Weinigen hadden zien aankomen dat we ook dit jaar een nieuwe Gorillaz zouden krijgen. The Now Now is compleet verschillend van zijn voorganger Humanz. Niet het “kijk eens wie we allemaal op onze platen kunnen doen meespelen”-spel, wel is de zevende Gorillaz-plaat meer een hobbyprojectje van Damon Albarn geworden.
Door de verschillende stijlen een beetje een onsamenhangend geheel met Idaho als absolute stijlbreuk dat door zijn lo-fi integriteit evengoed op een Blur-plaat zou kunnen staan. Er is ook wat hiphop te bespeuren zoals op het atypische Hollywood waarop Albarn kan uitpakken met de gastrollen van Snoop Dogg en Jamie Principle of op de funky opener Humility met als gastheer George Benson die naast zijn gigantische solohit Give Me the Night ook nog met Miles Davis speelde.
Van lo-fi tot onvervalste 80’s-funk, maar toch zijn het de synths die zegevieren op deze nieuwe Gorillaz. Van disco tot new wave. Zo kon het Kraftwerkachtige Tranz een clubhit in de jaren 80 zijn geweest. Ook veel invloeden van disco. Lake Zurich gedraagt zich als een dansvloerstamper die je terugbrengt naar de gloriedagen van discogoden als Cerrone en op Magic City lijkt Albarn wel een crooner die omringd is door discobollen.
Op het einde valt de plaat wat in elkaar door drie niemendalletjes (Fire Flies, One Percent en Souk Eye) achter elkaar te plaatsen, maar we hebben evengoed genoten van Kansas waar Albarn opnieuw de melancholische toer opgaat en het meer klinkt als The Good, The Bad And The Queen dan Gorillaz. Wellicht verzint Albarn zo’n songs op één avond, maar ze zijn en blijven geniaal mooi.
Voor heel wat fans zal The Now Now doorgaan als een tussendoortje. Niet geheel onjuist, maar ook niet volledig juist.