots in Canada hebben is ons niet bekend, maar dat geldt zeker voor toetseniste Coco Varda met de prachtige ogen en lach en roots in Rotterdam. Ze was hier voor het eerst en bijna hadden we haar zelfs niet opgemerkt want ze stond volledig links in het donker opgesteld en het was dankzij onze waakzame camera en diens anti-stroboscopische flair dat we een steeds beter zicht kregen op wat de band in petto had. Charlie Woods en Jake Mac schreven de songs en in hun jongere jaren werden ze verliefd op de muziek van My Bloody Valentine en Slowdive, of wat had je verwacht?

CHAPPAQUA WRESTLING

Plus Ultra heet het debuut en Woods en Mac beschouwen die als een soort spiegel waar hun leven op dit moment voor staat. Ze zijn kwaad op het politieke bestel en hebben een rothekel aan alledaagse jobs. Ze zijn nog bij lange geen dertig en willen dus ook plezier maken. Geloofwaardige muziek maken waar ze als band volledig achter staan is hun streefdoel.

De opener van Plus Ultra, Full Round Table, was ook de opener in Arminius. Iemand rond ons opperde dat de stem van Woods wel wat raakpunten had met Liam Gallagher. We kunnen die redenering volgen maar muzikaal waren er bitter weinig raakpunten en zo hoort dat. Het nummer is behoorlijke rechttoe-rechtaan-rock met een knappe melodie en groove. Wayfinding ging verder op dit grungerockpad en maakte ons best wel gelukkig.

JAKE MAC / CHAPPAQUA WRESTLING

Need You No More linkte de band dan meer met britpop of iets als een Paul Weller op kruissnelheid. Stelselmatig schoof het gitaargeluid op richting shoegaze, maar altijd op een frisse wijze zonder teveel de brug naar de hierboven vermelde genrehelden te maken.

Afsluiten deed Chappaqua Wrestling met Wide Asleep. Niet het enige nummer dat traag opbouwde en dan overheerlijk ontpopte tot een redelijk onweerstaanbare rockparel met een best wel eigen smoel en de shoegaze-gitaren klonken vanavond echt origineel. Allee vooruit, nog een band die we dringend moeten terugzien. Left Of The Dial, we zijn al benieuwd wat zaterdag allemaal in petto heeft.

COCO VARDA / CHAPPAQUA WRESTLING

SOCIAL MEDIA LINKS:

PURRSES / COSMORAT / EN ATTENDANT ANA / KABOUTERTJE PUTLUCHT / TEA EATER / BLACK BORDELLO

WEAVING IN PURGATORY / FEW BITS / PARSNIP / NERVES / CHAPPAQUA WRESTLING / LEFT OF THE DIAL

Mobiele versie afsluiten