Het zat drie leden van het Franse progressive death-doom-metal kwartet Epitaphe niet helemaal lekker hun liefde voor experimentele drones en ambient niet kwijt te kunnen bij het maken van hun tweede, in de scene best wel hoog aangeschreven II. Drone ambient en doommetal zijn op zich niet elkaars meest vertrouwde habitat, maar Eventide trok met een mijnwerkerslamp de duisternis in en groef een ondergronds pad tussen beide.
Wat Waterline vooral typeert is de emotionele en stilistische bandbreedte. De zanglijnen zijn genuanceerd en het instrumentarium is met analoge, digitale en modulaire synths, saxofoon, drums, gitaren, bas, elektronische piano breed te noemen. Het helpt de progressieve esthetiek een bijwijlen jazzy edge te geven, met ruimte voor power en finesse. Uitgezonderd de titeltrack werden de drie overige tracks ook in één take opgenomen, wat wel iets zegt over het muzikaal vermogen van deze Alpenbewoners.
Roepen orgelklanken en zang eerst nog een Dead Can Dance-sfeer op in Eventide, geven saxofoon en weidse synths al snel een Vangelis-touch, vooraleer potige reverbed gitaren een doomportaal optrekken. Bij vele bands zou die reis een hermetisch klankenspel opleveren maar trio, mix en mastering houden het geluid net open.
Net zo goed is de progressive fusion van King Crimson een referentie voor het titelnummer, met droge drumslagen, spatieuze synths, een melancholische sax en kloek in de rondte cirkelende basgitaren.
Adrift vormt een gevoelig interludium aan de toetsen, voordat Sphere 18.5 minuten lang testosteron toevoegt aan Pink Floyd-echo’s en met sax en krakende ambient het gehoor verder oprekt, ver voorbij de vertrouwde grenzen van doom en drones.