Opvallen, daar begint het mee als je een cd op de markt brengt. Daar heeft het trio Turf uit Ardooie iets op gevonden. Een cd, dat breng je uit in een rond metalen doosje, formaat cd, met een doorkijk aan de voorkant waar bandnaam en titel opeen ietwat wazige foto zijn gedrukt. Aan de achterkant zet je de imponerende zin “T is lik ne n oamre, die up joen n ooft sloat’”
Dan weet iedere aandachtige lezer meteen dat Turf zich van een West-Vlaams dialect bedient. Niet het Izegems van Flip Kowlier, maar Ardoois, al lijken beide dialecten wel erg op elkaar. Het lijkt op een beetje op het typetje Freddy De Vadder van Bart Vanneste, al is die van Menen. Ver liggen die gemeentes niet uit elkaar, vandaar.
Om maar te hinten dat wie voornoemde ietwat bekendere namen begrijpt, ook Turf (West-Vlaams voor ingedikt) zal kunnen verstaan. Drummer Steven Duyck en gitarist Wim Wallays groeiden op met een voorliefde voor Barkmarket, The Jon Spencer Blues Explosion en Sonic Youth. Dat tegendraadse van die bands is hier en daar ook te merken in de muzikale omlijsting die ze verzorgen voor de sinds een jaar toegetreden Rino Feys. Die laatste zorgt voor de heerlijke teksten, uiteraard in het dialect, die al net zo tegendraads en minimalistisch klinken als de muziek. Dat wil zeggen dat de gitaar al eens een niet voor de hand liggend riedeltje mag spelen, dat Feys mag fluisteren, leuteren, zeveren of poëtisch uit de hoek komen, en dat Duyck en Wallays hun voorliefde voor prikkelende indierock kwijt kunnen.
Probeer maar Miseerje, waar Feys declameert, terwijl de muzikanten een Zappa-tje doen. De teksten worden geput uit het dagelijkse leven, ietwat donker en surreëel tegelijk, zoals West-Vlaanderen zelf natuurlijk. Acht stuks staan er op het schijfje, het ene nog aanstekelijker dan het andere. Het moet niet altijd gesofisticeerd klinken om interessant te zijn natuurlijk. Probeer Pilln, voorzien van een hilarisch filmpje op Youtube, en geniet net als wij.