Soms mag je een groepsnaam letterlijk nemen. Jazzdrummer Stéphane Galland reisde de wereld rond op een nooit eindigende zoektocht naar nieuwe ritmes, waar dit album het resultaat van is. Meer nog dan een plakboek van alle stijlen die hij onderweg ontdekte, is het een voldragen geheel met wervelende en kleurrijke composities die overlopen van liefde en eerbied voor al die verschillende muzikale tradities. Van Afrika vliegen we naar India en over de Balkan weer huiswaarts.
Dat komt ook doordat Stéphane er niet alleen voorstaat: tot zijn reisgenoten rekent hij de Japanse tenorsaxofoniste Shoko Igarashi, de Franse trompettist Pierre-Antoine Savoyat, de Tunesische pianist Wajdi Riahi, de Nederlandse bassiste Louise van den Heuvel en de geboren en getogen Brusselaar Sylvain Debaisieux op altsaxofoon. Allen vonden ze een thuis in onze hoofdstad, allen namen ze ook hun eigen muzikale meesterschap mee naar de plaat.
De twee beste nummers vind je meteen aan het begin van het album. Morpheus is de ideale opener: geen tijd om te slapen hier, groots kondigen de blazers de melodie aan, die meteen aan het dansen gaat. The Lindy Effect is volgens Wikipedia een theoretisch principe dat ons petje te boven gaat, maar op dit album toch vooral een lekker lange en wervelende compositie met glansrollen voor de piano en natuurlijk Stéphanes onvermoeibare percussie.
Laat je niet afschrikken door de ‘complexe ritmes’ die deze muziek volgens de perstekst bevat: je hoeft geen jazzkenner te zijn om met volle teugen te genieten van deze zonnige, bruisende plaat. Een liefhebber is al meer dan voldoende.