De Ierse band Sprints kondigt op 5 januari hun debuutalbum Letter To Self aan. Het viertal uit Dublin met zangeres Karla Chubb, bassist Sam McCann, gitarist Colm O’Reilly en Jack Callan op de drums, vormden de band 3 jaar geleden. Sedert dan werken ze gestaag aan een stevige live reputatie. Voor fans van Punkrockers als Panic Shack, English Teacher of Enola Gay.
Letter To Self is een zeer compleet en bij momenten verrassend gevoelige debuutalbum met een fantastische stem en goeie songs. De band trok in Ierland al gauw de aandacht van het iconische label City Slang. En dan kan het vlug gaan, want naast de release van hun album maakt de band meteen al een mooie tournee door het VK, Europa en zelfs de VS.
Hun eerste songs Kissing Practice en vooral The Cheek werden zelfs opgepikt door de BBC, The Guardian en NME. Om maar te zeggen, mooie adelbrieven voor een Dublinse punkrockband die nog nooit een album uitbracht.
Toen wij in de lijst van te recenseren albums Sprints zagen blinken, aarzelden we niet. En beste lezer, geen seconde spijt hebben we gehad. Laat ons aanvangen met de statistieken: op het album staan 11 songs. En geen enkele, we herhalen, geen enkele is opvulling. In sommige liedjes lijkt het alsof er een trein in razendsnel tempo ongecontroleerd op je afdondert. En dan strelen enkele zachtere en vooral mooie rustige momenten troostend de wangen.
Wij werden trouwens meteen fan van de mooie stem van Chubb. En we gaan hier nergens in het artikel een vergelijking maken met andere Ierse zangeressen. Nope, dat gaan we niet doen. Want Chubb doet met haar stem echt wel haar ding, en elke gelijkenis met andere Ierse dames is louter toevallig.
Maar het moet gezegd, zij draagt echt wel elke song en daarmee de totale band. Of het nu uptempo of rustig opgebouwd is, zij kent de truken van de foor om op gepast moment drama te maken en melodie te steken in haar dynamiek. Vergeef ons als we haar vergelijken met PJ Harvey. Neen, dat is geen Ierse zangeres, dus deze vergelijking moet ons toegestaan worden.
Bij het beluisteren konden we weliswaar geen typische radiohitmateriaal ontdekken. En dat is geen ook helemaal probleem. Zij zijn een punkrockband. Maar het is indrukwekkend hoe een debuutalbum al zo consistent kan zijn. De chemie tussen de bandleden is voelbaar.
Het album opent met Ticking. Chubb komt eerst zeer onzeker over met veelvuldige vragen als “Moet ik niet harder proberen, moet ik het weer checken of een sweater dragen. Moet ik mijn haar afknippen?” Dan ontploft de song op een wijze die we al jaren missen op grote muziekfestivals van toen ze niet louter een beleving waren.
In Cathedral worden katholieke schuldgevoelens en homofobie op razende en furieuze wijze aangepakt evenals de conflicten met ouders die vinden dat hun kinderen niet voldoen aan de normen van de goegemeente.
Niet elk lied gaat over negativiteit. Literary Mind rolt gelukzalig uptempo binnen en gaat over verliefdheid. Een love song zoals we ze graag horen, met de herkenbare vraag of die verliefdheid wederzijds is.
Op Up And Comer wordt de muziekindustrie seksisme en hypocrisie verweten. Ongetwijfeld gebaseerd op hun allereerste ervaringen, maar we vermoeden dat ze intussen wel in een betere omgeving vertoeven.
Sprints is bezig met een interessante run en is nu al een opwindende jonge rockband. Wij adviseren jullie om alvast te hollen naar de Cactus Club op 13 februari waar Chubb en co er samen met English Teacher ongetwijfeld de eindmeet in stukken zullen scheuren.