Bij onze noorderburen waart een black metal-pandemie door het land. Een hartverwarmende pandemie weliswaar, met duistere bands als Fluisteraars, Fluisterwoud, Turia, Laster, Nusquama, Verwoed, Ravenzang of Vaal.
Een recente band die op de Nederlandse black metal-golf meesurft, is Ossaert, het eenmansproject van de enigmatische Zwollenaar P., die ook op zang en gitaar bij Shagor de dienst uitmaakt. Zoals op het debuutalbum Bedehuis (2019) mag W. enkel de drums beroeren en het kleinood producen.
Een eenmansproject in de metal, zeg je, dat doet bij de black metal aficionado aan Burzum van Varg Vikernes denken, en de gelijkenissen zijn er zeker. Evenals Burzum is de black metal van Ossaert uitermate hypnotiserend en overweldigend en weet de band walging, melancholie, radeloosheid en uitzinnigheid – zij het dat P. dit laatste element meer beteugelt – te laten samensmelten tot onversneden schoonheid.
Eerst even ingaan op de bandnaam: de ‘ossaert’ is een kwelduivel die in vele volksverhalen van de Lage Landen onder verschillende namen voorkomt. En toeval, ook bij ons werd een metalband naar deze vileine watergeest genoemd: Kludde uit Aalst.
P., in zijn tienerjaren zeer met hardcore begaan, heeft zich na zijn kennismaking met “Ad Majorem Sathanas Gloriam” van Gorgoroth volledig op black metal gestort. In vier rauwe composities van tien minuten bezingt Ossaert mens en maatschappij in volle naaktheid, een wereld in de ban van dierlijkheid en uitzichtloosheid, ontdaan van alle heiligheid. “Er valt bloed uit de hemel en de zon is heengegaan / Het eindeloos tijdstip is in ledigheid vergaan / Tersluiks schrijdt teloorgang immer verdelgend voort / In absolute wezenloosheid schuilt het ware pelgrimsoord.” Bij Ossaert geen spoor van transcendentie.
De tweede helft van de plaat is nog interessanter. Ossaert slaat nog meer aan het experimenteren met andere genres. Zo kunnen in de aanzet van De Nacht En De Verdwijning de hardcore-roots van P. de wakkere luisteraar nauwelijks ontgaan en slotstuk De Dag En De Verschijning doet met zijn atmosferische ondertonen dan weer aan het soloproject Druon Antigon – wat zijn we nog steeds in de wolken over diens debuutplaat Desontstijging – denken.
Met zijn cleane stem klinkt P. als een hogepriester die een zwarte mis opdraagt, en dit sjamaanachtige geluid wisselt hij perfect af met een Noorse blackmetalstem en een agressievere deathmetalstem. Songs als De Geest En De Vervoering en De Val En De Beroering zijn melodischer van aard en hebben die briljante Emperor-touch, en vaak hoorden we in de nummers duidelijke motieven die een zware invloed van het Poolse Mgła doen vermoeden. Wat alleen maar een zegen is.
Met Pelgrimsoord levert Ossaert een nog rijper album vol Noorse black metal in een eigentijds, opgepoetst jasje af. We hopen alleen maar dat P. niet voor dezelfde levenswandel als Varg ‘Burzum’ Vikernes kiest. Dus niet na vier briljante albums een metalkompaan liquideren, rustieke kerkjes in brand steken, de wereld met irritante plinkeplonke-synthdeuntjes teisteren en extreemrechtse bagger spuien. Gewoon ons blijven verbazen met fenomenale black metal volstaat.