Luminous Dash BE

CACTUSFESTIVAL DAG 1 (08/07/2017)

Nog nooit kleurde het Cactusfestival zo Belgisch als dit jaar. Niet onze woorden, wel die van presentator Chris Dusauchoit die dit jaar in een kleurrijk safaripak de bands aan elkaar mocht praten. En kijk, de man had (op een paar bands na), nog gelijk ook, want Cactus werd overheersd door (jawel!) Belgische namen.

(c) Björn Comhaire

Cactusfestival. Een festival dat zich ieder jaar weet te onderscheiden van de rest door een gedurfde programmatie (lees muziek in al zijn geuren en kleuren), en natuurlijk ook door zijn gezellige locatie. Het Minnewaterpark ademt niet alleen een idyllische sfeer uit, ook de talrijke eetkraampjes tonen met hun gevarieerde smaak (welkom veganisten!) ook een ander beeld dan de festivals die uitblinken door de talloze lege bekertjes die de grond sieren. En het mag ook gezegd worden, de talrijke vrijwilligers zijn er steeds als de kippen bij om mensen ter hulp te komen, en nog met de glimlach ook.

En nu muziek! Exact op tijd gearriveerd om aan onze driedaagse muzikale tocht te beginnen en Tamino te begroeten. Het gaat hard voor Tamino-Amir Moharam Fouad. Vorig jaar wist eigenlijk niemand wie hij was, maar door het winnen van De Nieuwe Lichting (tegenwoordig meer bruikbaar voor een blitzcarrière dan een Rock Rally-medaille) niet meer van de ether weg te branden. Zo’n vliegensvlugge start zorgt natuurlijk voor de nodige vragen bij de twijfelaars, zeker omdat zijn radiohit Habibi het soort song is dat zowel voor- als tegenstanders heeft. De Belg met Egyptische roots hoeft zich geen zorgen te maken. Ondanks het onmogelijke vroege uur was het muisstil in het park en kon je alleen zijn talent horen. Misschien mist zijn set alsnog de nodige variatie, maar als hij dan toch moet doorgaan als een Vlaamse versie van Jeff Buckley (wat niet is), dan is hij er één die de anderen overklast. Tamino bedankte drummer Ruben (ook bij Faces On TV) en keyboardspeler Tom Pintens, groette daarna zijn publiek en wist eigenlijk dat hij het alweer geklaard had.

Voor Pintens was er amper sprake van adempauze, want een dik half uur later stond hij er terug met Het Zesde Metaal. Een band die je niet meer hoeft voor te stellen, en er zelfs in geslaagd is om de woorden “naar de wuppe” tot algemeen Vlaams te verheffen. Voor de vijf een thuismatch en veel was er niet nodig om het publiek mee te krijgen, zelfs een eenvoudig verzoek om de schoenen uit te doen en daarmee te staan wuiven werd slaafs opgevolgd. Luistermuziek in het dialect dat je niet onberoerd laat. Liefdesliedjes maar ook songs over de miserie van vandaag. Entertainment, maar dan wel met een sociaal geweten. En ook getekend voor het eerste kippenvelmoment van de dag: Boze Wolven. Inderdaad, de Gorki-song die prachtig gearrangeerd werd met Where Is My Mind? van Pixies. Net geen tranen in de ogen, en dat in een park in Brugge. Ze staan inderdaad op zowat ieder festival geprogrammeerd die mannen van ’t zesde metaal, wie ze op Cactus zag weet waarom.

Een naam waar onze tong wel eens over durft te struikelen is die van Michael Kiwanuka. Een ideale naam voor Cactus dat niet vies is van de nodige blues en r’n b. De Brit met Oegandese roots die al vijf jaar aan een stuk de ene award na de andere binnenrijft doet het weliswaar op zijn eigen manier. Spontaan schiet de naam van ene Robert Cray door ons hoofd. Echte muzikale gelijkenissen zijn er niet, maar Kiwanuka slaagt er ook in om de bluesgeluiden uit de jaren 60 en 70 te mengen met een flinke dosis rock. Een perfectionist waardoor het visueel af en toe wel wat saai wordt, en een groot contrast vormde met de afsluiter van de avond, maar imponeren doet hij wel.

De sociale media logen er niet om en ook al moet je niet alles geloven van wat er op Facebook verschijnt, was Richard Ashcroft de ster van de avond en daarmee ook de echte headliner. Zijn soloplaten staan misschien niet bij iedereen in de collectie, maar het Vlaamse publiek is zeker nog niet vergeten dat hij met The Verve één van de uitvinders van de Britpop was. Ashcroft zelf ook niet, en koos daarom voor een setlist waarin heel wat nummers van zijn groep zijn opgenomen. De Engelsman begon meteen met een stevige Out Of My Mind, en liet dat meteen overlopen in Sonnet.  Here we go again and my head is gone, en meteen zaten we op het goede spoor. Zelfverzekerd, denken dat je de wereld aankan, maar teksten die bol staan van angsten en psychoses. Of hoe hij het zelf zingt: Music Is Power. Tussen de perfect gespeelde rockanthems was er plaats voor een woordje uitleg. Soms grappig, bijvoorbeeld hoe hij zijn vrouw vertelde dat Lucky Man zijn Wonderful Tonight is (de Clapton-draak) of hoe Hold On een protestsong werd met een sneer naar al de krankzinnige wereldleiders die Dr. Strangelove werkelijkheid doen worden. Het optreden werd afgesloten met Bittersweet Symphony dat eventjes verstoord werd door heethoofden die een festivalweide als een boksring beschouwen, maar als een sierlijke meester boog Ashcroft zijn grootste hit om tot een soort van verzoeningspoging om de vechters elkaar de hand te doen schudden. Een groots gebaar. Music is power zeker als hij Richard Ashcroft heet. Optreden van het jaar? Het zou kunnen, wat dan weer niet kan gezegd worden van Roisin Murphy.

Het publiek had hoge verwachtingen voor de gewezen Moloko-zangers, maar ontgoochelde een groot deel van de Cactusgangers door zich als ijskoningin te etaleren. Iedere song kregen we een andere outfit te zien, maar een festivalpodium is geen catwalk, zeker niet om één uur ’s nachts. Allemaal goed gespeeld, daar niet van, maar van enthousiasme (zelfs dankbaarheid) was geen seconde sprake. Forever More, die Moloko-hit zorgde voor de laatste danspassen en glimlachende festivalgangers van de avond. Maar zoals ze zeggen, het kalf was al in de vele kostuums verdronken…

Geen nood, dankzij Tamino, Het Zesde Metaal en vooral Ashcroft was de eerste dag een perfecte opwarmer voor wat dit weekend verder wordt gezet.

Mobiele versie afsluiten