Een viertal uit São Paulo dat na een paar ep’s met hun eerste langspeler debuteert. Nu ja langspeler, slechts vijfentwintig minuutjes duurt het album dat het midden houdt tussen hun eigen Braziliaanse muzikale tradities, wereldse en spacey uitstapjes allerhande.
Behoorlijk loungey en zonnig doorspekt met heerlijke vlagen psychedelica en licht absurdisme. Alsof Esquivel een joint rookt met pakweg Connan Mockasin onderweg naar een ander sterrenstelsel. Een heerlijk instrumentaal universum waar bossa nova gitaren aanschurken tegen een glas harp, marimba, percussie, ondefinieerbare ‘weirde’ sounds en echo’s uit andere aardse continenten.
Grou en Sanga doen heel Oosters aan terwijl Iiiiriri de soundtrack bij een Chinese spaghettiwestern op Saturnus zou kunnen zijn. Surfgitaren met sambaritmes in Zaatar in de titeltrack en ga zo maar door.
Het enige jammere is dat het vaak korte niemendalletjes betreft van rond de minuut, die wat ons betreft langer uitgesponnen mochten worden. Het met natuurgeluiden omgeven meditatief moment Vento, is de enige track die de kaap van de drie minuten haalt. Dus lekker lang in die hangmat vertoeven is er niet bij, tenzij je de repeat functie gebruikt, maar genieten is het wel.