De laatste keer dat we Durand Jones in Trix zagen, was hij nog omringd door zijn Indications in een promotour voor hun nieuwste album Witchoo. Met Wait Til I Get Over treedt de zanger, na drie albums met band, voor het eerste naar buiten met solowerk en weet hij meteen zijn bestaansrecht als soloartiest te rechtvaardigen.
We voelen, doorheen de 12 nummers die de plaat rijk is, dat de inhoud bijzonder persoonlijk is. Jones geeft met zijn debuut een inkijk in zijn verleden, heden en toekomst én doet dat bovendien met het nodige fingerspitzengefühl om track na track voor een verrassende luisterervaring te zorgen.
Wait Til I Get Over start met het idyllische Gerri Marie. Strijkers en piano maken zich meester van de openingstrack en voorzien een zachte, pseudoklassieke achtergrond voor de warme vocalen van Jones. Gerri Marie staat garant voor melancholie en romantiek en zet als opener meteen de toon voor de rest van de plaat.
Het gebruik van poëtische metaforen zijn kenmerkend voor heel wat artiesten, zo ook voor Jones. Op The Place You’d Most Want To Live wordt echter elke vorm van metafoor geschuwd. Met iets meer dan 1 minuut is het de kortste track van het album maar daarom niet minder memorabel. Jones brengt een kort parlando gebaseerd op een quote van zijn grootmoeder en weet, ook hier, onze onverdeelde aandacht weer op te eisen.
Van pure ernst gaat het naar het dansbare en funky Lord Have Mercy. De zanger trakteert ons op enkele heerlijke vocale uithalen en doet ons zonder veel moeite van onze stoel vallen. Lord Have Mercy was de eerste single van de plaat en het is al na enkele seconden overduidelijk waarom dat was. Dansen maar!
Met track Sadie brengt Jones een bijzonder warm nummer, en hoewel het iets minder punch bevat dan zijn voorganger staat ook dit nummer als een huis. De track doet ons bij wijlen overigens wat denken aan Oh Darling! van de fab four en dat is absoluut koren op onze molen.
In I Want You lijkt het bij momenten wel alsof de hemelse poorten zelve opengaan. Rijke gospel vocalen en orgel kenmerken het nummer, samen met ietwat onconventionele percussie. Ook bij deze song haalt Jones opnieuw alles uit de kast en voorziet hij ons van een track met heel wat boeiende nuances.
In titeltrack Wait Til I Get Over lijkt Jones wel een vocale strijd aan te gaan met een koor aan rijke gospel vocalen. Naarmate de track vordert, bedaart de strijd van weleer en smelten de twee elementen samen tot één indrukwekkend geheel. De instrumenten blijven dit nummer wat op de achtergrond maar dat heeft ons eerlijk gezegd geen seconde gestoord.
Het is Jones die bij aanvang van het ontspannende, dromerige That Feeling de droge gitaar en warme synths met elkaar weet te verbinden. De gelaagdheid en nuances van That Feeling verklaren meteen ook de sterkte. Epiek wordt afgewisseld met terughoudendheid alsof het zo moest zijn. Om nog maar te zwijgen over dat korte nonchalante fluitwijsje waar Jones ons helemaal mee weet in te pakken.
Op See It Through (Interlude) brengt Jones opnieuw een parlando. Dit keer heeft hij het kort intermezzo voorzien van zijn eigen poëzie, terwijl hij ons opnieuw een inkijk tracht te geven in zijn bestaan en rijke geschiedenis.
Interlude deed vermoeden dat ook See It Through zelf bittere ernst zou zijn maar niets is minder waar. Pure dansbaarheid regeert en Jones weet naast funk, soul en r&b ook wat pure, onvervalste rock in deze heerlijke track te verwerken.
En net als we denken dat Jones alle verrassingen al uit zijn mouw heeft geschud, komen we aan Someday We’ll All Be Free waarop in een break de, toch wel onverwachte, combinatie met het rapgenre wordt gemaakt. De rest van het nummer schreeuwt, letterlijk en figuurlijk, op en top Durand Jones met meer uithalen dan we kunnen tellen en een meer dan catchy refrein. We moeten eerlijkheidshalve bekennen dat we bij aanvang de plotse rapbreak niet zo goed snapten maar naarmate de luisterbeurten vorderden, kunnen en willen we het haast al niet meer wegdenken uit deze track.
Het voorlaatste, en tevens ook het langste, nummer van de plaat is Letter To My 17 Year Old Self. Zelfs na tien tracks weigert, ook hier, Jones het paadje der conventionaliteit te bewandelen en weet hij moeiteloos verschillende genres en disciplines wederom met elkaar te versmelten. Waar het nummer bij aanvang de richting van de ballade lijkt te kiezen, wordt het al snel duidelijk dat Jones andere plannen heeft. Soul, jazz en zelfs zweverige onderdelen met soundscape-allures passeren de revue in Letter To My 17 Year Old Self waarin de zanger, met alle gemak van de wereld, zowel genre- als structuurconventies met de grond gelijkmaakt.
Met Secrets sluit Jones zijn debuut af. De kenmerkende warme vocalen van Jones worden versmolten met noties van klassieke muziek en het nummer kabbelt gedurende een tweetal minuten rustig en gezapig verder. Totaal onverwacht laat Jones alles wat werd opgebouwd wegebben en het nummer verglijden in niets meer dan rustgevende ruis die nog een tweetal minuten aanhoudt.
We zijn grote fans van Durand Jones & The Indications en moeten bekennen dat we met deze soloplaat van Durand Jones een afgeleide hadden verwacht van de voorgenoemde band. Jones had ons zonder veel moeite van onze sokken kunnen blazen door gewoon te doen wat hij met zijn Indications al deed, maar hij koos er duidelijk voor om dat niet te doen en een eigen pad te bewandelen. Door de vele structurele verrassingen en crossovers met andere genres weet Jones met Wait Til I Get Over een extreem boeiende plaat af te leveren die het soul-genre overstijgt en absoluut een plaats in jouw platenkast verdient.
Een aanrader van formaat!
Hieronder hebben we je alvast van de nodige links voorzien om Jones op de voet te volgen.