Wie wil weten wie of wat King Dick is, komt via Wikipedia terecht op een pagina over een politicus uit Nieuw-Zeeland (Richard Seddon) die deze bedenkelijke bijnaam kreeg ofwel één over een voos Italiaans filmpje uit 1973. Tot dusver is de Antwerpse trashpopband King Dick nog niet in de sectie opgenomen, maar wie weet komt daar ooit wel verandering in.
Voor zij die verzot zijn op mooie vrouwen, geen nood, ze staan op de cover (zelfs in hun blootje), maar je treft er tevens een tennisspeler (neen, we zijn geen kenners) of Pokémon op. Je merkt het, dit is muziek zonder grenzen, en vooral zonder hokjes.
De plaat met daarop tien vreemde chansons steekt meteen van wal met het vreemde Ben Bananas. Het kon inderdaad wel de titel van één of andere ridicule Bud Spencer-film zijn, bij King Dick exotische lo-fi pop die je uitnodigt voor een vreemd dansje.
Catatafish (ja, wat is dat nu?) is bijna lo-fi Tom Waits zonder dat het eigenlijk maar één seconde op Tom Waits lijkt, als je begrijpt wat we bedoelen. Alles kan bij King Dick, hoe zotter des te beter. Zo hoor je in Chuck No een waanzinnige (maar geslaagde) combinatie van een fuzzgitaar en iets wat op een dwarsfluit lijkt. Krankjorum, maar het werkt ongelooflijk!
Bij een song als New King Dick verwacht je je natuurlijk aan iets wat zou kunnen dienen voor een pornofilm (of ligt het dan toch echt aan ons?), helaas pindakaas voor de viespeuken, het is een gitzwart lo-fi countrytrashpopliedje. Je zou zelfs zweren dat het kerkorgel uit één of andere parochiekerk ermee gemoeid is.
Niet dat dit een plaatje voor treurwilgen is, bij Daddy Goodlife lijken je speakers door de rockabillygitaren wel te ontploffen. The Trashmen gezien door de ogen van Daniel Johnston? Het zou kunnen…
En dan is er Taco Song. Al even krankzinnig als de titel doet vermoeden, een song die best kan wedijveren met Borriquito van Peret (vraag het maar aan uw bompa!)
Deze eigenzinnige, zeg maar buitenissige plaat wordt afgesloten met For A Moment I Was Gone And Now I’m Dead. Liedjes die, zoals de titels aangeven, eigenlijk thuishoren in een David Lynch-film.
Rijk zullen ze er niet van worden, beroemd al evenmin, maar het blijft heerlijke oorsmeer!