Luminous Dash BE

ONCE.

Op een dinsdagnamiddag spraken wij in Leuven af met Guillaume Bonte en Sander Crijns, oftewel de frontman en de leadgitarist van het Hasseltse viertal ONCE. Onlangs brachten ze hun eerste ep Butterfly Effect uit. We beschreven de ep als “gebalde indierock met songs die als een huis staan”. Wij waren geïnteresseerd naar het ontstaan van de nog prille band, en naar het productieproces van deze eerste plaat.

(c) Wouter Crijns

We beginnen bij het begin. Waarvan kennen jullie elkaar?
Wij (Guillaume en Sander) zaten vroeger samen op de muziekschool. Later zijn we dan vrienden geworden op het middelbaar, en vervolgens zijn we samen gaan studeren in Leuven. Andreas, de bassist van de band, was de buurjongen van Sander, en zo waren we al met drie. Wel twee probleempjes. we hadden zowel nog geen drummer, laat staan een repetitieruimte. Dat werd opgelost door de aanwerving van drummer Mattice, die naast zijn drumkwaliteiten ook nog een repetitiezolder op overschot had. Twee vliegen in één klap, zo luidt het cliché. Maar soms is het echt zo!

Hoe kwamen jullie aan de naam ONCE?
We maakten een ideeënlijst van allerhande woorden die eventueel in aanmerking zouden komen om te gebruiken als naam voor de band. Die ideeën grepen we doorgaans uit het alledaagse. De bandnaam is, zoals bijvoorbeeld Radiohead en Buddha For Mary dat op hun beurt deden, geleend van het nummer Once van Pearl Jam. Ook Butterfly Effect stond op dat lijstje, maar die naam werd dan drie jaar later gerecupereerd als titel voor de ep.”

Dan over de ep zelf. Was dit de eerste keer dat jullie in een opnamestudio zaten? Hoe is dit verlopen?
Ja dat was onze eerste keer. Het Hasseltse Hook Studio (Ruby Grace, Neon Electronics, Skiska Skooper, etc.) had ons al eerder gecontacteerd met de vraag of we daar onze platen wilden opnemen. Zo gezegd, zo gedaan. In de zomer van 2019 zijn we dan vier dagen aan een stuk de nummers gaan opnemen. Het was even wennen aan de clicktrack, en aan de lange en vermoeiende dagen, maar uiteindelijk verliep eigenlijk alles zonder al te veel complicaties.

In het derde nummer Lucy horen we af en toe overeenkomsten met Arabella van Arctic Monkeys. Waar halen jullie inspiratie bij de songwriting?
Dat klopt! Elke beginnende band haalt wel ergens zijn eerste spreekwoordelijke pot mosterd om zo geleidelijk aan een eigen sound te creëren, en dat is voor ons niet anders. Maar we proberen in de toekomst wel verder te kijken dan dat. Drie-akkoordenriffs en ellenlange solo’s zijn leuk om te spelen, maar vermijden we toch liever. We willen vooral opzoek gaan naar ons eigen geluid en kijken naar muziekacts als Inhaler, Yungblud, Sam Fender, etc. die hun invloeden op een succesvolle, maar vooral moderne manier in een 2020-jasje steken.

Wie schrijft de songs?
Dat gebeurt voornamelijk door ons. Sander komt meestal met een riff of akkoordenschema op de proppen, en vervolgens schrijf ik (Guillaume) daar dan de tekst op. Dan stellen we het nummer voor aan de andere twee bandleden en werken we het in collectief verder uit tot de song één geheel vormt.

Nog plannen voor in de toekomst?
We zijn vooral nog volop aan het werken aan nieuw materiaal. Daarnaast is het optredens boeken voor aankomende zomer, want live willen we natuurlijk ook wel actief blijven.

Alright, veel succes daarmee! Nog een laatste boodschap?
Luister naar de ep!

Mobiele versie afsluiten