Luminous Dash BE

JEFF GREINKE – Oceanic (Projekt)

Met een debuut in 1982, mag Jeff Greinke een vertrouwde naam in de ambient worden genoemd – soms in lichtschuwe vorm, dan weer richting neoklassiek, of met de blik richting new age, maar ook dan met de voeten op de grond, zonder leegte in het hoofd. Centraal staan bij de zestiger vooral de elementen: weersverschijnselen, landschappen, interacties van organismen met hun leefomgeving. Ze vormen een rode draad doorheen intussen 34 albums. Oceanic trekt die lijn namelijk door, na negen maand schuren en schaven aan synths en samples.

Het titelnummer illustreert meteen Greinkes metier: intiem en groots tegelijk, in- en uitzoomend op getij, golf en schuimkop. Beeldrijk en fijn van korrel zet het zacht en toch met kracht de toon voor een plaat die auditieve beelden wil scheppen van allerlei fysische processen in en omheen oceanen. Ook daar staat Greinkes opleiding als meteoroloog niet los van.

Mountains to Clouds maakt minder indruk, met klassieker uitwaaierende synths afgewisseld met bolle bas en vette blazers. Cyrrus Currents voegt daar een spaarzaam klavier aan toe, maar bijblijven doet het niet. Cyclogenesis – het ontstaan van cyclonen is een vertrouwd gegeven aan Amerikaanse, de mid-Atlantische kust – zet de sound designer in Greinke meer voorop, met steeds onrustiger heen en weer cirkelende synthbogen. 

Temple Of Dripping Bells lijkt wel de verkenning van een diep verzonken mystieke plek, zonder dat ook hier brede synthvegen als grote gebaren ontbreken – het typeert een beetje de Amerikaanse ambientschool van ook generatiegenoten als Robert Rich en Steve Roach, en vooral onder de oppervlakte gebeurt dan boeiends. Late Rain At The Station schuift de klankschalen onder dikke regendruppels, en Northern Reaches staat introspectief stil bij het op drift slaan van alweer een volgende ijsberg, maar, helaas: het vakmanschap in het titelnummer wordt in geen van de andere tracks geëvenaard.

INSTAGRAM

Mobiele versie afsluiten