Nordmann, de band die zichzelf noemde naar een kerstboom uit de IKEA catalogus, bestaat ondertussen ruim acht jaar. In die tijd brachten ze twee ep’s en twee albums uit en nu is er album nummer drie In Velvet. In Velvet moet – nou ja, “moet” – het album worden dat Nordmann naar nieuwe muzikale oorden brengt. Of ze daar in slagen lees je hieronder.
Laten we beginnen met de feiten. De momenteel omnipresente Jasper Maekelberg (die ook het eerste, naamloze, album producete) nam de productie van In Velvet voor zijn rekening wat een impact heeft gehad op het geluid van het album.
Waar de vorige Nordmann-albums vertrokken vanuit het idee dat ze ook live moesten gespeeld kunnen worden, was dit deze keer niet langer het geval. Natuurlijk wil de band de nummers live kunnen brengen, maar ze lieten zich niet op voorhand beperken door mogelijke obstakels die ze daarbij zouden tegenkomen. De toevoeging van toetsenman en gitarist Thijs Troch in de live setup is hier een rechtstreeks gevolg van.
Hoe klinkt dat nu allemaal? De fenomenale opener Cryptonym laat de argeloze en nietsvermoedende luisteraar nog even in de waan dat In Velvet business as usual wordt. Stevige jazzy rock met een dreunende, van een gezonde portie distortion voorziene basklank met daar bovenop de gillende saxofoon van De Craene.
Vanaf Cascades voel je evenwel dat er verandering op til is. De bas klinkt zuiverder en de saxofoon romiger. De gitaar van Edmund Lauret blijft nog wat op de achtergrond en de synths geven het geheel iets van een melancholische sci-fi soundtrack.
Die filmische kwaliteit is iets dat er altijd al inzat bij Nordmann en dat op dit album misschien nog meer naar voren komt dan voorheen. Luister maar naar Submarine, Blue Rose Case of het geweldige Boats/Marseille dat ons deed denken aan Franse jaren 70 cinema. Boeiend ook hoe De Craenes saxofoon minder als solo-instrument fungeert en vaker als basis dient voor een brede soundscape. In Jade hoor je mooi wat we daarmee bedoelen. Let in dat nummer ook op de discrete percussie die bij ons associaties met The Man With The Red Face van Laurent Garnier oproept.
In Star-Fluff en Partie-Deux komt er stilaan meer plaats in de mix voor het wat onderschatte gitaarspel van Edmund Lauret. Afsluiter Maine Cocoon tenslotte spint zich, als een Maine Coon kat, een weg naar het einde van de plaat met het prachtige ingehouden gitaarspel van Lauret dat wordt gedrapeerd op een bedje van golvende saxofoongeluiden.
Klinkt Nordmann nu echt zo anders dan voorheen? Ja en neen. De typische Nordmann sound is er nog steeds maar het album klinkt wat meer afgerond en geproducet dan we van de heren gewend zijn. De toevoeging van een vijfde man geeft de band live meer mogelijkheden om de saxofoon niet langer centraal te stellen als solo-instrument en dat zorgt voor meer diversiteit en variatie. Wat de plaat inboet aan feestgedruis heeft ze gewonnen aan diepte. Nordmann 2.0 klinkt vertrouwd en toch anders.