Die ochtend in Studio Caporal: opstellen en soundchecken. Bert Huysentruyt op drums. Nicolas Rombouts op bas. Geert Hellings op gitaar. Een frisse Matt Watts heeft z’n Gullit meegebracht, een handgebouwde gitaar.
Producer Nicolas Rombouts heeft een duidelijk idee waar de song naartoe moet. Richting americana, aangedreven door zijn bas en een gitaartokkel die een neefje is van Dear Prudence. De vier muzikanten zoeken hun weg en dokteren de structuur uit. Een handvol takes later staat de definitieve versie op band. Hellings legt er nog snel een slidegitaar over. Matt neemt de piano en akoestische gitaar voor zijn rekening.
Klokslag een uur verschijnt Guido Belcanto. Met zijn haar opgestoken en mondharmonica’s in jaszak. In de controlekamer moet hij even wennen aan de volledig hertimmerde versie van zijn nummer, bekijkt de vertaling van Matt en neemt dan plaats achter de micro. Subtiel ondersteunt hij de zang met zijn harmonicaspel en neemt een solo voor z’n rekening. Een paar variaties en het staat erop. The orange blossom special, maar dan in het centrum van de stad.
(c) Kris Verdonck