Een kluwen van zenuwvezels die met elkaar verbonden zijn en de spinale zenuwen verbinden met de verscheidene onderdelen van het lichaam.
De bovenstaande zin roept waarschijnlijk meer vragen op dan ze beantwoordt, maar indien je jezelf afvroeg wat de titel van de voorlaatste Dadaist Tapes van 2021 betekent dan heb je bij dezen je antwoord.
Nickolas Mohanna is dit keer verantwoordelijk voor dit kluwen aan composities dat de nieuwste Dadaist Tapes omvat. Wie het Geelse label in het verleden wat heeft gevolgd, kan vaststellen dat er een, iet of wat, duidelijk lijn in de releases zit. Experimenteel, sfeervol en compromisloos zijn telkens kernwoorden die elke prachtige cassette kenmerken. Ondanks de duidelijk lijn die het label heeft uitgezet, weten ze toch keer op keer met hun releases te verrassen en met Nerve Plexus van Nickolas Mohanna is dat opnieuw niet anders. Hieronder alvast een geschreven weergave van deze intrigerende cassette.
De cassette opent met Pin Receiver. Initieel straalt de track een sterke jazzy feel met Afrikaanse vibes uit die vooral voortkomt uit de gebruikte ritmes. Wat meteen opvalt aan het nummer is de duidelijkheid van de geluiden. De afzonderlijke elementen zijn allemaal relatief onbewerkt wat zorgt voor een rauwheid. Naast de Afrikaanse vibes zijn er in de loop van Pin Receiver ook sporadische noties van vocalen aanwezig. De vocalen, die klinken alsof ze door een transistorradio gehaald werden, blijven relatief op de achtergrond en hebben dan ook een dienende functie. Rond 4’30” lijkt het tweede deel van Pin Receiver van start te gaan. Vanaf hier vallen de cimbalen, die tot dusver een constante in het nummer waren, weg. Een jazzy-feel dient zich vervolgens aan waarna het nummer opnieuw wordt opgebouwd tot een dissonant kluwen van geluid.
Holes, het tweede deel van de compositie, gaat verder waar Pin Receiver stopte. Bij aanvang van de compositie lijkt het wel even alsof er gebruik gemaakt wordt van een ietwat conventionelere songstructuur en we moeten, vanwege de noten frasering, zelfs even aan YYZ van het machtige Rush denken. Dadaist Tapes zet vaak in op sfeervolle, ruimte vullende muziek en hoewel dit ook zeker van toepassing is bij Holes is de invulling toch anders. De compositie is enorm rijk en bulkt van de geluiden. Het verschil met enkele van de eerdere releases is dat er hier zeer sterk ingezet wordt op het afzonderlijk waarnemen van elk geluid.
De instrumentale opbouw blijft daardoor dan ook heel organisch. Opnieuw heeft Holes een sterke jazzy feel die zowel te wijten is aan de jazzy ‘licks’ als het drumspel. Sporadisch wordt in het nummer gebruik gemaakt van strijkers om de compositie nog wat extra mysterie mee te geven. Het geheel lijkt dan ook bij momenten echt wel een mooi staaltje fusion te zijn. Zo doet onder meer het droge metaalachtige snaargeluid ons dan weer wat aan het gemiddelde surfrocknummer denken. Het is overigens diezelfde metaalachtige bijklank die doorheen Holes nog verder wordt uitgediept en uiteindelijk op de voorgrond wordt geplaatst.
Diepe drums, akelige achtergrondgeluiden en zachte vocalen steken de kop op bij aanvang van Cut Thread. En hoewel het onmiddellijk duidelijk is dat ook dit deel van de compositie verder bouwt op het voorgaande deel, weet het zichzelf toch sterk te distantiëren van zijn twee voorgangers. Het geluid op Cut Thread zet duidelijk meer in op ambient en sferische elementen dan bij de twee voorgangers. Cut Thread resulteert in een enorm onheilspellende sfeer, alsof het geluid van nakende donder in geluid werd gegoten. Waar er bij aanvang van de compositie een prominente rol voorzien was voor de drums worden deze naarmate Cut Thread vordert meer en meer op de achtergrond geplaatst. De onheilspellende sfeer blijft steeds bewaard maar tegen het einde van de compositie zijn het strijkers, toetsen en elektronische percussie die meer op de voorgrond treden. Bij het einde van de compositie moeten we zelfs even aan A Day In The Life van The Beatles denken vanwege de dissonante orkestrale ‘feel’ die Cut Thread weet uit te stralen.
In Transmitter wordt, door een samenwerking tussen drum en strijkers, verder ingezet op de onheilspellende sfeer van Cut Thread. De focus van de drum ligt echter dit keer echter niet meer op de trommels maar op het cimbaalspel. Het geheel lijkt bij momenten wel de soundtrack van een onbestaande horrorfilm, een serieus contrast met de jazzy ‘feel’ van weleer. Naarmate het nummer vordert, nemen de strijkers af en wordt er ruimte gemaakt voor een elektronische variant van de klassieke instrumenten. Naar het einde toe lijkt, door middel van het drumspel, ook het jazzy element terug zijn weg te vinden in de compositie. Op naar Collapse!
Elektronische strings en eclectisch jazzy drumspel regeren grote delen van Collapse. En hoewel de onheilspellende sfeer van de voorgaande tracks zeker nog niet van de baan is, voelen we wel dat Mohanna met Collapse opnieuw een andere weg inslaat. Naarmate het nummer vordert, zakt het eclectische drumspel naar de achtergrond en is het elektronica in combinatie met de elektronische strijkers die op de voorgrond treden. Tegen het einde van de compositie zijn het geluiden van een elektronische marimba die een nieuw onderdeel inzetten en zorgen voor een rustgevend, idyllisch einde van Collapse.
Of het nu marimba is, of een gitaar die zeer percussief bespeeld wordt, weten we niet maar dat Xerces Blue ons in een staat van volledige ontspanning brengt dat is absoluut zeker. Rond 00’40” wordt het nummer deels verzwolgen door een rustgevende ruis die af- en aanzwelt als waren het golven op weg naar het strand. En ook hier regeert dus de voorgenoemde ontspanning. Sommige golven slaan wel wat harder tegen het aardoppervlak dan anderen maar dat nemen we er graag bij.
Dipping The Eye is het laatste deel van Nervus Plexus en start vrijwel meteen met een sterke freejazz feel. Het geheel resulteert in een eclectische mix aan geluiden maar tegelijkertijd voelen we toch steeds een gecontroleerde terughoudendheid. Mohanna lijkt dan ook alle elementen van de compositie minutieus geplaatst te hebben in functie van onderlinge ondersteuning. Rond 2’20” wordt kortstondig het aantal auditieve elementen teruggeschroefd om vervolgens alles systematisch opnieuw op te bouwen. Het is dan ook vanaf hier dat voor ons het tweede deel van de compositie start. De gitaar wordt nu op de voorgrond geplaatst en het geluid lijkt op dit moment wel van links naar rechts te springen als ware het een stuiterbal. Naarmate Dipping The Eye vordert, wordt ook het cimbaalwerk een prominentere rol toebedeeld waardoor het actiever gaat bijdragen aan de voorgenoemde jazzy ‘feel’. In de laatste rechte sprint richting het einde zet Mohanna sterk in op een dromerige gevoel om vervolgens Dipping The Eye zachtjes met wat rustgevende cimbaalklanken te laten uitdoven.
Dat de 25 gratis cassettes alweer een tijdje weg zijn, is een evidentie maar dat je, zoals steeds, van de tracks op Bandcamp kan genieten is dat ook. Hieronder alvast enkele links om je van deze intrigerende luisterervaring te verzekeren.
DADAÏST TAPES: BANDCAMP/ WEBSITE
NICKOLAS MOHANNA: BANDCAMP