De Grobbendonkies van Psycho 44 hebben er zeven jaar over gedaan om een waardige opvolger in elkaar te boksen voor hun straffe debuut Suburban Guide To Springtide, een album vol splinterbommetjes. Of dat zeven vette of eerder magere jaren waren, moet vooralsnog blijken want eind februari kwam Unreality I alvast uit, maar daar blijft het niet bij. Unreality II wordt in het najaar verwacht. Het kan ook 2021 worden. Als het EK voetbal een jaar later mag volgen, dan ook Unreality II. Deze ontdubbeling is alvast een gouden zet in de strijd tegen het vermaledijde Covid-19. Zo kan de band tijdens de herfst haar albums in uitgesteld relais voorstellen met de kakelverse helft van de lading onder de arm. Afwachten ook of beide onrealiteiten conceptueel in elkaars vaarwater vertoeven.
Volgens de bio kruist de band op de nieuwe plaat old school sounds van Barkmarket en Nine Inch Nails, maar eigenlijk klonk de band op hun debuut al dusdanig. We gaan verrassend traag van start met Perfect Blue, al dan niet een verwijzing naar de blauwtinten in het schilderij dat de hoes vormt. “I deal perception of life. A thousand reasons to lie. My new naive fantasy. A second version of me.” Gaelian Lahaye zingt de onbehaaglijke tekst met angst in de stem. De song zelf ontbolstert zich tot een breedgeschakeerde stadionrocker, een sound waar de band inderdaad een patent op heeft, maar waar ook Wallace Vanborn de nodige genen van heeft opgepikt en in recentere tijden hun zonen van Sons. Tastemaker is de logische oplawaai die daarop volgt en klinkt in de beste traditie van het nummer waarmee het allemaal voor hen begon: All My Demons Have Destortion. Snelle punkrock dus.
Jonas Vermeulen, Pieter-Jan Janssen en Niels Meukens laten hun synth- en sampletroeven de vrije loop in Call Of The Void, een nummer dat ons net als Carbon Monoxide Blues aanvankelijk achteloos lijkt te passeren. Het erg poppy karakter en de meeslepende meerzang manifesteren zich echter als een uitstekend medicijn in quarantainetijden. Het valt dus op dat vooral de nummers die trager en weemoediger gebracht zijn een verschil maken. Niet geheel onlogisch want hoe kan je in hemelsnaam een oersong als No Metaphor evenaren, laat staan verbeteren. Rational Love laat dan eindelijk de dansmthrfckrdanser in ons opstaan, maar het is vooral omdat we zo lang opgesloten zitten dat het nummer opvalt. De opzwepende beats missen de punch van weleer.
Girl Talk is een mix van The Hickey Underworld en Evil Superstars en dus per definitie het meest geflipte nummer van de plaat en een bijzonder gesmaakt hoogtepunt. Geniale tempoversnellingen dankzij de op hol geslagen gitaren doen ons hopen op een uitstekend slot van de plaat. “I love to see her dancing with her curves, making me go insane.” Kijk, het is lente en het mag ook eens over kalverliefde of geilheid tout court gaan. Solitude In Paradise opent zoals de plaat startte, traag en eerder bedwelmend. De aanzwellende oerrocksound met duellerende gitaren wordt halfweg op erg overtuigende manier overgenomen door een heerlijke “Gouge Away” basgroove, Pixies-schatplichtig. Het nummer zorgt inderdaad voor het slotakkoord waarom we smeekten en gaat crescendo met visioenen van oncontroleerbare moshpits en Youtube-filmpjes van luchtgitaristen in het achterhoofd.
Tijd voor ons slotpleidooi. We hoorden vier erg straffe nummers en vier replica’s van 2013. We moeten streng zijn en de band doorverwijzen naar de tweede zit. Via Unreality II kan de deliberatiecommissie deze Unreality I nog over de streep trekken.