Luminous Dash BE

SWELL, Everyday Sunshine Tour 2023

A tribute to David Freel (1958-2022)

“Life is like a box of chocolates, you never know what you’re going to get” liet Forrest Gump weten in de gelijknamige prent. Een dijk van een oneliner. Zij het eentje in twee brokken. Expect the unexpected, maar dan mooier verwoord.

DAVID FREEL © 2009 Wouter De Sutter

Exact hetzelfde gevoel overviel ons toen het bericht binnen waaide dat de Californische band Swell na 15 jaar radiostilte vanonder het stof wordt gehaald. Voor een ultieme Europese tour. Opgevat als een eresaluut aan David Freel. De enigmatische singer-songwriter en frontman van de band. Vorig jaar even plots als onverwacht overleden.

Swell werd in 1989 in San Francisco door hem en drummer Sean Kirkpatrick in de steigers gezet. Met meer ambities dan mogelijkheden. Wars van de rages van het moment – grunge, rapmetal en Madchester waren niet aan het duo besteed – werd in de daarop volgende jaren een eigen, herkenbaar ambient geluid gecreëerd.

Niet altijd een bewuste keuze want ook het resultaat van werken met beperkte middelen. Aanvankelijk weinig benul hebben van opnametechniek deed de rest. Veel vallen en weer opstaan dus, maar de output klonk wonderlijk goed. Freel werd omwille van die onorthodoxe DIY-aanpak wel eens ‘the godfather of lo-fi’ genoemd. Iets waar hij steeds smakelijk om kon lachen. Hij was vooral zichzelf.

https://youtube.com/watch?v=fhEd6qzFcmk%3Fversion%3D3%26rel%3D1%26showsearch%3D0%26showinfo%3D1%26iv_load_policy%3D1%26fs%3D1%26hl%3Dnl%26autohide%3D2%26wmode%3Dtransparent

De muziek van Swell combineerde het beste van postpunk, psychedelica, folk en filmscores tegen een achtergrond van mysterieuze geluiden. Klonk meestal eenvoudig. Maar nooit simpel. Bedrieglijk eenvoudig dus. Het bandgeluid liet echo’s horen van fors uiteenlopende invloeden. Alles van Joy Divison over Pink Floyd en Bowie tot en met Morricone. Daardoor moeilijk te catalogeren of te vergelijken met andere bands. Het niet-in-een-vakje-passen (willen passen) heeft de band tot het eind fors parten gespeeld. Hoe promoot je ook een eigenzinnige band die geen etiket verdraagt?

Wat er ook van zij; met de eerste drie langspelers (‘Swell’, ‘…Well’ & ‘41’) oogstten Freel & co onveranderlijk jubel-reviews. Ze behoren tot het beste dat de groep produceerde in de 20 jaar van bestaan. En verdienen een plaats in iedere platenkast.

Daartoe bleef het niet beperkt want Swell bracht in totaal acht albums uit, naast twee compilaties, een groot aantal singles, ep’s, mini-albums etc. Vanzelfsprekend op verschillende labels langs weerszijden van de oceaan, waaronder het eigen ‘pSycho-SPecific’ label. De discografie mag een onoverzichtelijk zootje heten.

Commercieel succes bleef grotendeels uit ondanks de deal met major American (Rick Rubin), intensief toeren en de passages bij meerdere radiostations, MTV, de Franse en Spaanse (nationale) televisie enz. De sessie bij de legendarische John Peel zouden we haast vergeten.

https://youtube.com/watch?v=f5OjUoTK4ug%3Fversion%3D3%26rel%3D1%26showsearch%3D0%26showinfo%3D1%26iv_load_policy%3D1%26fs%3D1%26hl%3Dnl%26autohide%3D2%26start%3D20%26wmode%3Dtransparent

De band had een kleine maar hardnekkige fanbase in Europa. In de Humo-gids voor het Pukkelpop Festival (editie 1998) werd het pijnlijk accuraat omschreven als volgt: “Swell,…één van die ensembles die er in elk beschaafd land vijftig trouwe fans op na houden en zich daarmee tevreden moeten stellen”. Beter kon het onmogelijk verwoord worden.

In België was de band tweemaal aan het werk op Pukkelpop – organisator Chokri was een fan – en verder op Rock Herk, het Dour Festival en op het Cactus Festival. In het clubcircuit werd meermaals opgetreden in Botanique. Op de één of andere manier was de band enkele jaren bijzonder populair in Frankrijk. Het contrast met het gebrek aan succes en erkenning in de VS kon niet groter zijn als daar. Voor iedere Amerikaanse fan had de band 100 Franse fans zo leek het wel.

Eind jaren ’90 was het vet van de soep. De beoogde grote doorbraak bleef uit en Swell vervelde langzaam maar zeker tot het solo-project van David Freel die even excentriek als koppig zijn eigen koers bleef varen. Muzikaal schoof hij met de jaren steeds verder op in de richting van donkere folk.

Tot 2008 bleef hij actief onder de naam Swell. Vervolgens onder de naam Be My Weapon. Met inbegrip van bizarre samples en andere gekke geluiden. Greasy, het sterk experimentele laatste album, werd in 2014 uitgegeven. Freel liet zich vervolgens niet meer zien in studio’s of op podia en gooide zich fulltime op ‘Vynil On Demand’. Een platenzaak die hij met zijn partner Jen uitbaatte tot het noodlot vorig voorjaar toesloeg.

Voor de aankomende tribute tour troepen alle oudgedienden voor een laatste keer samen op aansturen van drummer Sean Kirkpatrick. Ook van de partij: John Dettman (gitaar), Niko Wenner (gitaar & toetsen) en Monte Vallier (bas). John Dettman die de band al 30 jaar geleden verliet, neemt de vocals voor zijn rekening.

Swell staat met Pasen (9 april) op de planken in Brussel, in Botanique. Meteen ook het eerste concert van de twee weken durende tour. Een rondreis die uw dienaar, last fan standing, van zeer nabij zal meemaken. Nooit roadies en stage hands te veel bij dergelijke ondernemingen. Vandaar.

Na de Botanique volgen nog drie shows in Duitsland, zes in Frankrijk, één in Nederland (Maastricht) en één in Spanje waar de stekker finaal uit Swell getrokken wordt. Voor wie er nergens bij kan zijn nog dit: de platen blijven zoveel jaar na release keihard de moeite.

© 2023, Swell/Wouter De Sutter
© 2023, Swell

Swell

Mobiele versie afsluiten