De afkorting AFF staat voor Absolutely Free Festival. Absolutely Free, zegt u? Jawel, voor de bescheiden bijdrage van drie batterijen kunt u in het verre Limburg, binnen de oude mijnsite, genieten van een affiche om ‘u’ tegen te zeggen. AFF is zo’n festival waar het commerciële nog niet de bovenhand heeft genomen en alles draait rond de muziek. Een podium bieden voor zowel nationale als internationale talent die nog te ontdekken vallen (of die nog maar recentelijk ontdekt werden) en dat binnen een kader van fairtrade, lokale voeding, recycling en duurzame oplossingen.
Dat we vrijdag niet aanwezig konden zijn, speelt enkel en alleen in ons nadeel, want met toppers als Lander Gyselinck, San Soda en Joy Orbinson, hebben we een stevig dansfeest gemist. Gelukkig waren we er op zaterdag al vroeg bij om de schade in te halen. Er was dan ook nog niet zoveel volk aanwezig voor het optreden van Ratmosphere. Het was ons al enige tijd duidelijk dat we deze twee broers uit Brugge in het oog moeten houden en we waren dan ook heel nieuwsgierig om hen live aan het werk te zien. De combinatie van gitaar en drums mét synthesizergeluiden uit een soundboard gaf ons een Black Box Revelation meets Warhaus-gevoel en laat dat nu net diegenen zijn waarmee Ratmosphere op tournee getrokken is. Dat ze vandaag moesten spelen voor zo’n 30-tal mensen trokken ze zich dan ook niet aan en zoals het echte artiesten betaamt speelden zij, ook voor dit kleinere publiek, een strakke liveset.
Andere geluiden kwamen iets later uit de XPRMNT-tent waar Bolt Ruin, aka Brecht Linden, zijn industrial electronica op ons losliet. Bolt Ruin is dé Belgische revelatie binnen dit genre. Zijn ep Bolt Ruin kwam een vijftal maanden geleden uit en werd ook door ons goed onthaald. Wij hoorden in deze ep reeds wat Barst, Alva Noto en Sonic Area, maar voegen na dit optreden ook graag Ben Frost toe aan het lijstje. Bolt Ruin neemt je in geen tijd mee op reis naar een andere dimensie. Het neerpennen van dit optreden is een moeilijk gegeven, gezien een groot deel van deze set gevoeld en ervaren moet worden. Sluit je ogen en ga mee in de wereld van Bolt Ruin; Brecht Linden zet je na zijn set wel terug met je voeten op de grond en verlaat het podium met een grote bescheidenheid. Wij blijven wat beduusd achter, maar kijken alvast uit naar een gelijkaardige beleving op het einde van de avond met Blanck Mass.
Terug met de voetjes op de grond bevinden we ons in The Green House, waar Isolde Van den Bulcke het podium bestijgt met haar project/alter-ego/mythische minnaar, Tristan. Tristan staat voor popmuziek met een beetje jazz en een touch van ambient. Een ingewikkelde combinatie, maar toch is Tristan ook voor niet-jazz liefhebbers zeer toegankelijk en dat werd duidelijk door het volk dat zachtjes toestroomt terwijl Tristan hun eerste toetsten bespeelt. Of we wat dichter zouden willen komen, vraagt Isolde Van den Bulcke na één nummer. Een vraag die ze duidelijk geen twee maal hoeft te stellen want al snel vormt er zich een groep toeschouwers aan haar voeten. Dat iedereen wel wat dichterbij wil, is niet onlogisch. Isolde’s indrukwekkende stemgeluid betovert namelijk. Het is moeilijk om niet vol verwondering, soms zelfs wat verbazing, te luisteren naar de hemelse klanken die deze Gentse zonder enige moeite uit haar keelgat lijkt te krijgen. Dat het zangtalent van Isolde in de verf wordt gezet, is in sommige nummers van Tristan wel heel duidelijk. Het instrumentale moet af een toe net iets teveel plaats maken voor de zangsolo’s, maar Isolde vult deze zo goed in dat het al snel vergeten en vergeven is.
Uw recensent moet ook eten en hierdoor horen we enkel wat flarden van het optreden van The Bony King Of Nowhere. Wij hebben intussen echter al zoveel vertrouwen in Bram Vanparys en de zijnen, dat we er vrij zeker van zijn dat ze ook dit optreden tot een goed einde hebben gebracht.
Dat AFF ervoor opteert om niet de meest evidente artiesten uit te nodigen, maar een podium te bieden aan de moeilijkere, doch extreem interessante, genres kunnen we alleen maar toejuichen en dan vooral tijdens het optreden van Slumberland. Slumberland, dat zijn Jochem Baelus (ex- Echo Beatty) en de twee drummers Alfredo Barvo (Flying Horseman) en Frederik Meulyzer (Stray Dogs) die zorgen voor een heuse live-beleving. Hun indrukwekkende opstelling bestaat uit twee drums en een zelf gemaakte houten stellage met objecten die zij op creatieve wijze hebben omgevormd tot pseudo-instrumenten. Haardrogers, breinaalden en naaimachines krijgen een tweede leven en worden een belangrijke partner in het muzikale experiment van Slumberland. Jochem Baelus lijkt wel een echte wetenschapper terwijl hij achter zijn houten constructie staat en de juiste knoppen indrukt om alles tot leven te laten komen. Hij maakt hierbij nog extra gebruik van slordige gitaargeluiden en een distorted stemgeluid. Live wordt veel meer gebruik gemaakt van de aanwezigheid van de twee drumtalenten en staat ritmiek net iets meer op de voorgrond dan op hun album. Echter, niemand die hierover klaagt gezien dit plots een hoog dansbaar gehalte geeft aan Slumberland, vooral wanneer ze tijdens hun laatste track totaal los gaan op drums en gitaar en er zich achteraan het podium een moshpit vormt terwijl we ons even op een metal optreden wanen. Slumberland gaf niet zomaar een optreden, mits de juiste instelling vormde dit een beleving en dat hadden we voor geen batterij in de wereld willen missen.
Na al het ‘kleine’, Belgische grut, was het echter tijd voor de echte headliners van AFF en na reeds zo’n uitmuntende performances te hebben gezien van ons lokaal talent, stelden deze internationale namen wat teleur.
Het was even chaos rond half tien, toen bleek dat Let’s Eat Grandma en John Parish op het hoofdpodium van plek zijn gewisseld. Dit bleek op aanvraag te zijn van John Parish, maar achteraf gezien blijkt dit ook voor de sfeer van het festival een goede zet te zijn geweest. Het moet gezegd, met een naam als John Parish op de affiche kunnen de organisatoren van AFF enkel trots zijn op hun verwezenlijkingen. Hierna ligt de bal natuurlijk in het kamp van Parish zelf en volgens ons liep het hier wat fout. John Parish, dat is al meer dan 20 jaar de partner in crime van PJ Harvey. Samen schrijven en producen zij bijna al haar songs. Dat John Parish meer is dan alleen een uitstekende producer was ook al geweten. Zijn laatste plaat Bird Dog Dante werd goed onthaald. Toch ontbrak er live iets dat ervoor zorgde dat de stroom niet tot bij het publiek kwam en iedereen er maar wat belabberd bij stond. John Parish niet, want die zat neer op een stoel, net zoals de meeste van zijn bandleden die op deze manier ook nul energie uitstraalden. Het publiek dat eigenlijk voor Let’s Eat Grandma naar de grote tent kwam, droop al snel terug af en gebabbel en geroezemoes was op sommige momenten duidelijker hoorbaar dan John Parish zelf. Laat ons concluderen dat, zowel wij als John Parish, dit waarschijnlijk geen memorabel optreden vonden.
Om op sneltempo terug in de sfeer te kunnen komen zijn we gehoor gaan halen bij de hevige experimentele beats van Blanck Mass. Benjamin John Power, ooit ½ van de noisband Fuck Buttons is een man van weinig compromissen. Zijn muziek is intens en hevig en zo brengt hij dit ook live. Indien je dit niet aankan, moet je maar elders naartoe, want Blanck Mass, dat is gedurende één uur in trance geraken op experimentele, harde beats, met beklijvende beelden die aan een onvergeeflijk tempo en met de nodige lichtflitsen worden geprojecteerd.
Er wachtte Let’s Eat Grandma een moeilijke opdracht op het hoofdpodium om het publiek opnieuw wakker te krijgen. Ze zijn misschien nog maar net meerderjarig, maar vriendinnen Rosa Walton en Jenny Hollingworth, zijn geen katjes om zonder handschoenen aan te pakken. Ze begonnen als prille tieners in 2016 en toeren nu al de wereld rond met 2 LP’s onder hun arm. Hun laatste album I’m All Ears, was een voltreffer en getuigt van een veelbelovende toekomst voor de twee dames. Live brengen ze een drumster mee terwijl Rosa en Jenny beiden achter hun synthesizers staan en netjes om de beurt een stuk van de zanglijn op hen nemen. Er worden af een toe ook wat andere instrumenten bijgehaald zoals een saxofoon en een gitaar. Ondertussen fladderen de twee rond op het podium en doen ze af een toe een dansje (zoals de macarena) met een zeker charisma, maar het puberale haalt soms toch nog wat de bovenhand. Muzikaal zat hun show wel strak in elkaar en passeerden vele nummers uit I’m All Ears de revue. I’m All Ears is een album dat goed in elkaar steekt. Het werd dan ook geproducet door David Wrench, gekend voor zijn samenwerkingen met Frank Ocean, The xx en Bat For Lashes, wat het album een groots klinkend elektronisch geluid biedt dat enorm kan pruimen. Live viel deze grootste sound echter weg en klonk alles veel bedeesder en rustiger, wat ervoor zorgde dat sommige verwachtingen misschien niet volledig werden ingelost. Let’s Eat Grandma vormde gisteren wél een veel betere opwarmer voor de dj-set van Eppo Janssen, dan John Parish dat zou geweest zijn. De sfeer was gered en ook dit jaar zorgde AFF niet enkel voor een free, maar ook voor een fenomenaal, fantastisch, fijn feest.