Het Italiaanse Tellkujira noemt zichzelf een avant-garde kwartet. In onze oren klinken de vijf nummers eerder als somber aandoende, ingetogen hedendaagse jazz vermengd met wat klassiek. Een strijkkwartet maar dan net even anders. Waar een normaal strijkkwartet werkt met cello, altviool en twee gewone violen, werden die laatste vervangen door elektrische gitaren.
Dat zorgt ervoor dat het geluid heel wat hedendaagser klinkt en Tellkujira niet in de klassieke verdomhoek belandt maar een breder publiek kan aanspreken. De muziek blijft behoorlijk abstract, dat wel. Ergens tussen ambient, verstilde geïmproviseerde jazz en polyritmiek.
Het gefriemel aan de snaren werkt bevrijdend voor Ambra Chiara Michelangeli, Francesco Diodati,
Francesco Guerri en Stefano Calderano die met dit album een geslaagd debuut hebben gemaakt. Eerder verscheen alleen het nummer Piece Sombre, dat op deze cd gebruikt wordt als afsluiter.
Wat ons betreft mocht dit album best wat langer hebben geduurd. De muziek werkt namelijk op een bizarre manier onthaastend. Dat bizarre mogen we ook letterlijk nemen, want het viertal ontwierp een tool, het fragmentarium, waarbij flarden van composities op basis van een instructiecode in een andere volgorde komen te verschijnen, waardoor ze intensief moeten luisteren en ze worden gedwongen om aanhoudend inventief om te springen met hun bronmateriaal.
Tellkujira daagt vooral zichzelf uit, terwijl wij gewoon genieten van het gekrabbel, geschraap en getokkel op hun snaarinstrumenten.