Held zonder glorie. Woorden die perfect passen bij de Limburgse muzikant Erik Debny. In zijn eigen heimat door de underground terecht tot icoon gekroond, maar van echt succes heeft deze man nooit kunnen proeven, ook al kan hij als geen ander tijdloze songs schrijven.
Debny werd midden in de sixties geboren en het is ook deze periode zijn die hem nooit zou loslaten. De nostalgische liefde voor de sixties inspireerde hem om samen met Tim Brown in 1995 een eigen band op te richten: The Shovels. Samen met bassist Bart Vandebroeck en drummer Dave Schroyen (nu bij Peuk) nam de band voor Kinky Star Records twee platen op: Plastic Fantastic Generation en Time Machine. Het succes bleef uit. David gaat wat later op de drums meppen bij Millionaire en Vandal X, en Tim Brown richt samen met Kinky Star-baas Luc Waegeman Starfighter op.
Erik is echter niet het soort muzikant dat vlug opgeeft, en een paar jaar later gaat hij in zee met Niels Hendrix (Fence en de bezieler van FONS records), bassist Raf Borkelmans en drummer Gunther Liket die later (jawel) ook bij Vandal X zou belanden. Met hun nieuwste plaat Dig It! geraken ze op Pukkelpop en op Kinksize Canary speelt zelfs ene Tim Vanhamel mee. Er volgt een paar jaren radiostilte tot in 2014 Pop Secret verschijnt en Erik het merendeel van de songs zingt.
Twee jaar later verschijnt dan Spaced Out In Outer Space met opnieuw David Schroyen op drums, en naast Niels Hendrix ook Nele Janssen in de line-up. Meteen worden hiermee de eerste kiemen van Peuk gevormd. Nele zou een belangrijke rol spelen in Eriks recente muzikale jaren, want niet veel later verschijnt de soloplaat van Erik (Beat The System) met Nele als compagnon de route en ook live vormen de twee een muzikaal paar. Hoewel Nele nog te horen is op de nieuwe Shovels-plaat is ze er live niet meer bij, maar wordt ze nu vervangen door Aster Froyen (jawel, die Aster!) en Tom Vienne van Tonsils. In Limburg hangt alles nu eenmaal aan elkaar. Gelukkig maar!
En nu is er die nieuwe fantastische plaat. Fantastisch dus. Zestien songs met daarop twee a-typische Shovels-songs: het ontroerende I Said Hello waarbij Nele de vocals op zich neemt en iets doet wat lijkt op het vroegere werk van Marianne Faithfull. Voor ons part de song van het jaar, hoewel Rabbits In Headlights (gezongen door Tom) even sterk is en The Shovels eerder op een garagerockband op speed lijken.
Voor de rest krijg je The Shovels zoals we ze al twintig jaar kennen, hoewel The Key hun allerbeste plaat ooit is. Lak hebben aan perfectie omdat dit alleen maar de schoonheid schaadt. Recht uit het hart en één voor één grootse songs.
Psychedelische pop waar goed is over nagedacht en composities die thuishoren in het grote Lennon/McCartney-boek. Jawel. Ontwapenend in hun eenvoud, liefdesliedjes waar je tranen van in de ogen krijgt. Soms balancerend op het randje van net niet fout zoals Artificial Intelligence waarin de synths als grappige robotgeluiden uit b-films klinken, of de sterke opener Hello Mrs. Gorgeouspiece waarin we meteen Eriks liefde voor The Kinks horen.
Als alles goed gaat, staan The Shovels op 26 april in Café De Loge in een editie van Lokale Helden die door Luminous Dash gecureerd wordt. Mocht het virusgevaar nog langer in ons land rondsluipen, dan zoeken we vanzelfsprekend naar een andere datum. To be continued, that’s for sure. Nu vooral die cd een plaats in je collectie gunnen.