Site pictogram Luminous Dash BE

DunkFestival, Zottegem (10/05/2018)

Hemelbestormer

Wat vertraging op ons schema en een gezonde portie toeval liet toe dat Hemelbestormer onze Dunk-bloem mocht plukken. Van buiten de tent klonk het al ongelooflijk veelbelovend. We meenden de trage etherische en verontrustende sludgy tonen te herkennen van die zalige one-of-a-kind riff van Starless (vanop hun Aether LP). Een brute draak van een nummer is dat en we wilden tijdens die 12 minuten niets liever dan op de eerste rij te gaan kruipen, of op het podium zelf moest dat mogelijk zijn. Toen we er eindelijk waren, na al het geregel met tickets en jetons, waren ze helaas net klaar met dat nummer. We deden mentaal onze gordel aan om ons klaar te maken voor de storm die komen zou.

Eens aangekomen in het beloofde land, bleek het land jammer genoeg niet meer zo belovend te zijn. Het was zoals kerstmispakjes opendoen, of zoals een zweterige vrijpartij in een te kleine tent. De mentale anticipatie bracht meer teweeg dan de daad zelf en het was al bij al nogal een teleurstellend boeltje. De mysterieuze sfeer ebde beetje bij beetje weg na de aankomst. We weten dat we gemakkelijk de sfeer kunnen breken door in sociale situaties iets waardevols proberen toe te voegen aan de dialoog, maar deze keer lag het niet aan ons (denken we toch). We hadden althans onze mond niet open gedaan. Geleidelijk liep de ballon leeg terwijl het leek alsof die eerst boordevol was opgevuld met spanning in de lucht. We bleven op onze honger zitten en nadat de zwart uitgedoste mannen één voor één afdropen, gaven we de schuld (terecht of onterecht) aan de geluidsman. Een beetje echo kan het drumstel majestueus doen klinken, maar te veel is te veel. Op het einde hoorden we een ketelbrij waar elk instrument een beetje ongelukkig tussen gesandwicht zat.

Astodan

De eerste band van wie we onder de indruk waren zagen we in het bos en ging door het leven onder de naam Astodan. Een naam die me des te beter bijbleef elke keer als mijn vriendin zich vergiste en het lof gaf over die ‘Mastodon’-mannen die ze had gezien in het bos. In tegenstelling tot Mastodon, was Astodan een pakje rijkelijker vertegenwoordigd op het podium. Ze stonden er een beetje krapjes bij met z’n zessen en als ze niet uit hun doppen kijken, zou er binnen de kortste keren wel eentje van dat podium durven donderen. Gelukkig voor hen was dit niet wat de goden van het woud in petto hadden. Astodan bouwde hun eigen straffe geluidsmuur en gaven ons daarmee een goede beurt. Ondanks hun hoeveelheid bleven de bandleden op muzikaal vlak braaf uit de buurt van elkaars vaarwater. We zagen dat de totale som groter was dan de afzonderlijke deeltjes, en dergelijk teamwork brengt ons altijd in een goede stemming. Ze hadden duidelijk nagedacht over hun post-rock en we moesten extra pluspuntjes geven toen we ook nog eens opmerkten dat ze het spel der dynamiek niet uit de weg gingen. Bij stille momenten durfden ze écht stil te zijn en zich breekbaar op te stellen, en als het moest ontploffen kwam de aap ook met zo een overtuiging uit de mouw dat hij de rondliggende bomen in gelanceerd werd.

Cloakroom

Mijn vriendin vond de eerste 2 nummers “ik weet het niet” en de laatste 2 nummers “niet slecht”. Dat zijn woorden die we niet kunnen overtreffen en absoluut de nagel op de kop slaan. We wisten in het begin niet goed wat de zanger aan het doen was; Je kon die maar af en toe duidelijk horen en als we het hoorden, dan kon het ons niet echt deren.
Wel moeten we zeggen: Cloakroom is is zo één van die bands waar je wat moet inkomen. Een mooi voorbeeld van Dunk die zijn horizonnen verruimt en breder aan het gaan is in het genre van artiesten die ze tot Zottegem trekken. Het zou wel eens zo één van die bands kunnen zijn die je geniaal gaat noemen achter meerdere intensieve luisterbeurten, wanneer je plots de klik maakt en het plaatje snapt. Maar om daar uitsluitsel over te geven moeten we eerlijkheidshalve toegeven dat we nog niet voldoende geluisterd hebben. We gaan enkel af op de indruk die ze live hebben achtergelaten. En live klonk het als een moeilijk-te-plaatsen geesteskind van Nirvana & Earth. De nummers kabbelden meestal voort aan een vrij traag gangetje, de gitaren klonken moddervet en de zangmelodie daarop was (niet persé in de slechte zin) op het klagende af. Het kon natuurlijk ook aan ons liggen maar het leek ons erop alsof ze een volledige set nodig hadden om hun concept te verfijnen. Maar uiteindelijk waren we wel mee en hebben ze wat ons betreft hun vlaggetje geplant.

[ B O L T ]

Als er een band was die ons kon hypnotiseren zoals enkel Kaa uit Jungle Book dat zou kunnen, dan was het [ B O L T ]. We moeten eerlijk toegeven dat we eventjes waren ingedommeld tijdens het optreden, maar nog nooit eerder zijn we op zo een hemelse manier in slaap gevallen om een tiental minuten later op dezelfde manier weer – volledig opgeladen – tot leven gewekt te worden. Het is goed mogelijk dat ze ons tijdens de hypnose naakt over podium hebben doen moonwalken, maar als dat zo is willen we hen dat ook vergeven. Dit onorthodoxe trio (bestaande uit 1 drummer en 2 bassisten) schonk ons een trip naar d(r)oomland waar Elon Musk zijn geprivatiseerde ruimtevaart niets vergeleken mee is. Wat het nog meer imponerend maakte was dat zelfs een blinde kon zien dat de drummer ziek was en afgepeigerd werd als een paard. Het was enigszins een verrassing om te zien dat deze groots en goddelijke klanken wel effectief geproduceerd werden door wezentjes van vlees en bloed. We meenden te observeren bij dat arme schaap van een percussionist dat een kokhalsje zich meermaals opdrong en een kotspauze constant om de hoek loerde. Maar ondanks dat fysiek verderf brachten ze een ijzersterke set vol eenvoud en duisternis. Het was doom van de bovenste plank en een complete terechtwijzing aan alle kwatongen die durven beweren dat doom saaie muziek is.

EF

Bij de Zweedste kneusjes van EF stond alles en iedereen in volmaakte harmonie op elkaar afgestemd. Hun geheim wapen was misschien wel de extreem strakke ritmesectie was die klonk als een huis. Of waren het de pure verhelderende melodieën van de zanger die boven het huis uit zweefden? Of misschien de 3 gitaren die elk een ander puzzelstukje van de winterse puzzel vormden.
Bij de aanvang van de set was de band even op een fragiel a capella samenzang stukje beland, dat aan elkaar gebreid werd met kleine pauzes. Op dit moment kwamen helaas ook de eerste irritante zatlappen uit hun hol, die luidkeels een grappige imitatie van de zang probeerden te leveren. Wat nog meer opviel is hoe hard deze mannen daarna genegeerd waren door zowel de mannen op het podium als de mensen van het podium. EF trok zich er geen fluit van aan en zette hun tocht verder met overtuigende en ontwapende nummers.
Er was geen hoek af aan deze eerlijke post-rock, maar het boeide wel van de eerste tot de laatste minuut. Ze slaagden er uiteindelijk in om vriend én vijand te overtuigen en ik denk dat, moest mijn oma mee zijn – die zwaardere kost dan Eddy Wally-schlagers moeilijk kan verteren – er ook van zou genoten hebben. Deze band had nagedacht over alle hoekjes van hun spectrum en had die ook onder controle, wat zich weerspiegelde in de manier waarop de drummer bij het slotnummer zich in het publiek mengde. In plaats van er wild in te duiken stapte hij heel beleefd en elegant de omheining over, met een kleine melodica in de hand. Jezusgewijs raakte hij een man uit de vijfde rij aan die gehoorzaam ging knielen. De omcirkelende straal van mensen volgde dit gebaar en er vormde zich een toeschouwerskring die in stilte bewonderde hoe de drummer een zachte melodie speelde bovenop de instrumenten op podium. Mij was het nog niet duidelijk of hij nog nevenbedoelingen had met de man uit de vijfde rij die hij had aangeraakt. Wilde hij deze willekeurige man – ten koste van z’n eigen plaats – achter de drum zetten voor de rest van de set? Of wilde hij hem de melodie aanleren zodat hij deze kon verder spelen terwijl de drummer zelf weer achter de drum zou kruipen? Wat de bedoeling ook was, de volledige tent wilde zien wat er in deze nieuwe kring gebeurde en eventjes voelden we ons op een persconferentie toen we het aantal (smartphone) camera’s zagen die deze kant was uitgedraaid. Voor dat we het goed en wel doorhadden stond de drummer weer op, en gaf hij de melodica cadeau aan de knielende man die nog niet direct kon plaatsen wat hij nu weer had meegemaakt. Het enige negatieve dat ik meeneem van dit optreden is dat ik niet die man was die dat instrument geschonken kreeg.

Thot

Thot was een band met persoonlijkheid. We wisten niet goed wat het was, we hadden eerder nog nooit zoiets gehoord, maar we konden het wel smaken. Ze hadden iets mee van Indische boeddhisten die ons trakteerden op snoeiharde duistere Industrial. We zagen een intrigerende mix van smaken, kruiden en invloeden. En opnieuw moeten we speciaal de drummer vermelden. Moest Popeye een slordige tien blikken spinazie na elkaar verorberen, zou die mogelijks even hard en strak op de ketels kunnen meppen als het staaltje dat drummer Gil Chevigné ons liet zien. De Waalse frontman Grégoire Fray was duidelijk ook in zijn sas en groot fan van zijn eigen muziek. Hij moest alle moeite van de wereld doen om in al z’n geweldig en energiek gedoe zijn gitaar rond zijn hals te kunnen houden. Dat zijn gewaagde gebaren die gemakkelijk wat fout kunnen overkomen als een band niet voldoende ondersteund wordt door eigen brouwsel, maar hier zat het gelukkig wel snor. Het was slepend en opzwepend tegelijkertijd en die frontman zijn stem kwam aangenaam tintelend en wat scherp binnen, en deed ons vaak denken aan het betere werk van The Mars Volta.

Ze waren in een genereuze bui aangezien ze ons –met het einde in zicht- uiteindelijk nog trakteerden op een verassing. Maar eerlijk gezegd was de manier waarop er fysieke ruimte moest gecreëerd worden vooraan spectaculairder dan de verrassing zelf. Er kwam een Indisch geklede buikdanseres een kaars op het podium zetten en wat met het vuur spelen terwijl ze wat Oosterse danspasjes placeerde die amateurs zoals jij en ik – mits wat oefenen misschien – ook zouden kunnen. Het was pas toen ze 2 vlijmscherpe samoerai-zwaarden uit haar zak haalde dat we dachten dat de boel echt ging ontploffen. Zou ze die in haar mond en keel steken? Dat was de vraag die op ieders lippen brandde, maar toen na een paar minuten duidelijk werd dat ze niet verder zou gaan dan de zwaarden op haar hoofd te balanceren gingen alle kopjes weer de podiumkant uit.

Thot was aan het einde van hun set aangekomen en ze hadden duidelijk het beste voor laatst gehouden. Samara van op hun laatste plaat Fleuve is een steengoed nummer. Ze gingen wat over tijd maar niemand vond het erg om de eerste paar minuten van Caspian (die aan het ander podium zou beginnen) op te offeren om dit alsnog nog mee te kunnen pikken.

Mobiele versie afsluiten