Met een pompend Blast! werd de mainset van een werkelijk wervelende show van Marcus Miller en diens band besloten, die warme zomeravond – ja, eindelijk! – in het immer sfeervolle Openluchttheater van het Rivierenhof. Een blast, uitroepteken incluis, ja, dat was het dan ook. En dat is zelfs een understatement. Voor de volle twee uur serveerde de ongekroonde koning van bass slappin’ alsook jazzy funkateer het Rivierenhof op een bruisende, bronstige, broeierige en funky set, met uitstapjes naar jazz, soul en R ’n B. Daarbij putte Miller uit de eigen rijke catalogus en, zoals wel vaker, met een traktaat aan opmerkelijke covers.
Miller’s diepe bas beukte, zong en croonde en klonk weerom machtig, de blazerssectie was indrukwekkend, de keys en percussie waren subtiel. Van bij die eerste diepe bassen van Panther tot aan de wervelende interpretatie van Come Together (The Beatles) was het ongelooflijk hard genieten van zoveel vakmanschap, spelplezier een welgekomen grooves. Een zomeravond die de aanwezigen niet snel gaan vergeten…
Onder luid applaus wandelden Marcus Miller – compleet gehuld in het wit – en de rest van de band het podium op. Miller besloot geen tijd te verliezen, omgorde de bas, gaf meteen een fijn bassolo en eerste les bass slappin’ ten beste. Dat vloeide over in een fenomenaal Panther, een ongelooflijk feest waarin eerst de bas van Miller het leitmotiv speelde, daarna geniaal overgenomen door sax en trompet, de bas even in dienende rol, om daarna weer de hoofdrol op te eisen. Wat een grooves, wat een vibes. Ongelofelijk funky, deze bronstige Panther.
“Good night, what a great evening. Good to be back!” verwelkomde Marcus het publiek. “This one’s called Red Barron and it’s kind of funky”. Kind of, Marcus, écht? Ja, humor heeft Miller wel, nadat hij ons al met een überfunky Panther omver had geblazen. Maar hij had gelijk want ook Red Barron werd een funky feestje, met Marcus op bas en de prompte blazers als bekwame en swingende reisgidsen tijdens deze groovy trip.
“Let’s go back to an old song I wrote voor Miles”. Amper uitgesproken en gejuich en applaus, aha erlebnissen alom wanneer de trompet die eerste noten van Tutu blies. En, neen het is Miles Davis niét, alhoewel, als je de ogen even sloot? Alleszins: wat een absoluut geweldige trompettist is Russel Gunn, wow! “Let’s switch it up” en er volgt een tempoversnelling. Meer geweldige trompetklanken en een geweldige sax waren ons deel en we kregen nog een fraai duel tussen Millers bas en die sax van Donald Hayes.
Van de machtige compositie die volgde moeten we je helaas de titel schuldig blijven. Miller’s bas croonde vol emotie, zachtjes begeleid door subtiele keyboardpartijen van Xavier Gordon en zuinige percussie van Anwar M. Marshall. Sterk wanneer de blazers van Gunn en Hayes overnamen.
Riepen we iets té enthousiast “yes!” wanneer we bij die eerste aanzetten op bas en keys die compositie van Stevie Wonder herkenden? Misschien wél! We waren niet alleen, toch? Het OLT liet zich een werkelijk fenomenale swingende versie van Higher Ground bijzonder smaken. Of er gedanst werd? Check! Niet voor het eerst noch voor het laatst die avond. Subliem hoe de bas van Miller de oorspronkelijke Stevie-vocal ‘zong’.
Miller vertelde over zijn tijd in de band van Miles Davis (van 1981 tot 1983) en hoe Davis nooit terugkeek, of een compositie opnieuw in een oude stijl wou spelen. Maar toen Miller een ode aan diens held Jaco Pastorius schreef, en die aan Miles gaf, hoopte hij dat Davis het toch in die ‘oude stijl’ zou opnemen. Dat hij dat dan ook dééd verbaasde Miller toen. En zo werd Mr. Pastorius opgedragen aan zowel Jaco Pastorius als Miles Davis. En wat een mooi eerbetoon aan beiden. Met Russel Gunn weer in een glansrol op trompet, fraaie saxpartijen van Hayes een heel gevoelige zachte jazzy baslijnen van Miller. En in de staart van de compositie door merg en been gaande trompetklanken, waarmee de song lichtjes uitstierf. Indrukwekkend
Als ode aan de ons onlangs ontvallen David Sanborn zette de band een erg potente en lichtjes sublieme versie van Run For Cover neer. Met een machtige hoofdrol voor de sax van Donald Hayes en de bas van funkateer Marcus Miller: bass slappin’ a gogo, funky as hell.
Miller vertelde over zijn bezoek aan Senegal, jaren terug. Hij bezocht er in Gorée een museum over slavernij en dat had hem diep getroffen. “Dat gaat over onze voorouders, ten slotte”. Het idee voor een song ontstond, maar niet als aanklacht; “Het gaat meer over hoe sterk mensen ondanks alles zijn”, aldus Miller. “We hebben de song veel gespeeld, dan een poosje niet meer, maar nu, met al wat er gaande is in de wereld wil ik dit opnieuw brengen.” Xavier Gordon zette in met een heel mooie pianopartij, terwijl Miller wat over het podium wandelde, om dan zijn gigantische basklarinet ter hand te nemen en op zijn beurt in te zetten. Ongelooflijk hoeveel gevoel Miller erin legde, kippenvel was ons deel. En geen klein beetje zelfs. Zuinige percussie en blazers, de sax die dan gevoelig blies. Dan werd het tempo opgedreven en stond Miller op het podium te dansen, en nam hij zijn bas vast, die hij vervolgens stijlvol liet croonen, om de song dan toch compleet te doen ontploffen. Groots, deze ‘ode to the human spirit’, een prachtige hymne eigenlijk. Blij dat Miller Gorée dus terug op de set zette. Wat een finale, zeg.
Maar de échte finale moest nog komen. Nadat Miller de muzikanten nog eens voorstelde en uitvoerig in de bloemmetjes zette, kregen we nog vuurwerk, waarin alle muzikanten ook nog rijkelijk mochten soleren, en waarbij het toch ook voornamelijk één groot basfeest was met ook il maestro in volle overgave. In onze notities lezen we ‘bass, baby’! Met een denderend en overdonderend Blast! werd de set besloten. Waauw!
Ondanks het late uur, besloot de band om toch nog terug te keren, en vanop een afstand konden we nog ervaren hoe Miller en band zich stijlvol smeten op Come Together van The Beatles, dat hadden we hem al eens eerder weten doen. Dit keer geen Trip Trap of Papa Was A Rolling Stone dus, maar een mens kan niet alles hebben natuurlijk.
Marcus Miller, kwam zag, speelde alles en iedereen murw, emotioneerde en bouwde, samen met zijn band, een geweldig fijn feestje in het Rivierenhof. Dankje, Marcus, we had a Blast!