Schmutz, geen Duitsers zoals de naam laat vermoeden. Wel geboren en getogen in Neeroeteren, maar omdat geen kat dit oord kent houden we het maar op Limburg dat naast zijn steenkoolmijnen, in de jaren 80 de draaikolk was voor alles wat naar new wave rook.
We schrijven 1984. De new wave was gemeengoed, maar het waren ook de hoogdagen van de Belpop en tevens het tijdperk waarin iedereen op woensdagmiddag aan de radio zat gekluisterd om de heerlijke stem van Gust De Coster en zijn programma Vrijaf te kunnen horen.
Schmutz was een band die perfect wist in te spelen op het alternatieve en het commerciële circuit. Na wat kleine podia te hebben afgeschuimd gingen ze met de grote prijs van de Vakature-wedstrijd lopen (een soort van Rock Rally voor het toenmalig populaire Breekend-festival) en ontdekten ze waar ze goed in waren: het schrijven van hitgevoelige synthpopdeuntjes. Zwarte ridders die destijds geproducet werden door Herwig Duchateau (drummer van Scooter die een monsterhit met You hadden) en hiermee werd op twee paardjes (het alternatieve en het commerciële) gewed om er uiteindelijk nog twee keer mee te winnen ook! Deuntjes die jaren na datum klassiekers bleken.
Schmutz scoorde een paar gigantische hits, maar al bij al duurde het verhaal kort en bracht de band maar één lp uit: de nogal vaak onderschatte Lip Service.
Zoals dat met zo veel bands het geval is, groeide later ook voor Schmutz de vraag voor een reünie. De band begon opnieuw te spelen in zijn originele bezetting (op Carlo Peeters na die veel te vroeg overleed) en eveneens kwam de goesting er om nieuwe songs te schrijven.
Acht daarvan staan op Pillow Talk die het eerste luik vormen. Een tweede deel krijg je met zes van hun (geremasterde) grootste hits die, als je de Belpop-cd’s niet meerekent, nu voor het eerst op cd zijn verschenen.
Laten we het eerst maar eens over de nieuwe tracks hebben. Nieuwe fans zullen ze hier niet mee maken. Net zoals in de jaren 80 hebben ze nu ook lak aan moeilijkdoenerij en deden ze gewoon datgene waarin ze uitblinken: het schrijven van synthpopdeuntjes. Geen behoefte dus om zichzelf her uit te vinden, gewoon voortborduren op dat verleden. Te nemen of te laten. De jongens zijn zelf verstandig genoeg om te beseffen dat ze hiermee niet meer in de hitparade zullen geraken (iets wat an sich toch niet meer bestaat), maar allen zijn catchy en meer dan goed genoeg om de liefhebbers van weleer te kunnen aanspreken.
Bij de oudjes vind je uiteraard Living It Up, Turn The Pages, Love Games en Straight From The Heart (ook in een remix van Buscemi), maar ook het vaak vergeten Hold Me dat je gerust als één van de mooiste liefdesliedjes uit de jaren 80 kan beschouwen.
Nostalgie is deze cd zeker, soms kan dat geen kwaad.